Ontelbare Nederlandse kinderen leerden lezen met behulp van het leesplankje van Hoogeveen. De eerste woorden die kinderen voorgeschoteld kregen waren Aap Noot Mies en ieder woord van het plankje werd vergezeld met een plaatje waarop het betreffende woord werd verbeeld.
Het leesplankje van Hoogeveen dankt haar naam aan de onderwijzer die het plankje eind negentiende als eerste invoerde. Anders dan soms gedacht woonde deze onderwijzer niet in Hoogeveen. De bedenker van het plankje heette Mattheus Bernard Hoogeveen (1862-1941). De in Giethoorn geboren onderwijzer maakte rond 1894 een eerste leesplankje, toen hij onderwijzer was in Stiens, in Friesland dus.
Dit eerste plankje begon met de woorden Raam Roos Neef Fik Gat en had in totaal vijftien normaalwoorden, woorden waarin klinkers en medeklinkers hun ongewijzigde klank hebben. Bij deze ‘klankzuivere’ woorden waren ook plaatjes gemaakt. Het plankje werd in 1897 door uitgeverij M.D. Brinkgreve in Deventer uitgebracht. Een collega-onderwijzer, J.H. Colenbrander, kwam rond 1902 tijd nog met een ander leesplankje, met de beginwoorden Geit Zeep Does.
Woorden ontleden
In de jaren hierna vervaardigde Hoogeveen nog verschillende varianten van het leesplankje. In de eerste klas leerden scholieren met behulp van de plankjes dat woorden ontleed kunnen worden in klanken en dat nieuwe woorden gevormd kunnen worden als verschillende onderdelen samengevoegd worden. En al spelende komen er nieuwe letters bij. Aanvankelijk was lang niet iedereen positief over het leesplankje van Hoogeveen. Het succes kwam pas vanaf 1910, toen de leesmethode overgenomen werd door uitgeverij Wolters.
In dat jaar presenteerde Hoogeveen het beroemde Aap Noot Mies-plankje. De afbeeldingen van dit leesplankje werden ontworpen door illustrator Cornelis Jetses, onder meer bekend van zijn schoolplaten en afbeeldingen bij de kinderboekenserie Ot en Sien. Een aardig weetje is dat de man die op het leesplankje symbool staat voor het woordje Teun, gebaseerd is op de boer op het beroemde zeventiende-eeuwse schilderij De Stier van Paulus Potter.
Ook verschenen er grote schoolplaten die vooraan in de klas gehangen konden worden, met daarop alle afbeeldingen van het leesplankje.
Speciaal voor de jonge prinses Juliana werd nog een luxe editie van dit beroemde schoolplankje ontworpen. Hoogeveen reisde hoogstpersoonlijk naar paleis Soestdijk om dit speciale plankje aan haar moeder koningin Wilhelmina te overhandigen. Aanvankelijk was het de bedoeling de vorstin samen met Cornelis Jetses te bezoeken, maar tot grote teleurstelling van de illustrator ging de hoofdonderwijzer alleen.
Hoogeveen werkte toen al lang niet meer in Stiens. In 1894 was hij schoolhoofd in Deventer geworden en nog weer later werd hij directeur van de kweekschool in Leiden. Toen de geestelijk vader van het leesplankje in 1941 overleed, maakten vrijwel alle Nederlandse kranten daar melding van:
Andere leesmethodes
Zeker niet alle Nederlandse kinderen kregen hun leesonderwijs echter met het leesplankje. Zo werd er voor het katholieke onderwijs door de Tilburgse frater E. Becker een leesplankje ontworpen dat begon met de woorden: Aap Roos Zeef. En voor leerlingen in de kolonie Nederlands-Indië werd ook een speciaal leesplankje gemaakt. Dit plankje begon met de woorden Jaap Gijs Dien.
In de afgelopen decennia verschenen er nog allerlei varianten op de leesplankjes. Zo leerden veel Nederlanders bijvoorbeeld ook lezen met de woordjes Boom Roos Vis Vuur, uit de lesmethode ‘Veilig leren lezen’ van Uitgeverij Zwijsen, die in de jaren zestig werd ontwikkeld. Deze werd later vervangen door een woordreeks die begon met Ik Kim Sim.
Ger van Wijngaarden spaart al jaren leesplankjes:
Zie ook zijn website: www.het-leesplankje.nl
Bronnen â–¼
-https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010315920:mpeg21:a0020
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Leesplankje_van_Hoogeveen