Kijken in 3D, dat is toch iets heel moderns? Al in 1855 verwonderde Nederland zich voor het eerst over stereofotografie tijdens de tentoonstelling Photographische en helioscopische afbeeldingen in Amsterdam. Voor het eerst zien bezoekers de Alpen of Parijs in het ‘echt’ – er gaat een wereld voor ze open. De blaadjes op een natuurfoto zijn bijna aan te raken. Bezoekers knijpen hun ogen dicht uit angst dat er een takje in prikt.
De illusie van diepte
Hoe zien we eigenlijk diepte? In 1838 beschrijft de Engelse wetenschapper en uitvinder Charles Wheatstone (1802-1875) dit voor het eerst. Je linkeroog kijkt vanuit een net iets andere hoek naar een object dan je rechteroog, wat onze hersenen verwerken als diepte. Wheatstone ontwierp een speciale kijker, een stereoscoop, waarmee je met ieder oog naar een andere afbeelding kijkt. Zo creëerde hij de illusie van een driedimensionaal beeld.
De Amerikaanse arts, dichter en docent Oliver Wendell Holmes (1809-1894) vond ruim tien jaar later de meest populaire kijker uit: de Holmes stereoscoop. Een eenvoudige kijker die je met één hand vast kunt houden, terwijl je met je andere hand focusseert.
Een echte rage
De eerste stereofoto’s ontstaan door simpelweg twee foto’s na elkaar te maken met exact hetzelfde middelpunt. Deze techniek werkt prima voor landschappen, maar maakt het lastig om foto’s met bewegende onderwerpen te nemen. Omdat er tijd zit tussen de twee opnames, zorgt de minste beweging al voor ruis op de foto.
In de jaren zeventig van de negentiende eeuw werd ook de stereocamera uitgevonden, een camera met twee lenzen en verbonden sluiters. Het vastleggen van mensen en andere bewegende objecten is nu geen enkel probleem meer, omdat beide foto’s op exact hetzelfde moment worden genomen. Al snel wordt het bekijken van stereofoto’s een echte rage; iedereen met voldoende geld schaft een eigen stereoscoop aan. En mensen die zich niet zo’n kijker kunnen veroorloven? Die staan op de kermis in de rij voor het stereoapparaat.
Rood en cyaan
Stereofoto’s kun je niet alleen apart bekijken, zoals dat met een stereokijker werkt. De twee beelden kunnen ook met elkaar gemengd worden tot een anaglyph. Voor het linkeroog een rood beeld, voor het rechteroog een cyaan beeld. Een speciale 3D-bril, ook wel anaglyphbril genoemd, zorgt ervoor dat beide ogen een ander beeld zien, wat de hersenen vervolgens verwerken als diepte. Klinkt modern toch? In 1891 werd het eerste anaglyph echter al geprint! Twee negatieven worden op hetzelfde papier gedrukt: eentje in rood en eentje in blauw. Door met een 3D-bril te kijken, ontstaat ook hier de illusie van een driedimensionaal beeld.
Groningen in 3D
De Groninger Archieven koesteren een unieke collectie stereofoto’s van de stad Groningen, met hierin het werk van verschillende fotografen in de periode 1868-1940. Een selectie van ruim zestig stereofoto’s is nu in anaglyph te bewonderen. Zijn het foto’s? Is het kunst? Het is bovenal fascinerend. Met een speciale 3D-bril op, sta je oog in oog met Stadjers van meer dan honderd jaar geleden. Dichterbij het verleden kun je niet komen. Met de tentoonstelling en het bijbehorende boek Groningen in 3D, is de stad van 1868-1940 voor het eerst voor publiek in 3D te ervaren.
Ook interessant: Friedrich von Kolkow (1839-1914) – Pionier in de stereofotografie