Albertus Magnus – Duitse filosoof en theoloog

3 minuten leestijd
Albertus Magnus, fresco van Tommaso da Modena, Treviso, Italiƫ, 1352 (Publiek Domein - wiki)
Albertus Magnus, fresco van Tommaso da Modena, Treviso, Italiƫ, 1352 (Publiek Domein - wiki)

Albertus Magnus (ca. 1200-1280), Duitse filosoof, theoloog en bisschop. Ook wel Albert de Grote en Albert von Lauingen genoemd. Een van de belangrijkste geleerden uit de Middeleeuwen. In 1931 heilig verklaard door Paus Pius XI.

Albertus Magnus
Albertus Magnus
Albertus Magnus werd rond 1200 na Christus geboren in Lauingen een gemeente in de huidige deelstaat Beieren. Dit als oudste zoon van de graaf van Bollstädt. Hij studeerde aan de universiteit van Padua en ontmoette daar de dominicaan Jordanus van Saksen die hem overhaalde toe te treden tot de kloosterorde van de dominicanen (1223). Hij vervolgde toen zijn studie theologie en doceerde van 1228 tot 1245 in Keulen, Hildesheim, Freiburg, Regensburg en Straatsburg.

De communiteit van Keulen stuurde Albertus rond 1244 naar Parijs waar hij kennis maakte met het gedachtegoed van Aristoteles en Averroƫs. Kort hierna (1245) werd hij hier magister in de theologie. Tot 1248 bleef hij doceren in Parijs. Onder zijn toehoorders bevond zich ook de Italiaanse filosoof en theoloog Thomas van Aquino. In 1248 reisde Albertus Magnus naar Keulen waar hij de leiding kreeg over de net opgerichte academische opleiding van de Orde der Dominicanen. Van Aquino reisde met hem mee en bleef tot 1252 een van zijn leerlingen.

Thomas van Aquino
Thomas van Aquino
Van 1254 tot 1257 was Albertus provinciaal (hoofd van een kloosterorde in een provincie) van de Duitse provincie der dominicanen. In die hoedanigheid bracht hij in 1256 een bezoek aan de pauselijke curie in Anagni. Ten overstaan van paus Alexander IV verdedigde hij het instituut van de bedelorden tegen aanvallen van Willem van St. Amour. Albertus Magnus bemiddelde vaker bij geschillen. Er zijn zeker twintig geschillen bekend waarin hij bemiddelde. Drie conflicten tussen de stad Keulen en de aartsbisschop van Keulen wist hij met succes op te lossen.

Vanaf 1258 was Magnus weer lector in Keulen. Een jaar later wist hij samen met Thomas van Aquino en Petrus van Tarantaise tijdens het generaal kapittel van de Orde in Valenciennes te bewerkstelligen dat een nieuwe studieregeling voor de dominicanen werd aanvaard. In 1260 werd Magnus benoemd tot bisschop van Regensburg. Twee jaar later legde hij die taak echter alweer neer zodat hij zich weer volledig aan de wetenschap kon gaan weiden. De paus verleende hem ontslag onder voorwaarde dat hij de inwoners van Duitsland en Bohemen op zou roepen deel te nemen aan de geplande Achtste Kruistocht.

In 1268 verzocht de generaal van de Orde hem opnieuw een leerstoel in Parijs te aanvaarden vanwege onrust op het vlak van politiek en leerstellingen. Magnus voelde zich te oud voor deze taak en belastte zijn oud-leerling Thomas van Aquino met de taak. Zelf keerde hij in 1269 terug naar Keulen waar hij tot zijn dood doceerde. In 1274 bezocht hij nog wel het Tweede concilie van Lyon en drie jaar later bracht hij een bezoek aan Parijs om de stellingen van zijn inmiddels overleden oud-leerling Thomas van Aquino te verdedigen.

Beeld ter nagedachtenis aan Albertus Magnus in Keulen
Beeld ter nagedachtenis aan Albertus Magnus in Keulen (CC BY-SA 3.0 – Tim Bartel – wiki)
Albertus Magnus overleed op 15 november 1280 in Keulen. Zijn stoffelijke resten bevinden zich in de crypte van het Sankt Andreasklooster te Keulen. Paus Gregorius XV verklaarde Albertus in 1622 zalig. De heiligverklaring vond plaats op 16 december 1931 en werd bezegeld door Paus Pius XI. Laatstgenoemde benoemde Alberto Magnus tevens tot kerkleraar en patroonheilige van de wetenschap.

Albertus Magnus publiceerde vele werken. In de late middeleeuwen doken er echter al een reeks werken op onder zijn naam, die niet van zijn hand bleken te zijn. Het is dan ook moeilijk een overzicht te geven van het werk van Albertus. Feit is dat Albertus Magnus de grootste Duitse middeleeuwse geleerde van zijn tijd was. Zijn literaire werkzaamheden worden vaak verdeeld over vier perioden:

  • 1228-1248 (Keulen en Parijs, gewijd aan de theologie)
  • 1248-1254 (Keulen, gewijd aan werken van Pseudo-Dionysius de Areopagiet en de ethica van Aristoteles)
  • 1254-1270 (Gewijd aan de filosofische en natuurwetenschappelijke werken van Aristoteles)
  • 1270-1280 (Keulen, gewijd aan de theologie)

De Duitse theoloog en filosoof werd door zijn tijdgenoten ook wel ‘Albert de Grote’ en doctor universalis genoemd. Hij dankt deze titels aan zijn volgens velen uitzonderlijke geleerdheid. In de kunst wordt Albertus vaak afgebeeld als dominicaan, soms met boek en pen of bisschopsmijter en staf.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×