Vandaag de dag wordt geregeld geklaagd over de ‘versplintering’ van het politieke landschap. En inderdaad, de Tweede Kamer telt sinds de Kamerverkiezingen van 2017 maar liefst dertien partijen. Dat zijn er veel, maar nog altijd een stuk minder dan precies honderd jaar geleden. De Tweede Kamer telde toen maar liefst zeventien partijen. Het parlement had toen bovendien ‘slechts’ honderd zetels, tegen honderdvijftig nu.
De Tweede Kamerverkiezingen van 1918 waren bijzonder. Een jaar eerder was, dankzij de Pacificatie van 1917, een grondwetswijziging doorgevoerd die bepaalde dat alle mannelijke Nederlanders vanaf vijfentwintig jaar en ouder mochten stemmen. Tot die tijd was het zogenaamde censuskiesrecht van toepassing, waarbij het recht om te stemmen voorbehouden was aan inwoners die een bepaald bedrag aan belasting betaalden.
Tegelijk met de invoering van het algemeen mannenkiesrecht, werd het systeem van evenredige vertegenwoordiging ingevoerd, wat inhield dat er niet meer per district werd gestemd maar dat alle kiezers hun stem zelf konden uitbrengen op een willekeurige kandidaat van een partij. Vrijwel alle uitgebrachte stemmen tellen in dit systeem mee voor de zetelverdeling.
Lage kiesdrempel
Dankzij deze veranderingen waren er bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1918 ineens veel meer kiesgerechtigden dan daarvoor. Er werden ruim 1,3 miljoen stemmen uitgebracht. De verkiezingen leiden tot grote verschuivingen. Met name voor de confessionelen en socialisten was er reden tot juichen. Opvallend genoeg raakten de liberalen, die juist voor het algemeen kiesrecht hadden geijverd, een groot deel van hun zetels kwijt. Begin september trad het Kabinet-Ruijs de Beerenbrouck I aan, dat gevormd werd door RKSP, ARP en CHU.
Verspintering
Doordat er een lage kiesdrempel gold (50 procent van de kiesdeler) kende de Tweede Kamer na de verkiezingen van 1918 ineens acht partijen met slechts één zetel. Dit waren:
- Plattelandersbond
- Neutrale Partij
- Middenstandspartij
- Christen-Democratische Partij (CDP)
- Christelijk-Sociale Partij (CSP)
- Bond van Christen-Socialisten (BCS)
- Socialistische Partij (SP)
- Verbond tot Democratisering der Weermacht (VDW)
De kleinste partij, het Verbond democratisering der Weermacht, behaalde slechts 6830 stemmen, maar dat was vanwege de kiesdelers dus nog wel genoeg voor een zetel. Twee andere nieuwkomers, de Sociaal-Democratische Partij (SDP) en Economische Bond, behaalden respectievelijk twee en drie zetels. De slechts honderd zetels tellende Kamer telde nu maar liefst zeventien partijen.
Lees ook: Honderd jaar ‘Algemeen kiesrecht voor mannen’
Boek: In dit huis – Twee eeuwen Tweede Kamer
Bronnen â–¼
https://www.parlement.com/id/vh8lnhrp1x0h/tweede_kamerverkiezingen_1918
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tweede_Kamerverkiezingen_1918