Jacob van Artevelde: een lynchpartij of een politieke huurmoord?
Op de Vrijdagmarkt in Gent, midden op het bijna Ć©Ć©n hectare grote plein, staat een standbeeld van Jacob van Artevelde. Hij staat daar niet alleen als āWijze Manā ā zijn erenaam ā maar ook omdat hij daar in de veertiende eeuw, in 1340, tot grote ergernis van de Fransen, Eduard III van Engeland tot koning van Frankrijk uitriep en zo Frankrijk en de Franse invloed in Vlaanderen trotseerde.
Wie was hij? In het kort: volksleider en staatsman, lakenkoopman, makelaar, een rijk lid van de gegoede Gentse burgerij. Hij leefde van omstreeks 1290 tot 24 juli 1345, de dag waarop hij werd vermoord. Jarenlang was hij de politieke leider van de belangrijke Vlaamse stad Gent. Hij speelde een grote rol in het graafschap Vlaanderen aan het begin van de Honderdjarige Oorlog (1337-1453), tussen de zich met ups en downs geleidelijk aan vormende staten Frankrijk en Engeland. In het belang van de stedelijke nijverheid en handel loodste hij zijn stad het anti-Franse, Engelse kamp binnen. Uit Engeland kwam de voor Vlaanderen zo belangrijke wol.
Dat zijn de belangrijkste feiten. In de eeuwen na de moord groeide Van Artevelde uit tot veel meer dan een belangrijke Gentse burger. Hij werd een mythische figuur, van grote symbolische betekenis voor de opbloei van het Vlaamse zelfbewustzijn in de emancipatiestrijd van de negentiende en twintigste eeuw.
Hendrik Conscience (1812-1883) was ƩƩn van de aartsvaders van de Vlaamse Beweging. In 1838 verscheen zijn beroemde historische roman De Leeuw van Vlaanderen, een pleidooi voor de Vlaamse emancipatie in de door Franstaligen overheerste nieuwe staat Belgiƫ. Zijn werken hadden als centraal thema de strijd van de Vlaamse steden tegen de Franse adel rond 1300. In 1849 verscheen van Consciences hand de historische roman Jacob van Artevelde. Daarin werd Van Artevelde afgeschilderd als een Vlaamse held van betekenis, een icoon. In het voorwoord schrijft Conscience:
āEr is, aengaende de nagedachtenis van Artevelde, in de Geschiedenis iets omgegaen dat verwondert en verschrikt. De burger, die zyn vaderland tegen uitheemsche verdrukking zegepralend verdedigde; die zyne broederen uit den hongersnood ophief; die nyverheid en handel opvoerde tot den hoogsten top van bloei; die, eerst van al, verbrokkelde dietsche gewesten tot een magtig Belgenland wilde maken; die, in elke zyner daden, wet en regt tot eenig rigtsnoer nam; die uitblonk door vernuft en edelheid in inborst, deze burger is, gedurende vyf eeuwen, door de geschiedschryvers uitgemaekt geworden voor een oproerstichter, een heerszuchtige, een dwingeland, een man met booze en haet.ā
Het werk was opgedragen aan āGent, de Hoofdstad van Vlaenderenā en droeg fors bij aan de rehabilitatie van de Vlaamse volkstribuun die Van Artevelde was. Conscience beschrijft de rol van de verafschuwde āfranschgezindenā en de moord, op romantisch dramatische wijze. Daarbij schuwt hij felle kleuring en schrille tegenstellingen niet. Zoals die tussen de moordenaar Denys, de door hem opgehitste meute en het slachtoffer, de āWijze Manā. Men leest over diens einde:
āDe franschgezinden namen de gelegenheid te baet om hem onder de burgers te beschuldigen en, door allerlei middelen, hem als een verrader en als een dwingeland te doen aenzien. Welhaest vernemen de Gentenaers dat de wooning van Artevelde vol Engelschen is. Geeraert Denys, deken der wevers, roept, op den 17en july 1345, zyn ambacht [=gilde] te wapen; een goed gedeelte der andere inwooners vervoegen zich met hem en allen beginnen vermaledydingen [vervloekingen] tegen den Ruwaerd [bestuurder of regent] uit te roepen. Ditzelfde volk, dat hem zoo zeer beminde, dat gereed stond om op zynen wenk lyf en have op te offeren, vervloekt hem nu als een landverrader en roept om zyne dood. De menigte, door Geeraert Denys aengevoerd, loopt naer de wooning van Artevelde, breekt de poort open en stroomt in den voorhof, onder een akelig moordgehuil. Artevelde zich dus bedreigd ziende, doet een venster open, spreekt tot het volk, herinnert de diensten door hem aen het vaderland bewezen, hy zegt hoe hy den koophandel deed herleven en den overvloed over Vlaenderen spreidde, hy verzoekt de bloedzuchtigen te vertrekken en hem des anderendaegs hunne klagten te doen; maer zyn woord is krachteloos geworden, de toovermagt zyner welsprekendheid is vergaen. Het volk roept hem huilend toe: āKoom af van daer, spreek niet meer van zoo hoog tot ons en koom ons hier beneden rekening doen over den Landschat [belasting] van Vlaenderen!ā Artevelde, ziende wat schrikkelyk lot hem nadert, sluit het venster en wil in de naburige kerk eene bergplaets zoeken; maer de menigte valt hem aen, de hand van den schoenmaker Thomas Denys klieft hem met eenen bylslag het hoofd, en het zielloos lyk van den ongelukkigen Artevelde stort neder voor de voeten zyns moordenaers! Zyne wooning wordt geplunderd, de engelsche krygslieden worden neĆŖrgehakt en Arteveldes vrienden om hem vervolgd. Op deze wyze verteerde het vuer des oproers den volksman, die het zoo ontzaggelyk op Vlaenderens bodem had doen ontbranden.ā
Het is een meeslepend verhaal, maar het is de vraag of Consciences beschrijving van de man en zijn dood de juiste is. Zowel Van Artevelde, als zijn moordenaar Geeraart Denys worden dienstbaar gemaakt aan Consciences flamingantisme en figureren in contrasterend zwart en wit als romantische voorbeelden van goed en kwaad. An de Ridder beschrijft in haar onderzoek naar de betekenis van Conscience en zijn werk (Universiteit van Amsterdam, 2011) de moordenaar als:
āde vertegenwoordiger van zowat alle kwaad: moord, doodslag, omkoperij, illegaliteit, bedrog, jaloezie, haat, misbruik […] Hij is Arteveldes geheime vijand en daardoor eigenlijk nog gevaarlijker dan de Koning van Frankrijk en de Graaf van Vlaanderen samen. Hij zorgt in Consciences versie voor de nakende val van Vlaanderens onafankelijkheid en rijkdom omdat hij de Vlaamse eenheid ondermijnt.ā
Wie waren Van Artevelde en zijn moordenaar echter in werkelijkheid? In welke tijdsomstandigheden leefde hij? Waarom en hoe werd hij vermoord? Dat zijn de vragen die hier, anders dan in een romantisch gekleurde vertelling, beantwoord moeten worden.
Boek: Moord en doodslag. 16 verjaarde zaken – Marijke van der Vrugt & Anne Doedens
Lees ook: De krankzinnige jaloerse vrouw