Een Amerikaanse muntenverzamelaar heeft een middeleeuwse muntschat geschonken aan het Limburgs Museum in Venlo. De bijna duizend munten zijn enkele jaren geleden gevonden in Zuid-Limburg en werden onlangs op een veiling te koop aangeboden.
Richard Beleson uit San Francisco, die het Limburgs Museum vorig jaar bezocht, kocht de munten voor een bedrag van 50.000 euro en besloot ze aan het Limburgs Museum te schenken. Volgens de Amerikaan, die lid is van de American Numismatics Society, hoort de muntschat thuis in het Limburgse museum:
‘Hoewel ik geniet van het verzamelen van munten, vind ik dat belangrijke historische vondsten zoals deze in musea thuishoren.’
Zilveren Sterlingen
De munten werden tussen 2016 en 2018 door een particulier met een metaaldetector gevonden op een akker in Voerendaal. Door het veelvuldig ploegen waren de munten verspreid geraakt. Een groot deel van de munten werd echter wel geconcentreerd aangetroffen, in een gebroken middeleeuws kruikje.
De muntschat bestaat in totaal uit 942 munten. Daarvan werden er 905 te koop aangeboden door de vinder. Na inventarisatie blijkt het te gaan om munten uit de dertiende en de eerste helft van de veertiende eeuw. Het steengoed kruikje dateert grofweg uit de periode tussen 1325 en 1366. Het overgrote deel van de munten betreft zilveren Sterlingen van hertog Jan III van Brabant. Ook zijn er veel Tourse Groten uit Frankrijk aanwezig uit de dertiende en veertiende eeuw. De zogenaamde ‘sluitmunt’, de jongste munt in de muntschat, blijkt een Namense zilveren sterling te zijn, die op zijn vroegst in 1330 is geslagen. Het is het meest aannemelijk dat de muntvondst rond 1331 door de eigenaar is begraven.
Achtergrond
Door wie en waarom de muntschat precies is begraven is onduidelijk. Volgens het Limburgs Museum waren de munten ooit mogelijk eigendom van een welvarende handelaar, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om de kas met soldij van een leger.
“De vondst van dit soort muntschatten wijst archeologisch meestal op een periode van crisis, omdat het met de eigenaars vaak niet goed is afgelopen. Tijdens de Luiks-Brabantse oorlogen in de dertiende en veertiende eeuw probeerde Brabant, een van de belangrijkste regionale machten in het Maasland, zijn invloed in oostelijke richting uit te breiden door in het huidige Zuid-Limburg gebieden te verwerven. Het hoogtepunt van deze strijd was in 1288 de slag bij Woeringen, waarbij Brabant het Hertogdom Limburg bemachtigde. Tussen 1331 en 1334, de periode waarin de muntschat is verborgen, sloeg de vlam opnieuw in de pan en werd onder andere Maastricht belegerd.”
Het Limburgs Museum wil de muntschat tonen in een nieuwe presentatie over de eeuwenlange machtsstrijd tussen het hertogdom Brabant en de heersers in de Maasregio. Enige tijd geleden verwierf het museum al een Keltische muntschat uit Graetheide. Die is te zien in een permanente archeologiepresentatie. De nieuwe munten worden binnenkort officieel overgedragen aan het museum.