Het officiële volkslied van Limburg is ‘Limburg mijn Vaderland’, ook wel bekend als ‘Waar in ’t bronsgroen eikenhout’ (de eerste woorden van het lied). Het lied werd in 1909 geschreven door onderwijzer en heemkundige Gerard Krekelberg (1864-1937). De muziek is gecomponeerd door Henri Tijssen (1862-1926), toenmalig dirigent van het Roermonds Mannenkoor.
Op 31 januari 1909 werd het Limburgs volkslied voor het eerst ten gehore gebracht, ter gelegenheid van de oprichting van de “Vereniging ter bevordering van de volkszang in Limburg”. Het lied was bedoeld als een ode aan Limburg. Het verkreeg onder meer bekendheid doordat het werd opgenomen in de populaire liedbundel Kun je nog zingen, zing dan mee. Bij officiële gelegenheden wordt meestal alleen het eerste couplet gezongen. Tijdens opvoeringen van bijvoorbeeld mannenkoren is het lied vaak wel in zijn geheel te horen.
Ook in Belgisch-Limburg wordt het lied geregeld gezongen. Alleen laat men het laatste couplet, met verwijzingen naar de Oranje-dynastie, dan achterwege. Dit couplet maakte oorspronkelijk ook geen onderdeel uit van het lied, maar werd in 1939 toegevoegd als aanhankelijkheidsverklaring aan het Huis van Oranje, vermoedelijk door dirigent Snackers van het Roermonds mannenkoor.
Limburg heeft ook nog een officieus tweede volkslied: Wie sjoeën ós Limburg van Harry Bordons.
Tekst van het Volkslied van Limburg:
Waar in ’t bronsgroen eikenhout, ’t nachtegaaltje zingt.
Over ’t malse korenveld, ’t lied des leeuweriks klinkt.
Waar de hoorn des herders schalt, langs der beekjes boord.
Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord! (2×)
Waar de brede stroom der Maas, statig zeewaarts vloeit.
Weelderig sappig veldgewas, kostelijk groeit en bloeit.
Bloemengaard en beemd en bos, overheerlijk gloort.
Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord! (2×)
Waar der vaaderen schone taal klinkt met heldere kracht.
Waar men kloek en fier van aard, vreemde praal veracht.
Eigen zeden, eigen schoon ’t hart des volks bekoort.
Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord! (2×)
Waar aan ’t oud Oranjehuis, ’t volk blijft hou en trouw.
Met ons roemrijk Nederland, één in vreugd en rouw.
Trouw aan plicht en trouw aan God, heerst van zuid tot noord.
Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord! (2×)
Maarten Cox – Limburgs Volkslied:
Bekijk ook: Lijst van nationale en provinciale Nederlandse volksliederen
Overzicht van Boeken over de geschiedenis van Limburg