Onlangs ontving het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis het archief van kunstenaar Alfred Eikelenboom (1936-2014), die in zijn werk vanaf 1965 een esthetisch en daarmee leefbaarder alternatief bood voor de in zijn ogen monotone naoorlogse stedenbouw. Zijn archief bevat onder andere schetsen, aantekeningen, boeken over stedenbouw, persoonlijke foto’s en materiaal rond projecten als The Nightwatch Revisited.
Beeldhouwkunst, architectuur en stedenbouw overlappen in het werk van Alfred Eikelenboom. Zijn utopische alternatief voor de naoorlogse stedenbouw verbeeldde hij in eerste instantie met zijn Utopian structures: sculpturen opgebouwd uit grijs geschilderd hout, in geometrische vormen als de cilinder, ellips of afgeleiden daarvan. Hij vond andere bruikbare vormen in de wetenschap en de natuur, zoals die van de paddenstoel. Composities ontleende hij bijvoorbeeld aan de spreiding van confetti. Met een rijkdom aan aantekeningen, schetsen en projectmappen biedt zijn archief inzage in de achtergronden bij het werk van Eikelenboom.
Invloeden en motivatie
Een selectie grote vellen in het archief betreft exemplaren of proeven uit de reeks Graphics on grids uit 1988-1989. Daarin combineerde hij tekeningen op offsetrasterdrukken die hij maakte in de jaren zeventig met foto’s die verraden wat zijn bronnen waren en welke invloed deze hadden op zijn ontwikkeling. Verleden, heden en toekomstvisioenen vallen zo in één beeld samen. De reeks toont hoe hij in 1978 verwant was aan abstracte kunstenaars als Peter Struycken, Ad Dekkers, André Volten en Bob Bonies, die eind jaren zestig, begin zeventig een belangrijke rol in de Nederlandse kunst vervulden met een werkgebied tussen de beeldende kunst en architectuur in. Eikelenboom benadrukte in 2013 zijn sociale motivatie, die hem zou onderscheiden van meer individuele kunstenaars:
‘Een goed gebouw zien herinnert je eraan dat een menselijk bestaan mogelijk is in weerwil van alles wat dat bestaan degradeert. Het houdt je op de been.’
Openbare ruimte en musea
Verschillende van Eikelenbooms modellen zijn uitgevoerd in de openbare ruimte waar ze, tussen gebouwen, juist sterker het karakter krijgen van sculpturen. Het meest bekend werd De Muur uit 1987 op het Amsterdamse IJplein: een knalrode vijftien meter lange muur met afgeronde hoeken, dat de omschrijving ‘geniaal’ ontlokte aan Rem Koolhaas, architect van de omringende nieuwbouw. Eerder vond Eikelenboom opmerkelijk genoeg een medestander in ontwerper William Graatsma, bekend om zijn op de kubus gefundeerde ontwerpsysteem – een vorm die Eikelenboom juist vermeed. Graatsma bezorgde Eikelenboom in 1976 een belangrijke tentoonstelling aan de Technische Hogeschool in Eindhoven. Andere solotentoonstellingen had hij in het Kunstmuseum, Museum Boijmans Van Beuningen en de Kunsthal. In 2002 ontving Eikelenboom de Oeuvreprijs van het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst, voor zijn bijzonder consequente werk.
Eikelenbooms archief
Alfred Eikelenboom liet onder andere een kleine bibliotheek rond utopische stedenbouw na, foto’s zoals van zijn vroege jeugd in Indonesië en materiaal rond projecten als The Nightwatch Revisited – een project waarin hij vergeefs ijverde om De Nachtwacht naar z’n oorspronkelijke formaat te laten herstellen.
Onderzoekers en andere geïnteresseerden kunnen het archief van Eikelenboom raadplegen op het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis in Den Haag. Zijn archief wordt in de collectie van het RKD ingebed door dat van een bevriende kunstenaar als Miguel-Ángel Cárdenas met wie hij ook exposeerde, de archieven van galeries Swart en Orez, die van Peter Struycken, Ad Dekkers, Constant Nieuwenhuijs, Jean Leering en de Stuurgroep POBK.