Sodom en Gomorra – Twee verdoemde steden

“Op je sodemieter krijgen”
3 minuten leestijd
De Verwoesting van Sodom en Gomorra, 1852 - John Martin
De Verwoesting van Sodom en Gomorra, 1852 - John Martin

De twee mythische steden Sodom en Gomorra worden beschreven in het Bijbelboek Genesis. De zonden van de inwoners van de twee steden waren zo “ongehoord groot” dat God besloot de steden te vernietigen. Aan deze geschiedenis danken we onder meer het gezegde “op je sodemieter krijgen”.

De geschiedenis van Sodom en Gomorra wordt uitgebreid beschreven in Genesis 18 en 19. Als aartsvader Abraham op een dag voor zijn tent zit, ziet hij vlakbij drie mannen staan. Abraham besluit hen aan te spreken en water aan te bieden. Hij heeft niet door dat hij in werkelijkheid God en twee engelen uitnodigt in zijn tent. Nadat de drie mannen wat gedronken hebben en afscheid nemen van hun gastheer, bedenkt God, die zeer op Abraham gesteld is, dat het niet goed is om voor hem geheim te houden wat hij met de nabijgelegen steden Sodom en Gomorra van plan is. Daarom zegt God:

“Er zijn ernstige beschuldigingen geuit tegen Sodom en Gomorra, hun zonden zijn ongehoord groot. Ik zal ernaartoe gaan om te zien of de klachten die ik over hen heb gehoord gegrond zijn en zij verwoesting over zich hebben afgeroepen. Dat wil ik weten.” (Genesis 18:20)

Abraham springt dan in de bres voor de inwoners van de stad. Hij vraagt God of hij de stad ook zal vernietigen als er bijvoorbeeld vijftig onschuldigen wonen.

“Zoiets kunt u toch niet doen, hen samen met de schuldigen laten omkomen! Dan zouden schuldigen en onschuldigen over één kam worden geschoren.” (Genesis 18:25)

God zegt dan dat hij Sodom niet zal vernietigen als hij er vijftig onschuldigen aantreft. Na doorvragen van Abraham belooft God de stad ook niet te verwoesten als hij er vijfenveertig, dertig, twintig of slechts tien onschuldigen aantreft.

Vernietiging van Sodom - Lot's vrouw is al veranderd in een zoutpilaar - Hartmann Schedel, 1493 (Publiek Domein - wiki)
Vernietiging van Sodom – Lot’s vrouw is al veranderd in een zoutpilaar – Hartmann Schedel, 1493 (Publiek Domein – wiki)

Lot

Kort hierna brengen twee engelen incognito een bezoek aan Sodom. Ze worden bij de stadspoort hartelijk ontvangen door Lot, een neef van Abraham die kort daarvoor in de stad is komen te wonen. Hij biedt de twee reizigers een slaapplek aan. Nog voor de engelen slapen, geven de andere inwoners van de stad een demonstratie van hun slechtheid. Alle mannen van Sodom verzamelen zich rond het huis van Lot en vragen hem waar hij de twee mannen gelaten heeft.

“Breng ze naar buiten, we willen ze nemen.” Lot ging naar buiten en deed de deur achter zich dicht. “Maar vrienden, zoiets kunnen jullie toch niet doen! zei hij. “Luister, ik heb twee dochters die nog nooit met een man geslapen hebben. Die zal ik bij jullie brengen, doe met hen wat jullie willen. Maar laat die mannen met rust, ik heb hen niet voor niets een veilig onderkomen geboden.” (Genesis 18:7-9)

Lucas van Leyden, Lot en zijn dochters (ca. 1509). Rechts de verwoesting van Sodom.
Lucas van Leyden, Lot en zijn dochters (ca. 1509). Rechts de verwoesting van Sodom.
De Sodomieten reageren furieus en dreigen ook Lot te verkrachten als hij niet gehoorzaamd. De twee engelen besluiten dan in te grijpen. Ze trekken Lot snel het huis in en zorgen ervoor dat alle mannen rond de woning plots blind worden, waardoor ze de ingang niet meer kunnen vinden. De engelen manen Lot en zijn gezin hierna om Sodom zo snel mogelijk te verlaten. De stad zal namelijk worden vernietigd. Ze geven de familie nog wel een waarschuwing mee:

“Kijk niet om en sta nergens in de vallei stil. Vlucht de bergen in, anders komt u om.” (Genesis 19:17)

Zoutpilaar

Lot smeekt dan niet naar de bergen te hoeven vluchten, omdat hij bang is daar alsnog om te komen. Zijn verzoek om naar het nabijgelegen stadje Soar te mogen vluchten wordt ingewilligd. Tijdens de vlucht regent het zwavel en vuur over Sodom en Gomorra. De twee steden worden volledig weggevaagd. Lot’s vrouw kan haar nieuwsgierigheid niet bedwingen en kijkt om, waarna ze prompt verandert in een zoutpilaar. Hieraan danken we de uitdrukking “er als een zoutpilaar bij staan”.

Sodomie

De van Sodom afgeleide term sodomie werd vroeger als synoniem van homoseksualiteit gebruikt en verwijst naar de hierboven beschreven geschiedenis. Tegenwoordig wordt de term nog wel gebruikt, maar dan als aanduiding voor seksuele gemeenschap van mens met dier. Aan de geschiedenis van Sodom en Gomorra danken we ook de uitdrukking “op je sodemieter krijgen”. Dit betekent zoveel als er stevig van langs krijgen.

De Groningse stad Winschoten werd vroeger ook wel een ‘Sodom’ genoemd. Die bijnaam is afkomstig uit de Joodse gemeenschap die voor de Tweede Wereldoorlog in de stad woonde. Die vonden (naar verluidt) dat de andere stadsinwoners er slechte zeden op nahielden.

Lijst met Historische uitdrukkingen en spreekwoorden
Ook interessant: Abraham gezien hebben – Sara gezien hebben
En: Top 100 Bijbelse uitdrukkingen, gezegden en woorden
Boek: De bijbel voor ongelovigen – Het begin (Genesis)

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×