Dit jaar viert het Vredespaleis haar honderdste verjaardag. Het gebouw is namelijk in 1913 in Den Haag gebouwd. Wat is het eigenlijk voor gebouw? Waar dient het toe? En hoe is het in Den Haag terecht gekomen? In het eerste deel van een serie artikelen kijken we naar de totstandkoming van het gebouw.
Internationale Vredesconferentie
In 1899 werd de Eerste Internationale Vredesconferentie gehouden. Deze vond plaats in Den Haag in het Huis Ten Bosch. De Russische tsaar Nicolaas II was de initiatiefnemer. Hij besloot hiertoe, omdat er rond de eeuwwisseling een gespannen sfeer heerste. De Europese grootmachten hielden een precaire vrede in stand en bleven zich bewapenen
Omdat Nederland een neutraal land was, werd Den Haag uitgekozen omdat dit immers de politieke hoofdstad van het land is. Den Haag fungeerde dus als gastheer van en bemiddelaar tussen de grote mogendheden.
Op de agenda stonden voorstellen als de bevriezing van militaire uitgaven, verboden voor het gebruik van onderzeetorpedo’s en het werpen van explosieve projectielen uit ballonnen of enig ander vliegtuig en voor de ontwikkeling van nieuwe wapens met een grotere vuurkracht dan de bestaande. Tot een besluit voor algehele ontwapening kwam het niet.
Permanent Hof van Arbitrage
Er werd wél besloten tot oprichting van een Permanent Hof van Arbitrage, dat als college moest bemiddelen bij internationale geschillen en dreigende oorlogen. De bouw van een representatieve behuizing voor het Hof werd onder meer mogelijk gemaakt door een schenking van 1,5 miljoen dollar in 1903 van de steenrijke Amerikaanse staalmagnaat en filantroop Andrew Carnegie (1836-1919). Carnegie was hiervoor overgehaald door William T. Stead, een Brits journalist en pacifist die als waarnemer beide vredesconferenties volgde, en de Amerikaanse delegatieleider en ambassadeur in Duitsland Andrew White. Voorwaarde was dat deze ‘tempel voor de vrede’ niet alleen het Permanente Hof van Arbitrage zou huisvesten, maar ook een juridische bibliotheek van het allerhoogste niveau.
Carnegiestichting
Op 7 oktober 1903 werd een akte opgesteld met als doelstelling ‘de oprichting en het onderhoud in Den Haag van een gerechtsgebouw en bibliotheek ten behoeve van het Permanente Hof van Arbitrage opgericht krachtens het verdrag van 29 juli 1899′. Op 6 juni 1904 werd volgens Koninklijk Besluit, het reglement van de Carnegiestichting notarieel vastgelegd.
Volgens ditzelfde Koninklijk Besluit werd het eerste bestuur benoemd. Dit bestuur bestond uit A.P.C. van Karnebeek (voorzitter), A.F. de Savornin Lohman, L.P.M.H. Michiels van Verduynen, S. van Sitters (secretaris/penningmeester) en W.H. de Beaufort namens de Raad van Beheer van het Permanent Hof.
In 1913 zou het bestuur ingehuldigd worden door middel van de plaatsing van een monument, de Van Karnebeekbron in het park Zorgvliet.
Huisvesting
Oorspronkelijk (vanaf 1901) vond het Permanente Hof van Arbitrage onderdak aan de Prinsegracht 71. Toen was er niet meer dan een secretariaat en een lijst van beschikbare rechters uit de aangesloten staten. Wanneer een land dan om arbitrage vroeg, kon uit die lijst door elk een arbiter gekozen worden. Deze arbiters op hun beurt moesten het vervolgens eens worden over de keuze van een voorzitter.
Vanaf 1913 zou het Hof zich vestigen in het Vredespaleis. Maar voor dat deze ‘Tempel van Vrede’ gebouw zou worden, moest er nog een hoop gebeuren. Daarover meer in de komende artikelen over het Vredespaleis
~ Michiel Coolen – Den Haag zoals het was
Lees het tweede artikel over de geschiedenis van het Vredespaleis