Caesar en zijn strijd tegen de Atuatuci en Vercingetorix

Anekdotes van onderwerping en opstand in de eerste eeuw voor onze tijdrekening
5 minuten leestijd
Overgave van Vercingetorix aan Julius Caesar. Schilderij van Lionel-Noël Royer uit 1899.
Overgave van Vercingetorix aan Julius Caesar. Schilderij van Lionel-Noël Royer uit 1899.
Gallia est omnis divisa in partes tres, quarum unam incolunt Belgae, aliam Aquitani, tertiam qui ipsorum lingua Celtae, nostra Galli appellantur. Hi omnes lingua, institutis, legibus inter se differunt. Gallos ab Aquitanis Garumna flumen, a Belgis Matrona et Sequana dividit. Horum omnium fortissimi sunt Belgae…

Vertaling: Heel Gallia is verdeeld in drie delen. In één daarvan wonen de Belgae, de Aquitani in een ander en in het derde diegenen die in hun eigen taal Celtae genoemd worden en in de onze Galli. Allen verschillen onderling in taal, instellingen en wetten. De Galliërs worden door de rivier de Garunna van de Aquitaniërs en door de Matrona en de Sequana van de Belgae gescheiden. Van al dezen zijn de Belgae de dappersten.

Van al dezen zijn de Belgen de dappersten… Deze woorden van Caesar vleien menig Belg vandaag de dag nog steeds. Over de bekendste Galliërs ten tijde van Caesar is reeds heel wat inkt gevloeid. In deze uiteenzetting zal ik me er dan ook van weerhouden de zoveelste biografie van Ambiorix te schrijven. Verder beperk ik me in de komende alinea tot de Gallische stam die de Atuatuci worden genoemd en hun aanvaring met Caesar. De tweede paragraaf handelt over de Arvernische koning Vervingetorix en het beleg van Alesia; als slot eindigt dit artikel met een verduidelijking over het beeld van Ambiorix in Tongeren. Voor het gemak zijn alle jaartallen in dit artikel vóór onze tijdrekening, maar wordt die aanduiding steeds weggelaten.


Caesar en de Atuatuci

De Atuatuci waren een volk dat in het noorden van Gallië leefde en zich had onderworpen aan de Eburonen. De precieze locatie van hun stam is niet goed gekend; archeologen identificeren hen met de culturele groep in het noorden van Limburg en de Kempen. Hun voornaamste oppidum, of versterkte nederzetting, werd door de Romeinen omgedoopt tot Atuatuca. Historici zijn het er niet over eens waar dit oppidum zich precies moet hebben bevonden, dit vanwege een tekort aan archeologisch bewijs. Iulius Caesar nam de stad in na een aanval van de Nerviërs, een stam uit Noord-Frankrijk en Zuid-België, te hebben afgeweerd. Aanvankelijk deden de Atuatuci alsof ze zich, diep onder de indruk door Caesars belegering, overgaven. De volgende nacht vielen ze echter zelf aan in een poging hun stad te heroveren. Deze aanval mislukte. Caesar liet als vergelding 53.000 mannen, vrouwen en kinderen verkopen als slaven. De Atuatuci werden hierdoor grotendeels gedecimeerd, maar niet volledig, aangezien ze in 54 samen met de Nerviërs en de Eburonen het winterkamp van Q. Cicero, de broer van Marcus Tullius Cicero, aanvielen. De Eburonen hadden zich nooit officieel overgeleverd aan de Romeinse overheersing waardoor het hun recht was om zich actief te verzetten tegen de Romeinse agressor. Bij hun aanval, onder leiding van Eburonenkoning Ambiorix, maakten ze gebruik van verschansingen en belegeringstorens, technieken overgenomen van de Romeinen, en katapulteerden ze brandende projectielen om de rieten gebouwen in brand te steken. Een pro-Romeinse Nerviër bezorgde het nieuws aan Caesar, die de aandacht van Cicero afleidde door twee legioenen te zenden. Een gevecht volgde in het nadeel van de Galliërs, die werden gedwongen te vluchten.

Achttiende-eeuwse editie van 'De bello Gallico'
Achttiende-eeuwse editie van ‘De bello Gallico’ van Julius Caesar
Het was Caesars plan om de noordelijke Belgae te onderwerpen alvorens op te rukken naar de Treveri en de Eburonen. Nadat de Menapiërs waren overgelopen naar Caesar omwille van Romeins vernuft als bruggen en dammen, viel Titus Labienus, de veldheer die Caesar terzijde stond als onderbevelhebber, het gebied van de Treveri binnen. Caesar zelf zorgde ervoor dat de Eburonen geen hulp konden krijgen van andere stammen. Koning van de Eburonen, Ambiorix, verdween voordat Caesar hem gevangen kon nemen en in een triomftocht doorheen Rome had kunnen paraderen, wat later wel zou gebeuren met Vercingetorix, die hieronder wordt besproken.

Caesar en Vercingetorix

In 53-52 leidde de Arvernische koning Vercingetorix een opstand tegen de Romeinen, één van de vele opstanden in de periode 54-51. Als reactie op deze opstanden verspreidde Caesar winterkampen over de Treveri, de Lingonen en de Senonen terwijl hij zelf achter Vercingetorix aanging. Vercingetorix behaalde een overwinning bij Gergovia en trok zich terug in het oppidum Alesia, dat voor Caesar in vijandig gebied lag. Caesar, die met 20.000 man naar eigen zeggen in de minderheid was, koos ervoor de stad te belegeren in plaats van een directe aanval uit te voeren. Als circumvallatielinie liet hij fortificaties en wallen rond de stad bouwen om de bevolking uit te hongeren. Interessant om hier te vermelden is het principe van Trou de loup, een term die bekend is uit de middeleeuwen, maar die Caesar als eerste hanteerde tijdens het beleg van Alesia. Dit was een booby trap, waarbij een put van ongeveer 2 meter diep en 1,2 tot 2 meter breed werd gegraven. Op de bodem van deze put bevond zich een scherpe houten staak, die soms werd ingesmeerd met rottend vlees opdat het slachtoffer zeker zou sterven aan infecties. Een hulpleger van Treveri en Belgae werd opgericht om Vercingetorix bij te staan, maar Caesar liet een tweede linie bouwen om zich te beschermen tegen aanvallen van buitenaf (de contravallatielinie), iets wat hij voordien niet had gedaan bij Gergovia. Omdat het voedsel spoedig schaars zou worden, stuurde Vercingetorix de vrouwen en kinderen uit de stad in de hoop dat Caesar hen door de linies zou laten. Als zij door de linies zouden gaan, hoopte hij een aanval te kunnen uitvoeren. Dit verliep echter niet als gepland; Caesar ontzegde hen de doorgang, waardoor ze vastzaten tussen de stad en de circumvallatielinie.

Het Gallische hulpleger dat op de been was gebracht viel in september de contravallatielinie aan onder leiding van Commius, koning van de Atrebati. Op datzelfde moment viel Vercingetorix de circumvallatielinie aan. De Galliërs slaagden er dan wel in om enkele fortificaties te laten ontruimen, maar konden hier geen gebruik van maken wegens de Romeinse cavalerie die hen tegenhield. In het begin van oktober viel de neef van Vercingetorix, Vercassivellaunos, de Romeinen aan met een leger dat volgens Caesar uit 60.000 manschappen bestond, terwijl Vercingetorix hen van binnenuit wederom aanviel op dezelfde plaats. Caesar zou de Galliërs vervolgens met een leger van slechts 6.000 man hebben weten te verrassen en dwong Vercassivellaunos om zich terug te trekken. Deze gebeurtenis besliste het einde van de strijd. Alesia gaf zich over vanwege de grote honger en de uitzichtloze strijd, waarin zij niet meer verwachtten te overwinnen.

Standbeeld van Ambiorix in Tongeren
Standbeeld van Ambiorix / Vercingetorix in Tongeren (CC BY-SA 3.0 – ArtMechanic – wiki)
Het beleg van Alesia was van groot belang, aangezien Caesar na zijn overwinning Gallia tot Romeinse provincie kon maken. Het merendeel van de Gallische soldaten werd verkocht als slaaf; enkele stammen genoten de clementie van Caesar en konden ontkomen aan een verder bestaan als slaaf. Vercingetorix werd gevangen genomen, in 46 tentoongesteld in een triomftocht en geëxecuteerd in de Mamertijnse gevangenis.

Ambiorix of Vercingetorix in Tongeren

Vandaag de dag pronkt Tongeren met haar standbeeld van Ambiorix op de Grote Markt. Lang werd gedacht dat dit beeld eigenlijk een beeltenis was van Vercingetorix en uit Frankrijk was overgekomen als afdankertje toen de Fransen een beter monument hadden vervaardigd om de slag bij Alesia te herdenken. In werkelijkheid liggen de feiten iets anders. Het beeld werd gemaakt door Jules Bertin, een Fransman uit Parijs die in Tongeren verbleef; hij vervaardigde het standbeeld van Ambiorix in opdracht van de gemeenteraad. Er is wel degelijk een band met Vercingetorix; Bertin verkocht later immers een kopie aan de stad Saint-Denis, nadat hij het beeld had omgedoopt tot Vercingetorix.

~ Leen Bokken
Studente geschiedenis in Leuven – Derde bachelor

Overzicht van boeken over het Romeinse Rijk

Literatuurlijst

-Caes, DBG, II, 4, 16-33
-Caes, DBG, VII, 68-89
-Livius: cultuur, geschiedenis en literatuur, “Ambiorix’ standbeeld stelt eigenlijk Vercingetorix voor”. Geraadpleegd op 29 oktober 2019. -http://www.livius.nl/spijkers-op-laag-water/ambiorix-standbeeld-stelt-eigenlijk-vercingetorix-voor/
-Wightman, Edith Mary, Gallia Belgica, Londen 1985, pp 39-42.

Leen Bokken studeerde in 2021 af als oudhistorica aan de KU Leuven met een thesis over de agency van prostituees in het oude Egypte. In 2023 werkt ze de master sociale en culturele antropologie af aan dezelfde universiteit.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×