Tsaar Alexander III van Rusland was afkomstig uit het Huis Romanov. Zijn bijnaam luidde “vredestichter”. Alexander III regeerde van 1881 tot 1894 over het Russische Rijk.
Alexander III van Rusland werd op 10 maart 1845 geboren in Sint-Petersburg onder de naam Aleksandr Aleksandrovitsj. Dit als tweede zoon van tsaar Alexander II van Rusland en Marie Alexandrovna. Na de dood van zijn broer Nicolaas in 1865 werd Alexander voorbereid op de troon. Hij volgde zijn vader op als tsaar in 1881 nadat deze door een bomaanslag van nihilisten om het leven was gekomen.
Alexander III regeerde vanuit het paleis van Paul I in Gatsjina en voerde een veel strakker beleid dan zijn vrij hervormingsgezinde vader. Hij ontsloeg de liberale ministers, zocht met name steun bij reactionairen en nationalisten en perkte de bevoegdheden van de zemstvo’s (zelfbesturende regionale regeringen) in. Wel werden er onder zijn regering enkele vooruitstrevende fabriekswetten uitgevaardigd. Deze werden echter nauwelijks toegepast.
De tsaar zag zichzelf als de beschermer van de orthodoxie en vervolgde joden en katholieken streng. Tegen met de name de joden voerde de tsaar een vervolgingsbeleid. In mei 1882 liet hij een serie wetten afkondigen waardoor het joden onder meer verboden werd zich te vestigen buiten steden en gemeenten en de registratie van eigendommen en hypotheken op naam van joden tijdelijk werd stopgezet. Als gevolg van de vervolgingen ontvluchtten tussen 1881 tot 1920 ongeveer twee miljoen joden het Russische Rijk.
Alexander III overleed op 20 oktober 1894 en werd opgevolgd door zijn zoon Nicolaas II van Rusland.