Ten tijde van Julius Caesars verovering van Gallië was Ambiorix koning van de Eburonen, een Gallische stam die leefde in een gebied tussen de Maas en de Rijn. Zijn naam betekent ‘rijke koning’.
Over de mens Ambiorix is niets bekend. We weten niet hoe hij eruit zag, wanneer hij is geboren en gestorven. Hij is alleen bekend door zijn rol in de opstand tegen Julius Caesar in 54 v.Chr. Deze rebellie is door de Romeinse veldheer zelf beschreven in zijn boek Commentarii de bello Gallico. Dit is gelijk ook de enige authentieke bron waarin Ambiorix wordt vermeld.
Gallia Belgica
De Eburonen wonen in het noordelijke deel van Gallië, door Caesar Gallia Belgica genoemd. Belgica is het gebied tussen de Seine, de Ardennen, de Rijn en de Noordzee. De bewoners, de Belgae of Belgen, worden door Caesar omschreven in Commentarii de bello Gallico:
“Gallië is verdeeld in drie delen, waarvan er één bewoond wordt door de Belgen, een ander door de Aquitaniërs, een derde door hen die zichzelf in hun taal Kelten noemen, maar die wij Galliërs noemen. Ze verschillen onderling van taal, instituties en wetten. De Galliërs zijn van de Aquitaniërs gescheiden door de Garonne, van de Belgae door de Marne en de Seine. Van hen allen zijn de Belgae de dappersten, omdat ze het verst van de cultuur en bevolking van de provincie verwijderd zijn, omdat er weinig handelaars hen bezoeken (waardoor hun geest verwijfd zou raken) en omdat ze zich het dichtst bevinden bij de Germanen, die over de Rijn wonen en met wie ze oorlog voeren.”
Atuatuci
Tijdens de verovering van Gallië valt Caesar in 57 v.Chr. ook Belgica binnen. Het gebied wordt bewoond door verschillende stammen die onderling voortdurend oorlog voeren. In de slag bij Flandis verslaat de Romeinse generaal de Nerviërs. Verder in het oosten onderwerpt hij de Eburonen, die worden geregeerd door de twee koningen Ambiorix en Catuvolcus, en hij neemt de vestingstad Atuatuci in. De precieze locatie van deze stad is niet bekend, maar over het algemeen wordt aangenomen dat het gaat om het huidige Tongeren.
Schaarste
De overwonnen stammen zijn verplicht een deel van de oogst af te staan aan de Romeinen. De bezetting drukt zwaar op de bevolking. In het jaar 54 is de oogst slecht en is het voedsel dus schaars. De Eburonen weigeren dan nog langer hun graan af te staan. Ze besluiten in opstand te komen. Het eerste doelwit is het vers gerekruteerde 14e legioen Germina dat in Atuatuci zijn winterkwartier heeft.
Ambiorix valt bij de Keuterberg (bij het huidige Schin op Geul) een groep foeragerende legionairs aan. Het merendeel wordt vermoord, enkele overlevenden vluchten naar hun nabijgelegen kamp. Ambiorix weet dat hij geen kans maakt tegen de Romeinse overmacht en valt de legioenplaats niet aan. Hij vertelt de kampleiders Sabinus en Cotta (waar de Keuterberg later naar wordt vernoemd) dat er stammen onderweg zijn die de Romeinen willen aanvallen. Er zouden zelfs grote groepen Germanen de Rijn zijn overgestoken om ze bij te staan. Ambiorix adviseert de Romeinen Atuatuci snel te verlaten en belooft ze tijdens hun uittocht geen strobreed in de weg te leggen.
Hinderlaag
Cotta vertrouwt het niet en wil in het kamp de eventuele aanval afwachten. Na lang overleg besluiten de Romeinen het winterkwartier echter toch te verlaten. Er liggen twee andere Romeinse kampementen in de buurt. De ene is bereikbaar over heuvelachtig terrein, de ander door een vallei. Er wordt gekozen voor de laatste. Cotta krijgt gelijk: in de vallei worden de Romeinen aangevallen door Ambiorix’ Eburonen. Het 14e legioen Germina, bestaande uit 5 cohorten en 200 man cavalerie, wordt volledig uitgeroeid.
Wraak
De nederlaag is een zware klap voor het aanzien van Rome en het prestige van Caesar. De Romeinen zijn vastbesloten: Ambiorix moet worden gestraft, de hinderlaag moet keihard worden gewroken en het aanzien van Rome moet worden hersteld. Andere stammen mogen niet gaan denken dat de legioenen makkelijk te verslaan zijn. Ambiorix heeft ondertussen alle stammen van Belgica weten te verenigen in hun onafhankelijkheidsstrijd tegen Rome.
Om de opstand neer te slaan heeft Caesar versterkingen nodig. Die krijgt hij. Niet minder dan tien legioenen krijgt hij tot zijn beschikking, ongeveer 50.000 goedgetrainde en zwaarbewapende soldaten. De veldheer besluit niet tot een massale, open aanval. Op deze manier is de kans namelijk groot dat Ambiorix vlucht naar zijn bondgenoten. Om dit te voorkomen valt Caesar juist eerst deze bondgenoten aan en dwingt ze de Eburoonse leider niet te zullen helpen.
Vlucht van Ambiorix
De Belgae zijn uiteindelijk niet opgewassen tegen de overmacht. De aanhoudende Romeinse vergeldingsactie laat een spoor van vernietiging achter. Dorpen, steden en akkers worden geplunderd en in de as gelegd, het vee geroofd en de bevolking vermoord of als slaaf verkocht. Caesar heeft zijn wraak. Ambiorix zelf echter weet aan de Romeinse toorn te ontkomen en vlucht de Rijn over. Van hem wordt nooit meer iets vernomen.
Het feit dat de naam Ambiorix alleen wordt genoemd in het boek van Caesar, doet sommige historici vermoeden dat de Eburoonse koning misschien nooit heeft bestaan. Caesar zou hem hebben verzonnen om zich tegenover Rome te verantwoorden voor de slachting die hij aanrichtte bij de verovering van het gebied van de Belgen.
Schat van Ambiorix
Wel is er mogelijk archeologisch bewijs gevonden voor de Eburoonse opstand. In 2000 werden er bij het plaatsje Heers 102 gouden munten opgegraven. De munten zijn gedateerd tussen 60 en 50 voor Christus. De vondst, omgedoopt tot ‘De schat van Ambiorix’, bevat munten van verschillende Belgische stammen: 74 Eburoonse, 17 Nervische, 1 Trevische en een munt van een onbekende groep.
In het oude Gallië werden munten alleen geslagen om soldaten mee te betalen. Historici denken daarom dat de munten zijn gebruikt om de opstandelingen te betalen. Aan de munten is koper toegevoegd, wat suggereert dat de munten snel moesten worden geslagen. Een ander opvallend detail is dat zowel de Eburoonse als de Nervische munten allemaal zijn geslagen met dezelfde stempels. Dit wijst erop dat de schat niet bijeengebracht is. Het geld heeft dus nooit gecirculeerd. Het is in alle haast geslagen en vanuit de muntslagerij gelijk naar de plaats gebracht waar het nodig was.
Standbeeld
In België wordt vandaag de dag gewoonlijk aangenomen dat Ambiorix daadwerkelijk heeft bestaan. Op 5 september 1866 werd er een standbeeld van de koning opgericht in Tongeren, de stad waarvan men aanneemt dat deze op de plaats van het oude Atuatuci ligt. In 2005 word Ambiorix genomineerd voor de titel van Grootste Belg. In Vlaanderen eindigt hij op de vierde plaats, in Wallonië wordt hij nummer twintig.
Boek: Caesar tegen de oude Belgen