Stuk van het Jaar is een online verkiezing waarin gezocht wordt naar mooie, ontroerende en interessante schatten in Nederlandse archieven. De verkiezing vindt plaats in oktober, tijdens de Maand van de Geschiedenis. Gedurende deze maand zullen alle inzendingen, in een digitale expositie, online te zien zijn op de website www.stukvanhetjaar.nl. Iedereen wordt opgeroepen om te stemmen op zijn of haar favoriete stuk. De winnaar wordt eind oktober bekend gemaakt.
Bij Historiek zijn we dol op bijzondere archiefstukken en dus plaatsen we alle ingezonden stukken ook op onze site. Wat is uw favoriet?
Bekijk alle objecten van 2016 hier:
De deelnemers in alfabetische volgorde
In de loop der jaren zijn er veel theorieën geopperd over de locatie van het Straatje van Vermeer, waarbij onder andere de Voldersgracht, de Oude Langendijk en de Nieuwe Langendijk genoemd werden. De kunsthistoricus dr. F. Grijzenhout raadpleegde in zijn onderzoek in 2015 de rekening van de ontvanger van het kaai- en diepgeld, 1667-1668. Dat bleek een sleutelstuk te zijn want op folio 224v vond hij de zeldzame omstandigheid van twee poorten naast elkaar, tussen twee huizen in. Een van die huizen stond bovendien op naam van Ariaentgen Claes, een tante van Johannes Vermeer. Dat huis stond op de plaats van Vlamingstraat 40-42.
Deze catalogus van de Sub-Commissie voor Beeldende Kunsten (1913) werd gemaakt ter gelegenheid van de Tentoonstelling ‘De Vrouw 1813–1913’. De tentoonstelling – een initiatief van Mia Boissevain en Rosa Manus – die van 2 mei tot 1 oktober 1913 op het Amsterdamse landgoed Meerhuizen werd gehouden, had als doel een indruk te geven van de veranderde positie van vrouwen in de afgelopen eeuw. Naast aandacht voor thema’s als het vrouwenkiesrecht, onderwijs en huisindustrie, was er op het tentoonstellingsterrein een zaal met beeldende kunst van vrouwen. De dertig pagina’s tellende catalogus bestaat uit lijsten van de kunstenaars en hun kunstwerk ingedeeld naar kunstvorm (schilderijen, tekeningen, beeldhouwwerken), en een prijslijst. De voorkant laat de verschillende kunstvormen zien die vrouwen beoefenden. De commissie voor Beeldende Kunsten, onder presidentschap van de beroemde portretschilderes Thérèse van Duyl-Schwartze, selecteerde voor de tentoonstelling 357 kunstwerken.
De Westerborkfilm is misschien wel de meest bijzondere film van Beeld en Geluid. Niet alleen behoren de fragmenten uit de film tot de meest opgevraagde collectie-items voor hergebruik. Het fragment waarin het Sinti-meisje Settela Steinbach ons aankijkt vanuit een goederenwagon is een iconisch beeld geworden voor de transporten naar nazi-vernietigingskampen.De film is een onvergelijkbaar document uit WOII. Er is geen andere film bekend die het dagelijks leven in een doorgangs- of concentratiekamp op deze manier in beeld brengt. De shots van aankomende en vertrekkende treinen met wagons voor vervoer van Joden en Zigeuners zijn uniek.De maker, Rudolf Breslauer, is in 1944 in de holocaust omgekomen. De film is sinds 2015 in het publieke domein beschikbaar.
Door de eeuwen heen is er in Brabant voortdurend gezeik en gezeur over grenzen. Of het nu gaat om grenzen met naburige landen, provincies en gemeenten of de erfgrens met je buurman, vaak komen we er onderling niet uit. Meer dan eens moeten de helden van de juiste grenzen, de landmeters, uitsluitsel geven. Zoals hier, waar op de heide tussen Schijndel en Sint-Oedenrode door die van Rooi twaalf zandheuveltjes als grens zijn opgeworpen, die echter volgens die van Schijndel aan hún kant van de grens liggen. Daar moet met één maat gemeten worden… Daarom een afgemeten ode aan onze landmeters!
De brief van Lodewijk Napoleon uit de collectie van het CBG|Centrum voor familiegeschiedenis is van nationale betekenis. Prins Willem van Oranje landde 30 november 1813 op Scheveningen, vijf dagen eerder schreef Lodewijk zijn brief. Hierin biedt oud-koning Lodewijk zich aan zijn vertrouweling Krayenhoff aan als nieuwe koning. Ook raadt hij de Nederlanders een moderne, constitutionele monarchie aan, ongeacht de keuze voor een vorst. Lodewijk weet op dat moment niet dat een driemanschap al voorbereidingen treft om de prins van Oranje in te halen als constitutioneel vorst. Nieuwsgierig naar de achtergrond en inhoud van deze brief?
Grenzeloos nieuwsgierig en zonder enig ontzag voor natuur of historie – noch voor de reële grenzen, zoals die van het Kroondomein – lieten de heren Muller, Fries en Heymans zich in 1937 per auto-met-chauffeur over de Veluwe rijden. Het verslag dat de heer Muller hiervan maakte, is doorspekt met humoristische terzijdes en karikaturale tekeningen. In vliegende vaart reizen we langs grafheuvels, witte wieven en andere Veluwse eigenaardigheden. Drie balorige mannen op een uitje… het zou ergerlijk zijn, als het niet zo aanstekelijk was opgetekend. In één woord: kostelijk!
De oudste lijnrechte grens ter wereld loopt tussen Drenthe en Groningen. Het gaat om de Semslinie die in 1615 midden door het veen werd uitgezet door de landmeters Johan de la Haye en Johan Sems. Zoals zo vaak moest de grens een eind maken aan jarenlange conflicten. Maar na de uitbakening van de Semslinie begon het geharrewar opnieuw, vooral omdat Groningen niet kon accepteren dat het klooster ter Apel op Drents grondgebied kwam te liggen. De voortgang van de vervening en de aanleg van het Stadskanaal leidden uiteindelijk tot de ingreep van koning Willem I. Hij besloot dat een convenant moest worden opgesteld over de aanleg en het gebruik van het Stadskanaal en de ‘definitieve afdoening inzake de geschillen der territoriale limiet’. In 1817 kwam het Koninklijk Besluit tot stand, waarbij de Semslinie slechts voor een gedeelte als provinciegrens werd erkend en vandaar een nieuwe lijn werd gevolgd, die er toe leidde dat het Klooster Ter Apel binnen de provincie Groningen kwam te liggen.
Het Stuk van het Jaar van het Drents Archief is een kaart uit 1764 van het grensgebied en de Semslinie, getekend door landmeter E. Beuker in opdracht van het bestuur van Drenthe. De afbeelding laat een detail van de kaart zien.
Op de foto is een Duits vliegtuig (dubbeldekker) te zien met een hakenkruis op het richtingsroer. Het toestel is omgeven door toeschouwers. Het maakte een noodlanding, net op Nederlands grondgebied, op de grens tussen Megchelen en Netterden. Op de voorgrond liggen planken over het grenskanaal de Lander of Landeweer waarover het vliegtuig op Duits grondgebied werd terug geschoven.
Een opmerkelijke foto van een potentieel gevoelige gebeurtenis anno 1935. De grensoverschrijding ten gevolge van een noodlanding van het Duitse vliegtuig op Nederlandse bodem, had in die tijd van internationale spanningen opgeblazen kunnen worden tot een grensincident. Echter, onder toeziend oog van een veldwachter en met streekeigen naoberhulp(burenhulp) werd het probleem praktisch opgelost. Het Duitse vliegtuig werd in goede sfeer en zonder verdere ophef de landsgrens over geduwd, terug naar de Heimat met deze unieke foto als herinnering.
“Einstein is in Leiden – in Leiden is Einstein”
Dit schreef Paul Ehrenfest in 1919 aan zijn vriend Albert Einstein in een poging hem naar Leiden te halen. Van 1920 tot 1946 was Einstein bijzonder hoogleraar aan de Leidse universiteit, wat betekende dat hij geregeld voor een aantal weken per jaar naar Leiden kwam. Als buitenlander had hij daarvoor wel een identiteitskaart van de vreemdelingenpolitie nodig. Einsteins identiteitskaart staat symbool voor de toegevoegde waarde van open grenzen in een kenniseconomie. De grenzen van tijd en ruimte werden in Leiden verkend door de Duitser Einstein, de Oostenrijker Ehrenfest, de Engelsman Eddington en de Nederlanders De Sitter en Lorentz.
Pentekening van een kanon met drakenhoofd uit Brunei. Dergelijke bronzen kanonnen werden gebruikt tijdens oorlogen, waaronder tegen de Spaanse bezetters in de zestiende en de Britse in de negentiende eeuw. De tekening is gemaakt door een expat in Brunei als illustratie bij een wetenschappelijk onderzoek over deze kanonnen. Deze tekst is later naar het Engels vertaald door een Brits-Nederlands echtpaar wiens dochter in Brunei woonde. De EAC-archivaris die de tekening verworven heeft, noemde deze grensoverschrijdende samenwerking een “mooie wisselwerking tussen kunst en kennis… een prachtig voorbeeld van hoe leven in een ander land onverwachte mogelijkheden kan bieden.”
Aan het einde van de zestiende eeuw werden de grenzen van de Republiek regelmatig opnieuw getrokken. Zo ontzetten de troepen van prins Maurits op 25 juli 1591 het fort Knodsenburg bij Nijmegen, dat al een tijd lang belegerd werd door de hertog van Parma. De prins en de hertog waren aan elkaar gewaagd: Knodsenburg bleef van Maurits maar Parma wist het grootste deel van zijn troepen veilig terug over de Waal te krijgen. 1-0 voor Oranje, maar de wedstrijd was nog lang niet gespeeld!
Gemert was een commanderij van de Duitse Orde. Er is lang geprocedeerd om het riviertje de Snelle Loop, dat gedeeltelijk de grens van de commanderij vormde. Het grensconflict tussen Gemert, Aarle, Beek en Rixtel ging over de grens van het grondgebied, het onderhoud van de gemeenschappelijke wal of gracht en over de boete als het vee op verkeerd grondgebied kwam. Deze kaart is in 1599 gemaakt. Rechtsboven ligt hoeve Scheepstal met de watermolen in de Aa. Links ligt Gemert met de galgen op Milschot. Onderaan liggen Beek en Aarle. De weg van Milschot – Grotel naar Scheepstal is aangegeven met poppetjes.
In 1637 maakte landmeter Adriaen Cornelissen Smallegange een prachtig kaartboek met allerlei details van een gedeelte van Oost-Zuid-Beveland. We zien met name de dorpen Valkenisse, Waarde en het gehucht Gawege. Kerken, molens, boerderijen en andere huizen, watergangen, en wachtschepen op de Westerschelde worden secuur getekend. Deze wachtschepen liggen voor het nauwkeurig weergegeven fort Keizershoofd, dat ten zuiden van het dorp Valkenisse heeft gelegen. Tussen 1631 en 1648 heeft dit gefungeerd als extra slot op de deur van Zuid-Beveland.
Onder nummer 8 in het begraafboek van de Waalse Kerk in Naarden staat de beroemde auteur van de Janua Linguarium Reserata (1631): Jan Amos Comenius (1592-1670). Deze Tsjechische pedagoog, filosoof en theoloog moest vaak asiel zoeken. Vanaf 1656 werkte hij in Amsterdam. Toen hij zijn laatste grens – die tussen leven en dood – overschreed, kreeg hij zijn laatste rustplaats in Naarden. Zijn lesboek Janua werd in het Nederlands vertaald als Portael der saecken en spraecken (1642). Hierdoor geldt Comenius als de grondlegger van het moderne taalonderwijs. Zijn leerlingen moesten geen woordjes en abstracte grammaticaregels stampen, maar leerden die in zinsverband en met een plaatje. Na de Bijbel was Comenius’ Janua in diverse vertalingen het meest verspreide boek in 17de-eeuws Europa. Net als hijzelf was zijn levenswerk een grensganger zonder weerga, dat hem vér overleefde. Veel scholen en educatieve programmas zijn naar hem vernoemd. Naast het mausoleum is er in Naarden een museum over Comenius.
Dankzij een politieverordening stond Schiedam in 1912 in de landelijke belangstelling, maar niet ten goede. Het gemeenteraadslid C.H. Scheffers had zich tijdens een raadsvergadering vreselijk opgewonden over het zedeloze gedrag van paartjes in het Sterrebos. Na wat politiek getouwtrek stelde de gemeenteraad verordening nr. 22 vast. Het was niet toegestaan Dzin gezelschap met iemand van andere kunne, te zitten of liggen op openbare wegen of dijken of op hun bermen, glooiingen of onderkantdz. Tenzij de twee gehuwd of bloedverwant waren… Schiedam was in de landelijke pers wekenlang mikpunt van spot.
Reizen in de tijd van Napoleon ging niet zomaar. Voor elke reis moest je, tegen betaling van twee francs, een paspoort aanvragen. In dat paspoort stond precies hoe je eruit zag, pasfoto’s waren er tenslotte nog niet! Op de foto staan paspoorten uit Kuinre, met name van koopmannen die richting Amsterdam reisden. Het zijn ‘chirografen’: onregelmatig gesneden akten die als puzzelstukjes in elkaar geschoven kunnen worden om de echtheid te bewijzen. Een deel was voor de reiziger en een deel voor het plaatselijk bestuur. We zien hier een compleet paspoort. Op het reizigersdeel zijn de nodige sporen achtergebleven
Tot 1966 vormde het Noordzeekanaal tussen Zaandam en Amsterdam niet alleen een gemeentegrens, maar ook een barrière voor het wegverkeer. De oplossing was een directe verkeerstunnel tussen Zaandam en Amsterdam. Halverwege de jaren ’50 was de Coentunnel nog niet meer dan een naambordje in de Achtersluispolder tussen Zaandam en Amsterdam. Op deze plek zou in 1966 – nu 50 jaar geleden –één van ’s lands bekendste verkeerstunnels en –knooppunten verrijzen; de Coentunnel, die de Zaanstreek (en de rest van Noord-Holland) uit een isolement zou verlossen.
Sluit dit archiefstuk – Stem op dit ‘Stuk van het Jaar’
Zijn vluchtelingen welkomin Nederland? In 1914 wel. Meer dan een miljoen Belgische vluchtelingen zochten, kort na het uitbreken van WO-I, hun heil over de grens in Nederland. De stad ‘s-Gravenzande ontfermde zich over 82 van hen (waaronder 44 kinderen). Bij gebrek aan een geschikte opvanglocatie werden de vluchtelingen ondergebracht in pakloodsen van de groenteveiling. De lokale bevolking zamelde geld, kleding en speelgoed in om “die arme drommels” de verschrikkingen van de oorlog te doen vergeten. Op de foto zien we Francois van Eijck, Rosalia Comijn en de 42 andere kinderen verzuchten “wat duurt die oorlog lang”.
Deze indringende zwart-wit foto is geschoten in het voorjaar van 1916: te midden van de Eerste Wereldoorlog. Het is de oudste afbeelding van een rugbyinterland in Nederland. De spelers die op het veld staan, zijn dé belichaming van de dagelijkse invloed die de oorlog op het leven in Leeuwarden had: dit waren namelijk uit Groningen geïnterneerde Engelse en Schotse militairen. Op de sportvelden bij de Wilhelminabaan proberen deze mannen de rauwe realiteit van de Grote Oorlog te ontvluchten. Deze foto is daarmee een zoektocht naar verbroedering en veiligheid in een tijd waarin deze waarden verre van vanzelfsprekend waren.
Onder stadhouder Prins Maurits werden eind 16e eeuw tijdens de tachtigjarige oorlog veel steden van nieuwe aarden wallen voorzien, in plaats van de oude stenen vestingwerken. Op deze kaart ziet u een voorstel voor de nieuwe vestingwerken van de stad Deventer, gemaakt door Andries de Roy in 1599. Het is een van de oudste kaarten van Deventer in het archief. Dit voorstel is opgevouwen opgestuurd aan de stadhouder Prins Maurits; je ziet de vouwen nog in het perkament. Het meest bijzonder is echter zijn handtekening, die hij ter akkoord op het ontwerp zette. Maar let goed op, niet in het Nederlands maar in het Frans: Maurice de Nassau!
Bevel op een vodje: hoe de Chinese Communistische Partij naar Kanton verhuisde door toedoen van een Nederlander PHILIPP, schuilnaam van de internationale Nederlandse revolutionair Henk Sneevliet, reisde in juli 1922 namens de Russische communisten naar Shanghai. Hij moest de Chinese Communistische Partij, die hij een jaar eerder had helpen oprichten, ervan overtuigen om samen te werken met de nationalisten in Kanton. Dat lukte. De Chinese communisten verhuisden hun hoofdkwartier. Om een jaar later weer terug te verkassen.
Sneevliet is nog steeds een bekend historisch figuur in China. In 2009 was er een tentoonstelling over zijn leven. In 2017 weer. Het archief van Henk Sneevliet wordt bewaard door het IISG. Het bevel op een vodje maakt daar deel vanuit.
Auto’s in pastelkleuren rijden door Zwitserland de grens over naar Italië. De vrouw tuurt in de verte, ze is onderweg naar iets, een spannend gevoel dat net als de setting ook nu nog erg herkenbaar is. We schrijven 1965, maar in kleur vervagen de grenzen tussen toen en nu in deze kleurendia van Luc Timmers. Vanaf 1939 richt fotograaf Timmers, als reactie op de oorlog, zijn aandacht op het overbrengen van positieve waarden zoals op reis gaan voor plezier, Hoe kan dat beter dan in kleur? In dit kleine object gaat een groter verhaal schuil, en is daarmee een absolute parel van het Nationaal Archief.
Sommige archiefstukken trekken direct de aandacht. En hoe beter je er naar kijkt, hoe meer indruk het maakt. Zo ook deze foto van de eenzame solexrijder. De foto dateert van eind jaren 60. Waar de foto precies vandaan komt is onduidelijk. Wie de fotograaf is weten we ook niet. Maar het beeld is treffend, de enorme leegte van het net drooggelegde Zuidelijk Flevoland is bijna tastbaar. De plankieren die het lege gebied doorkruisen, maken de oneindigheid nóg oneindiger. We weten niet veel over deze foto, maar duidelijk is dat een beeld meer zegt dan 100 woorden: een icoon van het nieuwe land…
Eind januari 1941 verschijnt in de Haagsche Courant een kleine maar in het oog springende geboorteadvertentie. Het kindje Irene Beatrix Juliana Wilhelmina is geboren. Je kind vernoemen naar leden van het koningshuis is tijdens de Tweede Wereldoorlog een vorm van klein verzet. De advertentie lokt duizenden reacties uit. Vanuit het hele land krijgt het gezin kaarten en gedichten en ook andere ouders geven hun pasgeboren kinderen koninklijk namen. Wie begon dit verzet? Vroedvrouw Nelia Epker. Een reactie van de Duitse bezetter kan niet uitblijven. Nelia wordt opgepakt en naar concentratiekamp Ravensbrück gestuurd. Gelukkig overleeft zij de oorlog en hervat haar praktijk. De op het eerste oog redelijk onschuldige actiebrieven zijn bewaard gebleven. De kaarten en brieven zijn in te zien in de studiezaal van het NIOD.
Vanaf 1857 opende de brandverzekeraar De Nederlanden van 1845 agentschappen in het buitenland. Binnen 50 jaar waren er meer dan 400 over de hele wereld. Om de agenten te controleren en risicos te onderzoeken werden er zogenoemde foreign inspectors op pad gestuurd. Zij maakten verslag van hun belevingen die ze naar het hoofdkantoor stuurden. Samen met fotos, tekeningen en kaarten werden deze ingebonden. In totaal zijn er 21 ingebonden reisverslagen bewaard gebleven, ze geven een rijkdom aan informatie over populatie, risicos, wetten en tradities in landen waarin De Nederlanden actief was.
Sluit dit archiefstuk – Stem op dit ‘Stuk van het Jaar’
Op 29 april 1917 spoelt het lijk van een manspersoon, vermoedelijk kaffer aan op het strand van Zandvoort. Een vrijwel onaangetaste identiteitskaart onthult dat hij Sikaniso Mtolo heet en afkomstig is uit Zuid-Afrika. Samen met Sikaniso verliezen nog eens 823 mannen het leven bij de schipbreuk van de SS Mendi. Afrikaanse mannen op weg van Kaapstad naar Frankrijk om te werken in het Britse leger. Van meevechten kon geen sprake zijn, want dat zou de grens tussen zwart en blank kunnen vervagen. De papieren van Sikaniso Mtolo herinneren aan de tragische afloop van deze 824 levens.
Op vakantie naar het buitenland – een hele belevenis in de jaren ’60! En ook al blijven de meeste vakantiegangers in Europa, ook daar moet je wennen aan ander eten, een andere taal en andere gewoonten. En betalen in een andere munt. Voor je op vakantie ging dus bij de bank alvast guldens wisselen voor marken, franken, lires of ponden. De Boerenleenbank maakte daar deze wervende affiche voor, opgebouwd van lapjes stof. Met de komst van de euro is betalen binnen Europa veel eenvoudiger geworden. En toch, betalen met die vreemde munten en bankbiljetten had ook zijn charme.
Hollandse zeelui zochten de grenzen van de bewoonde wereld op. Daar waren de omstandigheden soms extreem en ongekend. Aerjen Jansz. Ruijs uijt de Zijpe schreef (en tekende!) het op in zijn journaal. Op een walvisvaarder voer hij in 1783 en 1784 naar Spitsbergen en Groenland. Hij schrijft over de felle kou en het ijzige landschap. Zijn inktkoker bewaarde hij in zijn ondertasje tegen bevriezing. Zijn beschrijving van de inheemse bevolking is letterlijk beeldend. Hij tekent een Inuit in een Kajak. De verstandhouding met het volk was goed. Op het dek van het schip werd eens gedanst met Inuit-vrouwen die handel kwamen drijven. Volgens Aerjen was het heel drollig. Het reisjournaal is te vinden in de Collectie Aanwinsten, inv.nr. 1582.
Problemen waar migranten mee te maken krijgen, halen regelmatig de krant. Dat is niet alleen nu zo maar ook twee eeuwen geleden. In de zomer van 1819 bereiken ongeveer 2000 Zwitserse migranten de regio Dordrecht. De bedoeling is in ‘s-Gravendeel aan boord te gaan om in Brazilië een nieuw bestaan op te bouwen. Maar de zeeschepen zijn nog niet aangekomen. Een periode van vijf weken wachten in beroerde omstandigheden volgt. De Nederlandse overheid en burgers bieden hulp. Begin september kan ruim de helft van het gezelschap vertrekken. Maar zo’n 800 anderen moeten eerst naar Texel om van daaruit aan de lange reis te beginnen. De Dordrechtsche Courant bericht uitgebreid over de barre situatie van de Zwitsers. De jonge Izaak Schouman kiest voor een andere aanpak: hij tekent het gezelschap alsof het een gezellige picknick is.
De katholieke emancipatie was begin twintigste eeuw op haar hoogtepunt. Nijmegen, de stad waar het katholicisme bezig was aan een spectaculaire comeback na eeuwen van een rol in de marge, was prominent in beeld als locatie voor het nieuwe centrum van katholiek Nederland.
Net buiten de stadsgrenzen van Nijmegen zou een basiliek van megalomane proporties moeten verrijzen die zich zou kunnen meten met de Sacré Coeur in Parijs. Als locatie werd gekozen voor de Bakkersberg, die met het oog op de op te richten kerk alvast werd omgedoopt tot Sionsberg. De basiliek zou het kloppende hart moeten worden van het nieuwe centrum van het herboren katholicisme in Nederland: het Nieuwe Jeruzalem, met kerken, kloosters, monumenten, musea, een universiteit en wooncomplexen voor katholieken. Een Heilig Land in eigen land. Het beginkapitaal, bijeengebracht met hulp van Paus Pius IX en de Nederlandse bisschoppen, werd ondergebracht in een speciale stichting: de Heilig Land Stichting. De archieven van deze stichting zijnonlangs overgebracht naar het Regionaal Archief Nijmegen.
Door geldgebrek en verschillen van inzicht liepen de plannen voor een Nationale Basiliek uiteindelijk stuk. Wat rest in het archief zijn de grenzeloos ambitieuze plannen en meertalige brochures voor de Nationale Basiliek van het Allerheiligste Hart van Jezus.
In januari 1861 vond de laatste grote overstroming van het Rivierengebied plaats. De nood was groot en verschillende hulpacties volgden. De Tielse drukker Campagne gaf een kaart uit van het arrondissement Tiel waarvan de opbrengsten ten goede kwamen aan de talloze slachtoffers van de watersnood. Deze kaart toont de dijken en de plekken waar zedoorgebroken waren. Het water hield zich niet aan de door mensen opgeworpen grens. Het is ruimte geven en nemen voor mens en water en soms zullen we onze grenzen moeten verleggen..
Sluit dit archiefstuk – Stem op dit ‘Stuk van het Jaar’
De Tilburgse muurkrant, het blosje op de wangen van de stad
“Stadhuis bekent corruptie”, “Foute wouten”, “Stomp niet af, stomp terug”, “Vreten op aarde”. Vanaf 1978 verschenen met grote regelmaat zeefdrukaffiches met pakkende koppen op de Tilburgse muren. Ze werden geplakt op in het oog springende plaatsen als fabriekspoorten, bushaltes, in drukke winkelstraten. Regionaal Archief Tilburg bezit een grote verzameling muurkranten en koestert ze. Het taalgebruik was vol actie en verontwaardiging, zoals te lezen is in “Vette friet in Tilburg”: “…een bus vol hogemieters uit Brugge aangevoerd. Ze willen van Beton en Winst van Tilburg leren hoe je de stad afbreekt met inspraak, zó dat het volk toch koest blijft”. In 1995, na 17 jaar, stopt de muurkrant Tilburg. Zijn de aangekaarte misstanden opgelost? Welnee, de giftrein rijdt nog steeds, er zijn nog steeds te weinig handen aan het bed. Internet, weblogs en Twitter, daar kun je 24/7 moeiteloos je boodschap kwijt. De stad werd er een stuk saaier op.
Op 14 december 1821 werd bij het Maastrichtse vondelingenhuis een jongetje aangetroffen. Bij de baby lag een dotje oranje wol en een briefje in het Frans geschreven. De vertaling luidt:
“ik onderteken en verklaar dat ik een jongetje heb dat Henri heet; als kenmerk heeft hij in zijn windels een briefje met een kluwen ‘gele’ wol”.
Hij was ongeveer vier weken oud en kreeg de naam Hendrik Kluwe (verwijzend naar de wol). Zeer waarschijnlijk is hij gebracht uit Luik, destijds de spil in een netwerk van Waalse vondelingen naar Maastricht. Dit kindje heeft nog slechts drie dagen geleefd.
Gerrit Praalder, landmeter van het Hof van Utrecht, 1782. De manuscriptkaart van de Groote Rondeveense Polders werd in 2000 in erbarmelijke staat ontdekt. Pas na een ingrijpende restauratie bleek hoe speciaal de kaart is. De polders van De Ronde Venen zijn uniek in Nederland vanwege hun bijzondere vorm als gevolg van de ronde veenheuvel waaruit het gebied vroeger bestond. De kaart toont de situatie zoals die eind achttiende eeuw bestond en bied daarmee een bijzonder inkijkje in de oer-Nederlandse geschiedenis van veenontginningen. De grens tussen water en land schoof in de jaren na het maken van de kaart steeds verder op in het voordeel van het water door de grote vraag naar turf. De kaart laat de grenzen en oppervlakten van de verschillende polders van De Ronde Venen zien, en toont tevens de grens tussen het vroegere Sticht en Holland.
De moddervlekken op deze kaart en een aantekening op de achterzijde vertellen een bijzonder verhaal. Op de achterkant staat geschreven: “Gevonden op onze 3e Oosterbeek expeditie na de evacuatie op de Graaf v. Rechterenweg, Allerzielen 1944”. De kaart is gebruikt door de geallieerden tijdens Operatie Market Garden en vervolgens, meer dan een maand later, buiten op straat gevonden. Hij is deels beschadigd en de resten van moddervlekken zijn duidelijk te zien. Het betreft een militaire stafkaart van Zevenaar gemaakt in 1944 in Washington D.C. door de Army Map Service. Informatie van Duitse en Nederlandse kaarten is hiervoor gedeeltelijk herzien op basis van recentere luchtfotografie. Bovenaan is genoteerd: “For use by War and Navy Department Agencies only”. Er zijn nog vier andere, vergelijkbare stafkaarten gevonden in Oosterbeek: van Doesburg, Harskamp, Millingen en ‘ s-Hertogenbosch. Al deze kaarten zijn te bekijken op www.gelderlandinbeeld.nl.
In 1976 trokken de eerste inwoners van Almere in hun huizen, in stadsdeel Almere-Haven. Enkele jaren later, rond 1980, viel voor het eerst het woord kerncentrale in verband met de Noordoostpolder. In de polder was nog ruimte te over en de landelijke overheid zag mogelijkheden voor een kerncentrale of een opslagplaats voor radioactief afval. Niet in mijn achtertuin dachten de Almeerders, inmiddels zon 12.000 mensen. Landdrost en wethouders maakten duidelijk hoe de meeste Almeerders erover dachten: onder alle stadsdeelborden verschenen bordjes met Kernwapenvrije gemeente. De borden duidden niet alleen de stadsgrenzen aan, maar ook de grenzen van de inwoners van de stad.
Op 8 juli 1893 steeg aeronaut Léon Mary op uit de tuin van het Paleis van Volksvlijt in Amsterdam. De kapitein en zijn luchtballon ‘Koningin Wilhelmina’ werden door de beroemde fotograaf Jacob Olie haarscherp vastgelegd terwijl op de vaste grond honderden toeschouwers ademloos toekeken. De uitvinding van de luchtballonvaart deed grenzen vervagen en maakte het onbereikbare bereikbaar. Helaas voor Mary was zijn tocht van korte duur. Het losgekomen anker bleef hangen aan de telefoondraden en kroonlijsten van nabijgelegen huizen. De kapitein en zijn passagier moesten uiteindelijk gered worden door politie en omstanders die in grote getalen op de daken waren geklommen.
In 1793 trokken troepen van de Franse Republiek de grens van de Republiek der Verenigde Nederlanden over. Om daar de bevolking te ‘ bevrijden’ van het regime van de Nederlandse stadhouder Willem V. Op deze gouache staan de Franse militairen naast een kanon waarop geschreven staat dat zij hiervoor bereid zijn de grens van leven en dood te overschrijden: “La Liberté ou La Mort”. Breda was één van de eerste plaatsen die de soldaten veroverden. De tekening staat in het handgeschreven boekje “Dag Verhaal over de gebeurtenissen te Breda tijdens de Franse inval in februari 1793”, opgesteld door de Bredase notaris Andries Oukoop.
Deze kaart toont niet alleen de oude grenzen maar ook de nieuwe grenzen van de stad Kampen. Het door de gemeenteraad in 1948 vastgestelde uitbreidingsplan is naast een juridisch document een soort gebiedsvisie dat aangeeft in welke richting de stad zich zou moeten gaan ontwikkelen. De wethouder stelde in de raad destijds: “Als te zijner tijd dit uitbreidingsplan mag worden verwezenlijkt, dan zal een volgend geslacht ons ook beoordelen, naar wat we thans gaan besluiten. Welk gezicht zal Kampen straks krijgen?……”
Het is aardig om te zien dat de structuur van de stad niet wezenlijk is veranderd. Het plan is destijds gemaakt door de bekende architect Prof. N. Landsdorp. Juridische geschillen werden tot in de 21ste eeuw getoetst aan de hand van dit plan. Het uitbreidingsplan is verder de basis geweest voor een groot aantal bestemmingsplannen voor nieuwe stedenbouwkundige ontwikkelingen (woonwijken etc.) in Kampen.
Het fraaie afficheontwerp uit 1938 van Jac. Jongert (1883-1942) van Van Nelle Cirkel Koffie, is van een niet te evenaren kwaliteit en schoonheid.
De Van Nellefabriek (sinds 2014 werelderfgoed) en het Van Nelle-archief vertellen samen het verhaal van een bijzondere bedrijfsgeschiedenis: wereldgeschiedenis in een wereldhavenstad. De vormgeving van de uit de jaren twintig stammende fabriek (licht, lucht en ruimte) is beeldbepalend in de wereld van de architectuur. Daarnaast werd de vormgeving van de in- en externe uitingen van het bedrijf beeldbepalend in de wereld van de reclame, met name dankzij de vormgeving van Jac. Jongert.
Het Stadsarchief Vlaardingen gooit verzetskrant De Luistervink (mei 2016), gemaakt door Ayca, Boutaina en Sahra uit groep 7 van basisschool De Klinker, in de strijd. Een jong, springlevend en kleurig archiefstuk dat sprankelt te midden van de vele eminences grises die liggen te rusten op de archiefplanken….. Grenzen van tijd verdwijnen door het feit dat wat vandaag gebeurt, morgen alweer geschiedenis is. En andersom. Dat wat al lange tijd geleden gebeurd is, tóch ineens zo grenzeloos dichtbij kan komen. Luister maar. Geïnspireerd door het tragische verhaal van de allereerste verzetsgroep in de Tweede Wereldoorlog, De Geuzen, kwam deze verwerkingsopdracht tot stand. Samen met 700 andere basisschoolleerlingen bezochten deze drie meisjes tijdens een digitaal aangeboden project over dit onderwerp het Stadsarchief. In de depots speurden ze naar de processtukken van de gearresteerde en de ter dood veroordeelde verzetsstrijders. De vondst en de beleving ervan, die diepe, diepe indruk maakten, werden vastgelegd in de verzetskrant, een nieuw archiefstuk dat tot in lengte van jaren bewaard zal worden.
Deze oorkonde hoort bij een schilderij dat op 4 september 1925 aan het gemeentebestuur van Hilversum werd aangeboden. Het schilderij, gemaakt door kunstenares Adri Pieck, stelt een groep Hilversumse stratenmakers voor aan het werk op de Utrechtseweg in Hilversum. Op het diploma zijn naast architect Dudok ook alle stratenmakers genoemd. Het schilderij werd door hen aangeboden als blijk van waardering voor het feit dat de gemeente 12,5 jaar eerder het verharden van straten in eigen beheer had genomen. Omdat de oorkonde context geeft aan het schilderij, maakt deze het geheel tot een uniek tijdsdocument!
Piet Mommersteeg passeerde in 1927 vele grenzen. Op z’n 30e reisde hij naar Syrië (Damascus), via Caïro en Israël. In één van zijn brieven aan zijn ouders schrijft hij: We komen het oorlogsgebied in. […] Bij de meeste bruggen grootte prikkeldraad versperringen. De kleine dorpen langs de lijn zijn alle voorzien van een groot militair kamp. De militairen beheersden de heele lijn. Damascus is ook nog in volle oorlogsuitrusting. […] In de straten liggen op sommige punten nog formeele barricades opgeworpen waarbij Fransche soldaten de wacht houden. […]. Deze indrukwekkende reis was slechts het begin van zijn vele reizen en boeiende carrière, één die van grote betekenis is geweest voor Nederland.
Het is mei 1828. Willem Post is geboren en getogen Gouwenaar en vraagt bij het ministerie van Buitenlandse Zaken een paspoort aan. We weten niet wat Willem in het buitenland gaat doen. Waarschijnlijk handel drijven. Maar waarin? Op zijn paspoort staat hoe hij eruit ziet: bruine haren, blauwe ogen, een grote neus en een baard. Hij is 1,65 meter lang en heeft een bijzonder kenmerk: hij is “un peu sourd”, een beetje doof. Willem heeft zijn paspoort intensief gebruikt, want het is gehavend en op de vouwen geplakt. Het leukste is, dat we precies kunnen nagaan waar Willem is geweest. De vele stempels op de achterkant tonen aan dat hij naar Genève en Milaan is geweest. Volg je Willem mee op zijn reis?
Kleurige klapstoeltjes, het volkswagenbusje, zelf meegebrachte conservenblikken en een stapel ansichtkaarten: dit filmpje geeft een prachtig tijdsbeeld van een vakantie in de jaren zestig. Na de wederopbouw gingen Nederlanders steeds vaker op pad naar het buitenland, vaak in hun nieuw aangeschafte auto’s.Na een oproep om beeldmateriaal in te leveren, meldde Albert Blokker zich in 2015 bij Het Utrechts Archief met een flinke stapel films. Deze oud-beroepsmilitair en enthousiast amateurfilmer had in de jaren ’60 en ’70 tientallen scènes uit het alledaagse leven vastgelegd op 8-millimeter kleurenfilm. In dit fragment zie je beelden van een vakantietrip die Albert samen met zijn verloofde Bep maakte naar het Duitse Rüdesheim.
Het had maar heel weinig gescheeld of dit prachtige middeleeuwse register was door grensoverschrijdend gebruik verloren gegaan! Het gaat om een in de 2e helft van de 15e eeuw aangelegd register van handvesten, privileges, keuren en overeenkomsten van de stad Edam. Oorspronkelijk behoorde dit boekje waarschijnlijk toe aan Jan Roelzn., een stadsbestuurder. In 1858 werd het echter in het toilet van ene Arend Nicolaas gevonden, die het als wc-papier wilde gebruiken! Gelukkig werd het register nog net op tijd ontdekt door zijn kleinzoon. Dit tot frustratie van opa, waar moest hij nu papier vandaan halen? Deze bijzondere vondst wordt achterin het register beschreven in een aantekening uit 1943 van W.P. Costerus , de zoon van de redder.
In 1638 maakte de Hoge Raad een inspectietocht over de Westfriese Omringdijk, de grens van Westfriesland. Daarvan is het verslag bewaard gebleven, een dik handgeschreven boek. Deze ‘demonstratie’ is geen gezellig reisverslag. De deelnemers aan de tocht noteerden pijnlijk accuraat hun bevindingen. Meegereisde landmeters verwerkten alles op fraai getekende kaarten. De tocht over de dijk werd gemaakt aan het begin van het ‘Groot Proces’, dat tot maar liefst 1695 duurde. In Westfriesland was er toen een conflict over de verdeling van de onderhoudskosten van de dijk. De ‘demonstratie’ brengt het onderwerp van de soms hoog oplopende discussies uitgebreid in beeld.
Informatie afbeelding: een kaart met een deel van de Westfriese Omringdijk en de bijbehorende aantekeningen uit het verslag. Op de kaart staat Hoorn en het aangrenzende deel van de dijk afgebeeld. In het detail uit het verslag worden drie watermolens beschreven die zijn terug te vinden op de kaart.
Nog voor de oprichting van de vereniging voor vreemdelingenverkeer op Walcheren bracht de Belgische spoorwegmaatschappij ‘Mechelen-Terneuzen’ vanaf 1890 dagjestoeristen in de zomermaanden op zondagen naar het eiland. De vooruitstrevende onderneming regelde dagkaarten tegen half tarief inclusief een paardenkoets van trein naar haven en een bootdienst over de Westerschelde. In 1892 werden de ‘pleizierreizigers’ letterlijk over de grens gelokt met dit kleurige affiche met goudopdruk. Het Belgische marketingmiddel was gemaakt in Middelburg, – dat dan weer wel.