In het kader van de openbaarheidsmaand nemen we een kijkje in één van onze kerkelijke archieven. Dit keer duiken we in het tragische verhaal van Martinus Swinkels, die keer op keer de Udense pastoor Spierings, bisschop Van de Ven en zelfs de aartsbisschop van Utrecht smeekte om te mogen trouwen. Wanneer we verder graven in onze archieven, vinden we de opmerkelijke reden van deze pertinente weigeringen…
Martinus Swinkels was geboren in 1874 te Uden als zoon van een ongetrouwde moeder. Op een gegeven moment vond hij werk bij een meubelmaker in Duitsland. Zijn ‘zuur gespaarde penningen’ wilde hij spenderen aan een mooie bruiloft. Maar helaas, de geestelijken stribbelden tegen…
Van Herodus naar Pilatus…
Het archief van de parochie Sint Petrus te Uden bevat een ellenlange klachtenbrief van Martinus Swinkels, gericht aan de ‘aardsbisschop’ van Utrecht. In een uiterste poging om tóch dispensatie te krijgen voor zijn huwelijk legt hij op 8 juni 1900 zijn ’treurigen toestand’ aan de hooggeplaatste geestelijke bloot.
De Udense pastoor Spierings had geweigerd om een verzoek voor dispensatie door te sturen naar bisschop Van de Ven in Den Bosch. Hij bemoeide zich niet met die zaak; dit waren ‘zijne eigene woorden’, aldus een geagiteerde Martinus.
De gehele brief bestaat uit een klaagzang over de handelswijze van Spierings en Van de Ven, die hem verschillende reizen vanuit Duitsland lieten maken, allemaal zonder resultaat. Uiteindelijk bleef Martinus geruïneerd achter, als een ‘hulpeloos mensch’ en met een ‘ledige beurs’. Hij had er schoon genoeg van om telkens van ‘Herodus naar Pilatus’ te worden gestuurd en begon zelfs te twijfelen aan de leerstellingen van de Rooms-Katholieke kerk!
Schande
Na de zoveelste reis naar Nederland bleek dat er geen dispensatie kon worden verleend omdat hij in Duitsland woonde. Inmiddels had hij zijn aanstaande bruid bij zich in huis genomen, omdat zij niet langer kon wonen in haar ‘onhoubare stal.’ Je kunt het je voorstellen hoe heel Uden schande sprak van deze situatie. Teleurgesteld wendde Martinus zich ‘fluks’ tot de pastoor van Sterkrade en diens antwoord was verrassend. Lees maar mee:
Deze Duitse pastoor meende dus dat Swinkels zonder bezwaar in ‘Holland’ zou kunnen trouwen en dat er helemaal geen dispensatie verleend hoefde te worden! Het probleem was dat men het stel gewoon niet wílde trouwen, aldus de pastoor. Wat waren dan de achterliggende redenen voor Spierings en Van de Ven, die halsstarrig weigerden dit huwelijk te voltrekken?
Harmonicaspeler
Hiervoor moeten we even terug naar de prille jeugd van Martinus Swinkels. Op 15-jarige leeftijd komt hij als een onschuldig ogende harmonicaspeler al voor het eerst in aanraking met justitie. Wegens bedelarij tussen Sambeek en Boxmeer werd hij acht dagen in hechtenis genomen.
In bovenstaande aanklacht staat precies beschreven hoe de pientere Swinkels dit aanpakte. Hij stak één van zijn armen in de jas ’ten einde de liefdadigheid der voorbijgangers op te wekken, willende doen voorkomen alsof hij die arm miste.’
Twaalfvoudige dief
Was dit dan voldoende grond om hem de kerkelijke zegen over zijn huwelijk te ontzeggen? Misschien konden de bisschoppen dit akkefietje nog wel door de vingers zien, maar een jaar later werd Martinus opnieuw in de kraag gevat. Ditmaal voor een ernstiger vergrijp, namelijk een twaalfvoudige diefstal!
Deze keer kwam Swinkels voorlopig de gevangenis van Breda niet uit. Hij kreeg maar liefst een jaar gevangenisstraf opgelegd. Zekerheid hebben we natuurlijk niet, maar het is heel goed mogelijk dat Spierings en Van de Ven vanwege zijn misdadige verleden geen dispensatie voor zijn kerkelijk huwelijk wilden verlenen.
Toch lijkt het erop dat Martinus zijn leven heeft verbeterd. Na 1891 duikt zijn naam niet meer op in de gevangenisregisters en op 28 juli 1900 stapte hij uiteindelijk in het huwelijksbootje met zijn geliefde Johanna Maria van Boxtel. Of het kerkelijk huwelijk ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, blijft vooralsnog een mysterie…
~ Lisette Kuijper – BHIC