De herkomstgeschiedenis van de woorden cliché en stereotype is minder afgezaagd en voorspelbaar dan de betekenissen van beide begrippen suggereren. Beide termen komen uit de boekdrukkerij en duiden een beeldvorming aan waarbij datgene wat verbeeld of beschreven wordt voor de hand ligt, logisch is of juist verteken(en)d.
Een cliché is een uitspraak die zo voor de hand ligt, dat je het eigenlijk niet eens had hoeven zeggen. Of iets formeler uitgedrukt:
‘een stijlfiguur waarbij een beeldspraak wordt gebruikt die haar kracht door het vele gebruik ervan heeft verloren’.
Een stereotype lijkt hier qua betekenis behoorlijk op cliché en is een overdreven beeld van iets, iemand of een groep, dat niet of slechts ten dele met de werkelijkheid overeenstemt.
Cliché
Het begrip cliché is afgeleid van het Franse werkwoord clicher, wat ‘een afdruk maken’ betekent. Als zelfstandig naamwoord was cliché aanvankelijk een drukplaat of kopie. In boekdrukkerijen gebruikte men deze clichés om boeken mee te drukken. Omdat het gesmolten metaal een soort ‘clischjjj clischjjj’-geluid maakte als de drukplaten werden gemaakt, noemde men deze platen clichés. Ook het Nederlands kent woorden die uit een klanknabootsing zijn ontstaan, zogeheten onomatopeeën, zoals hikken, sissen en tikken.
In de negentiende eeuw kreeg cliché de overdrachtelijke betekenis van ‘weinig origineel werk’ en ’telkens terugkerende frasen’. Immers: de drukplaten in de boekdrukkerij persten er voortdurend dezelfde teksten uit. Een proces dat weinig origineel, nogal saai en behoorlijk voorspelbaar was.
Stereotype
Het woord stereotype is eveneens afkomstig uit de Franse drukkerswereld. Een stereotype is een metalen plaat waarin letters of zinnen in gegoten zijn. Deze plaat kan gebruik worden om teksten ergens op of in te drukken. Als technische drukkersterm maakte stereotype dezelfde betekenisontwikkeling door als cliché. Aanvankelijk betekende het ‘vaststaand drukschrift’ (het Griekse stereo betekent ‘vast’ of ‘stevig’). Als bijvoeglijk naamwoord – stereotiep – ging het begrip later ‘bij elke gelegenheid terugkerend’ of ‘generaliserend’ betekenen. Heb je een stereotiep beeld van een bevolkingsgroep, dan generaliseer je en creëer je een beeldvorming die niet geheel, of totaal niet correspondeert met de werkelijkheid.
Opmerkelijk is ten slotte dat de begrippen cliché en stereotype in allerlei talen voorkomen in dezelfde vorm, zoals in het Frans, Engels, Fins, Nederlands, Italiaans, Roemeens, Litouws of Spaans. Dit valt overigens goed te verklaren: hetzelfde verschijnsel deed zich voor in sectoren die zich kenmerken door internationale contactvorming, zoals de scheepvaart, de beurshandel of – in dit geval – de boekdrukwereld.
Meer historische uitdrukkingen (en scheldwoorden)
Boek: De mooiste uitspraken van onze ouders en grootouders