Van Alabama naar Margraten
Op 12 september 1944 zette de eerste Amerikaanse bevrijder in het Zuid Limburgse Mesch voet op Nederlandse grond. Een paar weken later arriveerde Jefferson Wiggins als 19-jarige first sergeant van zijn Quartermaster Service Unit in Margraten. Het Amerikaanse leger ontwikkelde er de grote oorlogsbegraafplaats. Captain Shomon van de 611e Graves Registration Company (GRC), had opdracht gekregen om gesneuvelden van verschillende slagvelden en noodbegraafplaatsen te begraven.
In de daaropvolgende maanden werden ruim 20.000 lijken naar Margraten gebracht. Stoffelijke resten van Amerikaanse soldaten, Duitse soldaten en soldaten van andere nationaliteiten. In grote colonnes werden de lijken aangevoerd. De mannen die de gesneuvelden moesten begraven, waren zwarte Amerikaanse soldaten. In het gesegregeerde Amerikaanse bevrijdingsleger maakten zij deel uit van servicetroepen. Vechten was voor hen – op een aantal uitzonderingen na – geen optie. Het was, gezien het strikt naar ras gescheiden Amerika van die tijd, onmogelijk om zwart en wit te laten samenwerken in gevechtsunits. Een zwarte Amerikaan met een geweer in de hand was in de ogen van witte Amerikanen onvoorstelbaar. Alle leidinggevenden van zwarte service units waren witte militairen.
Het boek “Van Alabama naar Margraten; herinneringen van grafdelver Jefferson Wiggins”, is het enige opgetekende verhaal van een van deze zwarte soldaten die eind 1944 de blanke gesneuvelden begroeven. Gesneuvelden waarmee ze in leven niet mochten verkeren, kregen van hen de laatste eer.
Gruwelijke ervaring
De weken in Margraten waren voor Jefferson Wiggins de meest gruwelijke uit de drie jaar die hij in het gesegregeerde Amerikaanse leger doorbracht. De veteraan:
“We arriveerden vanuit Gronsveld over een modderige weg in Margraten. Het was er koud en nat, zo’n beetje tussen regen en sneeuw in. De akkers waar we door reden waren volstrekt onbegaanbaar. Al snel stopten we. Aanvankelijk dachten we dat het eerste voertuig panne had, maar Captain Solms stapte uit zijn jeep en zei tegen me “We zijn er, first sergeant. Laat je mannen aantreden. Jullie krijgen een houweel en schoppen en daarmee gaan jullie aan de slag de komende tijd”. (…) Ik merkte dat het er geweldig smerig stonk maar ik realiseerde me in het begin niet dat de stank van een begraafplaats kwam. Onderweg hadden we in Frankrijk en België iets dergelijks geroken, maar niet eerder zo sterk als hier”.
Terug in Margraten
In 2009 nam de latere Dr. Wiggins deel aan het oral history project Akkers van Margraten. Na 65 jaar werd hij uitgenodigd terug te keren naar Nederland om tijdens de vele ontmoetingen die hij hier had te ontdekken, dat nagenoeg niemand in ons land weet had van de strikte rassenscheiding in het Amerikaanse bevrijdingsleger leger van destijds. Een scheiding die duurde tot 1948. Daarom vroeg hij mij zijn herinneringen aan de drie jaar in het gesegregeerde leger vast te leggen.
Wiggins stierf op 9 januari 2013. Tot het laatst was hij betrokken bij de redactie van het boek. Zijn weduwe, Janice Wiggins, was met kleinkinderen aanwezig bij de boekpresentatie in november 2014.
Boek: Alabama naar Margraten