Tijdens mijn onderzoek naar de achtergronden van de persoon Lucy Havelaar, viel het me op dat er weinig over haar geschreven is. Merkwaardig, want zij was een vrouw die heel veel voor de bewoners van de Rotterdamse wijk Vreewijk en daarbuiten heeft betekend.
Omstreeks 1900 was de binnenstad van Rotterdam opeengepakt met zo’n 300.000 mensen. Ze woonden veelal in nauwe stegen met grote gezinnen in kleine huizen, waar vaak geen riolering was. Om deze slechte en ongezonde woonomstandigheden te verbeteren kwam er in 1901 de Woningwet. Hierbij kwam er ook geldelijke steun voor volkshuisvesting.
‘Oogjes dicht en snaveltjes toe. Slaap lekker.’ Met deze woorden sloot Meneer De Uil dagelijks het kinderprogramma, De Fabeltjeskrant, af. Tijd voor de kinderen om naar bed te gaan.
Het zal wel een gek gezicht zijn geweest: mannen die half ontkleed over straat holden naar hun brandspuithuisje om te proberen als eerste bij een brand te komen. Want de eerste spuiteenheid die water spoot kreeg een premie. ’s Nachts konden de spuitgasten natuurlijk ook uit hun bed gebeld of gewekt worden als in de buurt brand uitbrak. Het gebeurde