Op 24 juli 1974 – ruim zeven jaar nadat kolonels de macht hadden gegrepen – werd de democratie in Griekenland hersteld. Deze mijlpaal in de moderne Griekse geschiedenis wordt ieder jaar herdacht.
President Prokopios Pavlopoulos legde woensdagochtend in het Eleftherias Park een krans voor de buste van Spyros Moustaklis, een legerofficier die werd vervolgd en gemarteld vanwege zijn actieve verzet tegen de junta. ’s Avonds is in de tuin van de presidentiële ambtswoning de traditionele receptie, die zal worden bijgewoond door alle politieke leiders.
Staatsgreep
staatsgreep in Griekenland. Toen de ochtend aanbrak was Griekenland in handen van de militairen en zaten alle vooraanstaande politici, inclusief premier Panagiotis Kanellopoulos, vast.De grootste bondgenoot van de Griekse junta waren de Verenigde Staten (die ook wapens leverden aan het kolonelsregime) die het rechtse regime prefereerden boven een linkse regering. In mei 1967 stonden namelijk verkiezingen gepland in Griekenland en het had er alle schijn van dat de centrumlinkse partij van voormalig premier Georgios Papandreou als winnaar uit de bus zou komen.
De junta voerde een zwaar repressief regime: de persvrijheid werd afgeschaft, van communisten werd het staatsburgerschap afgenomen en er werd een avondklok ingesteld. Mensen met linkse sympathieën of kritiek op het regime verdwenen achter tralies of werden naar strafkampen op de eilanden gestuurd. Ook theater, muziek en andere culturele uitingen kwamen op een zwarte lijst te staan.
De val van de junta
De studentenopstand van 17 november 1973 geldt als het hoogtepunt van het verzet tegen het kolonelsregime. De opstand op de Polytechnische Universiteit in Athene werd met geweld neergeslagen toen het leger met tanks het gebouw bestormde. Volgens officiële cijfers zijn bij deze actie van het leger 24 mensen omgekomen, maar het werkelijke aantal doden ligt vermoedelijk hoger.
Na de studentenopstand deed Dimitrios Ioannidis, een van de juntaleiders, een greep naar de macht. In 1974 organiseerde Ioannidis een staatsgreep op Cyprus. Het kolonelsregime was een aanhanger van het zogenaamde Enosis-gedachte, het streven naar de aansluiting van Cyprus bij ‘moederland’ Griekenland”. Deze coup zou de aanleiding worden voor de Turkse invasie op het eiland – en uiteindelijk ook de val van de Griekse militaire dictatuur inleiden.
‘Metapolitefsi’
Op 23 juli 1974 gaf Ioannidis zijn macht op. Een dag later arriveerde de doorgewinterde politicus Konstantinos Karamanlis, die tijdens de junta in een zelfgekozen ballingschap in Parijs verbleef, in Griekenland en hij vormde onmiddellijk een regering van nationale eenheid. Daarmee begon in Griekenland het proces van overgang van een militair bewind naar een pluralistische democratie.
Deze overgangsperiode (bekend als de ‘Metapolitefsi’) leidde uiteindelijk tot de oprichting van de Derde Helleense Republiek – het huidige Griekenland. Bij de parlementsverkiezingen op 17 november 1974 behaalde Karamanlis met zijn nieuw gevormde conservatieve partij Nea Dimokratia 54,4 procent van de stemmen en werd hij verkozen tot premier.