De Dode Zeerollen, die zo’n zeventig jaar geleden werden ontdekt, bevatten de oudste manuscripten van de Hebreeuwse bijbel (het Oude Testament) en van andere, tot dan toe onbekende Joodse teksten. Maar de mensen achter die boekrollen kennen we nauwelijks, omdat de schrijvers anoniem waren. Onderzoekers van de RUG hebben nu, dankzij een combinatie van bèta- en alfawetenschappen, de code van de schrijvers gekraakt, zodat ze zicht kunnen krijgen op de individuen die de rollen hebben gemaakt. Hun resultaten zijn op 21 april gepubliceerd in het tijdschrift PLOS ONE.
De schrijvers van de rollen hadden hun werk niet gesigneerd. Wetenschappers vermoedden, op basis van het handschrift, dat sommige manuscripten door een enkele schrijver zijn gemaakt. ‘Ze proberen daarvoor hard bewijs te vinden, zoals een specifiek kenmerk van een letter, waarmee ze een schrijver identificeren’, vertelt Mladen Popović, hoogleraar Oude Testament en het Antieke Jodendom aan de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen van de RUG, en directeur van het Qumran Instituut voor onderzoek van de Dode Zeerollen. Maar zo’n identificatie is nogal subjectief en open voor discussie.
Kunstmatige intelligentie
Daarom ging Popović, in zijn met Europees geld gefinancierde project ‘The Hands that Wrote the Bible’, de samenwerking aan met Lambert Schomaker, hoogleraar Computerwetenschappen en Kunstmatige Intelligentie aan de Faculty of Science and Engineering. Schomaker werkt al langer aan technieken waarmee computers handschriften kunnen lezen. Ook onderzocht hij hoe biomechanische eigenschappen, zoals de manier waarop iemand een pen vasthoudt, het handschrift beïnvloeden.
Twee schrijvers?
In dit onderzoek richtten de twee Groningse hoogleraren zich, samen met promovendus Maruf Dhali, op een van de boekrollen: de beroemde grote Jesaja-rol (1QIsaa). Het handschrift op deze boekrol lijkt uniform te zijn, al is er gesuggereerd dat er twee schrijvers met een vergelijkbare stijl bij betrokken zijn geweest. Maar hoe kun je dit hard maken? Schomaker:
‘De boekrol bevat bijvoorbeeld ruim vijfduizend keer de letter aleph, of ‘a’. Het is onmogelijk om die allemaal op het oog te vergelijken.’
Computers zijn wél in staat zulke grote datasets te analyseren. Digitale beelden maken allerlei computeranalyses mogelijk, op microniveau van de letters, zoals de kromming (textureel) of voor hele letters (allografisch).
Definitief bewijs
Uit dit nieuwe onderzoek blijkt dat er twee schrijvers actief waren op de onderzochte boekrol. Schomaker:
‘Wanneer ik ruis aan de data toevoegde, bleef het resultaat staan. We konden ook aantonen dat de tweede schrijver meer variatie in zijn handschrift had dan de eerste, hoewel ze een identieke stijl gebruikten.’
Vanwege bepaalde aspecten van de boekrol en de positionering van de tekst hebben sommige wetenschappers eerder gesuggereerd dat na kolom 27 een tweede schrijver het werk overnam, maar dat was niet algemeen aanvaard. Popović: ‘Nu kunnen we deze hypothese bevestigen op basis van een kwantitatieve analyse van het handschrift, die statistisch goed onderbouwd is. In plaats van ons te baseren op een min of meer impressionistische vorm van bewijs hebben we, met behulp van de computer, aangetoond dat het verschil tussen de twee delen van de rol statistisch significant is.’
Nieuw venster
Popović:
‘Dit is spannend, want het opent een nieuw venster op het verre verleden, dat zicht geeft op de complexe verbanden tussen de schrijvers die de boekrollen maakten. In dit onderzoek vonden we bewijs dat de twee schrijvers van de Jesaja-rol een vergelijkbare stijl gebruikten, wat erop wijst dat ze eenzelfde schrijfopleiding hebben gevolgd. Onze volgende stap is om andere boekrollen te analyseren en te zien of we daar misschien schrijvers met een andere opleiding vinden.’
Ook interessant: Papyrologie: vakgebied met problemen
Boek: De Wereld Van De Dode-Zeerollen