Dark
Light

Brieven van de planeet Clarion

Auteur:
6 minuten leestijd
Brieven van de planeet Clarion – Foto: stock.xchng

In 1954 ontving huisvrouw Dorothy Martin in haar Amerikaanse woonplaats Lake City een brief. Het was niet een brief zoals Dorothy die gewend was te krijgen. Deze brief was afkomstig van een wezen genaamd Sananda van de planeet Clarion. De brief bereikte Dorothy niet via de brievenbus, maar werd aan haar doorgegeven ‘via een vibratie van hoge densiteit, die haar hand sidderend over het papier van een schrijfblok stuurde’.

Dorothy Martin


Mevrouw Martin kreeg dus een bericht door, dat ze zelf opschreef. De inhoud van het bericht luidde:

‘De stijging van de bodem van de Atlantische Oceaan zal het land aan de Atlantische kusten doen onderlopen; Frankrijk zal zinken. […] Rusland zal één grote zee worden […] een geweldige golf zal de Rocky Mountains in razen […] met het doel ze te zuiveren van de aardse wezens en de nieuwe orde te scheppen.

Dat klonk nogal verontrustend, en dat moet Dorothy Martin ook gedacht hebben. Er volgden meer berichten, allen via de trillende hand van Dorothy vastgelegd. Zo kwam ook de geruststellende voorspelling bij haar binnen dat allen die geloofden in de god Sananda gered zouden worden; een ruimteschip zou hen ophalen, en behoeden voor de op handen zijnde zondvloed.

U mag hier natuurlijk van alles van denken en vinden, en dat was ook wat Dorothy Martin en haar kleine groepje volgelingen zelf deden. Ze namen de moeite om één persbericht te sturen naar de lokale krant, die op een achterpagina de kop plaatste “PROPHECY FROM PLANET. CLARION CALL TO CITY: FLEE THAT FLOOD. IT’LL SWAMP US ON DEC. 21”. Daarna werd het stil rond de groep; ze vonden het níet nodig verder paniek te zaaien. Zelf gingen ze zich vol overtuiging wijden aan het scenario dat hen redding moest brengen: geloven.

Leon Festinger

Leon Festinger, een eenendertigjarige psycholoog van de universiteit van Minnesota, las het bericht. De kans die de onderzoeker voor zich zag zou zich niet gauw meer met een vergelijkbare intensiteit voordoen. Festinger wilde meemaken hoe de groep gelovigen zich zou gaan gedragen in de aanloop naar het fatale uur, namelijk dat van middernacht op 21 december 1954. Maar nog groter was zijn interesse in de uren na middernacht. Festinger was zelf geen gelovige, althans niet in de god Zadanda van de planeet Clarion – sterker nog, hij wist niet eens van het bestaan van deze planeet – en veronderstelde dus dat de groepsleden niet door buitenaardse wezens zouden worden opgehaald. Hoe zouden ze daarmee omgaan?

De groep gelovigen bestond uit niet veel meer dan een man of twintig. Maar kwaliteit leek boven kwantiteit te gaan, want de groepsleden waren allen zeer toegewijd: bezittingen werden verkocht, en enkele leden namen intrek in het huis van Dorothy Martin. Met enige moeite wist Festinger te infiltreren, door zich voor te doen als een volger. Ook hij wilde zogenaamd mee in het ruimteschip van Zadanda.

Op de avond van de 21ste december – wat is er toch met die datum? – zaten alle groepsleden bij elkaar in het huis van Dorothy Martin. Festinger was één van hen. De duisternis was vroeg en snel ingetreden.

De gelovigen konden nauwelijks stil zitten van de spanning en devotie. Nieuwe berichten die Martin ontving hadden geen kalmerende werking; ze droegen bij aan de euforie van de aanstaande redding. Iedereen in het huis stond open voor nieuwe instructies, en die kwamen dan ook. Het merendeel in de vorm van het automatische schrift, maar zelfs enkelen in de vorm van telefonische berichten. Festinger beschouwde die heimelijk als komende van grapjassen, maar de groepsleden wisten dat het om gecodeerde boodschappen ging. Een beller zei: ‘Hé, hoor eens, mijn badkamer staat blank, komen jullie naar mij toe om het te vieren?’ Dit was natuurlijk een geheim bericht, en de groep was uitzinnig van blijdschap, nadat ze er hun interpretatie aan hadden gegeven. Dergelijke berichten golden eerder als bevestiging van hun geloof dan als iets anders.

De avond vorderde. De klok tikte gestaag door, net zo zeker als het einde nabij was. Tenminste, voor alle niet-gelovigen op de wereld; de toegewijde volgers van Dorothy Martin zouden klokslag twaalf uur middernacht immers hun entree in het ruimteschip maken. Vlak voordat het zover was, ontdekte één van hen een stukje metaal op de vloer. Waarschijnlijk volgde er snel op die onschuldig lijkende ontdekking een nieuw bericht, want plotseling waren de groepsleden ervan doordrongen dat het dragen van metaal het ruimtelijk transport in de weg zou staan. Men begon zich daarom als een razende te ontdoen van de metalen onderdelen van de kleding. Knopen werden afgerukt, BH-sluitingen weggeknipt. Zelfs de gulp van één van de mannen werd ijlings verwijderd. Dat ging met nogal wat opwinding gepaard, omdat het nog maar een paar minuten voor middernacht was. Met een verhoogde hartslag namen de groepsleden weer plaats in hun kring in de huiskamer.

Het middernachtelijk uur brak aan. Iedereen staarde naar de klok. Bij de laatste klokslag zou de hemel moeten openbreken – er gebeurde er niets. Daar bleek echter een simpele verklaring voor te zijn: ‘die klok loopt niet goed’, zei er één, ‘we pakken die andere klok erbij, die wel goed loopt.’ Dat was gauw gedaan, en weer zaten ze af te tellen, maar nu voor de andere klok, die nog enkele minuten te gaan had voor het twaalf uur zou zijn.

Ook die klok sloeg twaalf uur. Weer gebeurde er niets. Er waren geen andere klokken in huis die nog enkele minuten van geestelijke redding konden geven. De opwinding nam plaats voor verbazing en verslagenheid. De vloedgolf was nu nog geen zeven uur van hen vandaan, dus het beloofde ruimteschip was nu wel heel erg gewenst. De nacht kroop echter voort alsof er geen Zadanda en planeet Clarion bestond. De groepsleden hadden nog steeds hun overtuiging, maar waren bezig om het gebeuren – of liever gezegd, het uitblijven van enig gebeuren – te rijmen me hun geloof.

En dat lukte. Om 04.45 uur kwam er een nieuw buitenaards bericht binnen bij Dorothy Martin. Ze zat in haar stoel, haar ogen opgeslagen, haar rechterhand trillend de boodschap noterend op haar papier. Die boodschap kwam hierop neer, dat god had besloten om de wereld te sparen, vanwege het licht dat de groep had uitgestraald gedurende hun wake.

De wereld was dus niet niet vergaan ondánks hun geloof – nee, de wereld was gespaard gebleven dankzíj hun geloof. Deze conclusie pepte de groep zo op, dat van enige terughoudendheid en teruggetrokkenheid ineens geen sprake meer was. Er kwam een nieuwe euforie over de groep, en de hele wereld moest het weten. Kranten, televisie en radiostations werden gebeld en uitgenodigd om toch vooral het grote nieuws op te tekenen: Dorothy Martin en haar volgelingen hadden de wereld behoed voor de ondergang.

De wereld was dus niet niet vergaan ondánks hun geloof – nee, de wereld was gespaard gebleven dankzíj hun geloof.

De psycholoog Leon Festinger was getuige van een fenomeen dat dankzij dit experiment bekendheid zou krijgen: dat van de cognitieve dissonantie. Dit doelt op het verschijnsel dat de mens zijn denken en overtuigingen in lijn brengt met zijn handelingen, wanneer die op het eerste gezicht niet met elkaar in overeenstemming zijn. In feite hadden de groepsleden twee keuzes na het uitblijven van een nachtelijke ruimtereis: ofwel de conclusie trekken dat ze een stel enorme sufferds waren, ofwel het aanpassen van hun theorieën aan de gebeurtenis. Dat laatste leek hen het minst vervelend. Cognitieve dissonantie staat voor de geestelijke spanning die optreedt door de tegenstrijdigheid (dissonantie) tussen houding, gevoel, overtuiging en gedrag (cognities). Door een nieuwe uitleg te geven aan de verschillende cognities en zo de dissonantie op te heffen, verminderen mensen de mentale spanning die optreedt bij gebeurtenissen die tegenstrijdig zijn aan hun opvattingen.

Het afstemmen van je overtuigingen op je handelingen klinkt nogal opportunistisch. Een zichzelf serieus nemend individu zal eerder geneigd zijn te beweren dat hij zich gedraagt naar zijn principes – precies het tegenovergestelde dus. Maar, zoals de dief zei tegen de agent: ‘mijn kinderen moeten toch eten?’ De menselijke geest is flexibel genoeg om zichzelf te beschermen.

Festinger zou er een beroemd psycholoog mee worden. Volgens aardse documentatie overleed Dorothy Martin in 1988.

~ Michiel van Straten

Michiel van Straten is auteur van het onlangs bij uitgeverij Atlas-Contact verschenen boek Tien verdwenen dagen, over ‘de menselijke maat achter ons wereldbeeld’. Eerder publiceerde hij onder meer Zee van ijs en Onzeker op zee. Daarnaast schrijft hij voor diverse bladen, en is hij gecertificeerd schrijfdocent. Zie www.ontdekkingsschrijver.nl

Historiek is een onafhankelijk online geschiedenismagazine voor een breed publiek. We willen geschiedenis en actualiteit met elkaar verbinden en geschiedenisverhalen gratis toegankelijk maken.

Steun ons werk

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×