Undercover in een voormalig nazibolwerk

Inleiding: De bruine stad
5 minuten leestijd
Historisch stadsgezicht van Marburg aan de Lahn
Historisch stadsgezicht van Marburg aan de Lahn met bovenop de berg het kasteel en iets boven de brug de Elisabethkirche.
Dit artikel maakt onderdeel uit van de achtdelige serie De bruine stad over de opkomst, machtsperiode en ondergang van het nationaalsocialisme in Marburg. Wekelijks verschijnt een nieuwe aflevering.

Het Marburg van 1950 werd door de Amerikaanse journalist Milton Mayer een rustige stad als uit een prentenboek genoemd. Duitsland kent veel van zulke schilderachtige steden, maar na de Tweede Wereldoorlog lagen vele hiervan in puin. Marburg, gelegen in de deelstaat Hessen in de toenmalige Amerikaanse bezettingszone, was echter relatief ongeschonden gebleven. De belangrijkste blikvangers, het elfde-eeuwse kasteel op de Schlossberg en de gotische Elisabethkirche uit de dertiende eeuw op loopafstand van het middeleeuwse centrum, stonden nog fier overeind.

Gedurende ongeveer een jaar verbleef Mayer in de stad: hij wandelde over de met kinderkopjes geplaveide straten en pleinen, bewonderde de sprookjesachtige vakwerkhuizen en zag het water van de rivier de Lahn langs stromen. Anderhalve eeuw eerder verbleven de gebroeders Grimm in dezelfde stad, waar ze van 1802 tot en met 1806 studeerden aan de Philipps Universiteit, de eerste protestantse universiteit ter wereld. Terwijl Jacob en Wilhelm Grimm zich in Marburg lieten inspireren voor de sprookjesverhalen waarmee ze blijvende wereldfaam verkregen, broedde Mayer hier ook op een boek, maar sprookjesachtig was het onderwerp allerminst.

Bolwerk van het nationaalsocialisme

Milton Meyer, auteur van ‘They Thought They Were Free’.
Milton Meyer, auteur van ‘They Thought They Were Free’. Bron: National Book Foundation
Hoe idyllisch en gemoedelijk de stad ook oogde, ongeveer twintig jaar eerder was Marburg een bolwerk van het nationaalsocialisme geweest. De steun voor Hitlers NSDAP (Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei) was hier fors hoger dan het landelijke gemiddelde. Mede dankzij de steun van veel Marburgers kwam een dictator aan de macht die de wereld in een nieuwe wereldoorlog stortte en die miljoenen onschuldige mensen liet vermoorden, onder wie de meerderheid van de Europese Joden.

Mayer had vanuit de Verenigde Staten de opkomst van het nationaalsocialisme met lede ogen aangezien. “Als een Amerikaan van Duitse afkomst schaamde ik me”, schreef hij. “Als Jood was ik geschokt. Als journalist was ik gefascineerd.”1 De vraag die Mayer bezighield was hoe het zover had kunnen komen. Wie waren de mensen die Hitler zo fanatiek hadden gesteund? Over deze vraag ging zijn boek They Thought They Were Free, dat in 1955 door The University of Chicago Press werd gepubliceerd. Marburg was door hem gekozen als de plek waar hij op zoek ging naar antwoorden.

Pacifist

Milton Sanford Mayer was op 24 augustus 1908 in Chicago geboren in een Joods-liberaal gezin. Nadat hij in 1928 van de universiteit van Chicago was gestuurd, omdat hij een bierflesje in de richting van de decaan had gegooid, ging hij werken als schrijvend journalist. In 1937 vormde het akkefietje met het bierflesje voor de universiteit geen beletsel om Mayer in dienst te nemen als schrijver van brochures voor de pr-afdeling en als literatuurdocent voor het volwassenenonderwijs. In 1939 publiceerde hij in Saturday Evening Post een essay met de titel ‘I’ll Think I’ll Sit This One Out’, waarin hij zich uitsprak tegen Amerikaanse inmenging in de oorlog in Europa.

Omslag van de eerste druk van ‘They Thought They Were Free’ uit 1950.
Omslag van de eerste druk van ‘They Thought They Were Free’ uit 1950.
Hij weigerde als gewetensbezwaarde militaire dienst: liever ging hij de gevangenis in dan dat hij moest vechten. Nadat de Verenigde Staten zich in 1941 aan geallieerde zijde hadden geschaard, werd Mayer vanwege zijn werk als leraar aangewezen als onvervangbare kracht waardoor hij ontsnapte aan de cel of het front. De pacifist sloot zich aan bij de Quakers, een geloofsgemeenschap die zijn afkeer van geweld en oorlog met hem deelde.

“Mayer geloofde dat individuen altijd op moeten staan voor hun rechten tegen een oppermachtige staat”,2 zo legt de Britse historicus Richard J. Evans uit in het nawoord dat hij schreef voor een heruitgave van Mayers boek. De Amerikaan vroeg zich af waarom de Duitsers hadden nagelaten om de installatie van een dictatuur tegen te houden. Al in 1935 had hij Duitsland bezocht, maar toen had hij geen bevredigend antwoord gevonden op de vraag waarom de Duitsers in zulke grote aantallen Hitler en het nationaalsocialisme steunden. Na de oorlog, toen de misdadigheid van de dictatuur zich aan de hele wereld had geopenbaard, was zijn fascinatie voor Hitlers achterban niet verdwenen. “Ik wilde deze monsterlijke mens zien, de nazi”, zo verklaarde hij.

Ik wilde met hem praten en naar hem luisteren. Ik wilde proberen hem te begrijpen.3

Met als dekmantel een aanstelling aan het Instituut voor Sociaal Onderzoek van de universiteit van Frankfurt vestigde hij zich in Marburg, dat hij beschouwde als een typische Duitse provinciestad. Zijn tweede vrouw Jane Scully en haar twee zoons reisden met hem mee en integreerden hier net als hijzelf in de lokale samenleving.

Kronenberg

Het lukte Mayer om met tien mannelijke Marburgers een vriendschappelijke relatie aan te gaan. Hij verzweeg tegenover hen dat hij Joods was en vertelde evenmin dat hij hen als onderzoeksproject gebruikte. In zijn boek kende hij hen allemaal een pseudoniem toe. Om hun privacy extra te garanderen gaf hij Marburg de schuilnaam Kronenberg. Evans achterhaalde de echte namen van alle tien de Duitsers. De vele gespreksuren met zijn nieuwe ‘vrienden’ gaven Mayer veel informatie over hoe zij de naziperiode beleefden en hierop terugkeken. Het bracht hem tot verschillende conclusies over de ‘nazimens’ en de Duitse volksaard, maar zijn conclusies waren, zo benadrukt Evans, generaliserend. Zijn proefpersonen, evenals de stad Marburg, waren niet representatief: de stad had bijvoorbeeld in vergelijking met veel andere Duitse steden een kleine arbeidersklasse en onder de proefpersonen bevonden zich geen vrouwen. Toch beoordeelt de Britse historicus They Thought They Were Free als…

…een opmerkelijk boek, vrijwel het eerste serieuze naoorlogse onderzoek naar hoe gewone Duitsers nazi’s werden en hoe ze in retroprospect keken naar Hitlers Derde Rijk.4

Hieronder een overzicht van de mannen die door Mayer werden geïnterviewd, inclusief het pseudoniem dat Mayer hen gaf en hun beroep in 1938:

NaamPseudoniemBeroep in 1938
Hans Steih (vader)Karl-Heinz SchwenkeConciërge, voorheen werkloze kleermaker
Georg Steih (zoon)Gustav SchwenkeMilitair, voorheen werkloze kleermakersleerling
Conrad KilianKarl KlingelhöferMeubelmaker
Heinrich DörrHeinrich DammKantoormanager van het lokale partijkantoor, voorheen werkloze zakenman
Wilhelm BräutigamHorstmar RupprechtScholier voortgezet onderwijs
Ludwig SchweinsbergerHeinrich WedekindMedewerker Ambachts- en Handelskantoor van de nazipartij
Heinrich MöllerHans SimonIncassomedewerker voor de elektriciteitscentrale
Karl-Otto StraubJohann KesslerInspecteur Deutsche Arbeitsfront (DAF), voorheen werkloze bankemployee
Heinrich HayeHeinrich HildebrandtLeraar voortgezet onderwijs
Wolfgang HeyerWilly HofmeisterPolitierechercheur
Adolf Hitler met zijn aanhangers op de Rijkspartijdag
Adolf Hitler met zijn aanhangers op de Rijkspartijdag van augustus 1929 in Neurenberg.

Bruine stad

In deze artikelenreeks gaan we met Mayers onderzoek als inspiratiebron de nazigeschiedenis van Marburg nader belichten. Hoe lukte het de nazi’s hier zoveel aanhang te vergaren, welke gevolgen hadden Hitlers machtsgreep, de Jodenvervolging en de oorlog op het maatschappelijke leven in de stad en hoe verging het Marburg en de Marburgers na de ondergang van het ‘Derde Rijk’? En welke medeplichtigheid of schuld droegen de tien Marbugers uit Mayers boek; waren zij fanatieke nazi’s geweest of slechts meelopers? Wat vertellen hun daden en standpunten ons over hun ondemocratische gedachtegoed?

Marburg fungeert hier niet als stad die representatief is voor heel Duitsland, maar als voorbeeld van een nazibolwerk, een ‘bruine stad’. Het is een voordeel dat naar de twintigste-eeuwse geschiedenis van de stad al veel onderzoek is gedaan. In de stad zelf wordt tegenwoordig grondig en met berouw teruggekeken op haar nazigeschiedenis, onder meer door middel van de oprichting van monumenten en de organisatie van herdenkingen. Deze oprechte aandacht voor het verleden moet herhaling van het onrecht van toen voorkomen.

Dit artikel maakt onderdeel uit van de achtdelige serie De bruine stad over de opkomst, machtsperiode en ondergang van het nationaalsocialisme in Marburg. Wekelijks verschijnt een nieuwe aflevering.

NB: Notenapparaat wordt gepubliceerd bij laatste artikel van de serie

Kevin Prenger (1980) is verbonden aan TracesOfWar.nl. Zijn aandacht gaat uit naar de geschiedenis van de Holocaust en nazi-Duitsland. In 2015 verscheen zijn boek Oorlogszone Zoo, over de Berlijnse dierentuin tijdens de naziperiode. Verschillende boeken over de Tweede Wereldoorlog volgden: De boodschapper uit de hel, Een rechter in Auschwitz, Het masker van de massamoordenaar, Kerstmis onder vuur, Kolberg, Meer dan alleen Auschwitz, In de schaduw van Schindler en Van kinderwieg tot soldatengraf, over onderwijs en indoctrinatie van de jeugd in Hitlers Duitsland. Zie ook website of X-account.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
2000
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 55.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×