In Utrecht hebben archeologen een zogeheten eendenkooi uit de zeventiende eeuw opgegraven. Door het onderzoek hopen de archeologen meer te weten gekomen over het bijna verdwenen ambacht van de kooiker.
Het is voor het eerst dat in Nederland een verdwenen eendenkooi in zijn geheel wordt opgegraven. De kooi bevindt zich bij de Strijkviertel en was vroeger ongeveer 130 bij 40 meter. Hij bestond uit een kooiplas met vier vangpijpen. Nadat de eendenkooi in de achttiende eeuw uit gebruik raakte, werd hij opgevuld met grond. Bij de recente opgraving zijn de kooiplas en de vier vangpijpen teruggevonden. De opgraving vindt plaats voorafgaand van de bouw van een duurzaam bedrijvenpark.
In Nederland is van ruim vijftienhonderd eendenkooien het bestaan bekend. Tegenwoordig zijn daar nog zo’n honderd van over. De eendenkooien waren oorspronkelijk bedoeld om eenden te vangen voor consumptie. De beheerder van de kooi, de ‘kooier’, gebruikte hiervoor gekortwiekte lokeenden die dagelijks werden gevoerd. Tot halverwege de twintigste eeuw werden de eendenkooiennog gebruikt. Sommige eendenkooien zijn bewaard gebleven en hebben tegenwoordig een educatieve functie of dienen als voorbeeld van een oud ambacht.