‘De mooiste geborduurde band in Nederland’

Kijk mij! Geborduurde boekbanden 1585-1670 – Marike van Roon
4 minuten leestijd
Arthurus Dentus, Voet-pat der eenvoudigher menschen. Ofte Den conincklijcken wech tot den hemel. A. van Herwijck, Utrecht, voor H. Laurensz, Amsterdam, 1614, en: Biblia dat is De gansche Heylige Schrift. Uldrich Cornelisz, Leiden, voor J.E. Cloppenburch, Amsterdam, en I.J. Canin, Dordrecht, 1615. Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, KW 1769 E 1  © Jos Uljee
Arthurus Dentus, Voet-pat der eenvoudigher menschen. Ofte Den conincklijcken wech tot den hemel. A. van Herwijck, Utrecht, voor H. Laurensz, Amsterdam, 1614, en: Biblia dat is De gansche Heylige Schrift. Uldrich Cornelisz, Leiden, voor J.E. Cloppenburch, Amsterdam, en I.J. Canin, Dordrecht, 1615. Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, KW 1769 E 1  © Jos Uljee
Boeken kan je niet alleen lezen, je kan er ook mee pronken. Vroeger werden bijvoorbeeld geborduurde banden gemaakt, van zijde, goud, zilver en parels. Meer dan dertig van deze geborduurde boekbanden uit de periode 1585-1670 hebben de tand des tijds doorstaan. Ze liggen zorgvuldig opgeslagen in musea en bibliotheken in de hele wereld. Dit was dé bloeiperiode van de borduurkunst, maar er is bijzonder weinig werk bewaard gebleven. Textiel versleet, goud en parels werden hergebruikt. Marike van Roon is zelfstandig kunsthistoricus, gespecialiseerd in textielgeschiedenis. Als hoofdconservator bij het Allard Pierson ontdekte zij de betekenis van de geborduurde boekband. Een jarenlange speurtocht bracht ruim dertig exemplaren aan het licht, verspreid over verzamelingen in de hele wereld. Informatie over deze bijzondere werken is nu gebundeld in Kijk mij! Geborduurde boekbanden 1585-1670 (Sterck & De Vreese). Op Historiek een fragment uit dit boek.


Huwelijksbijbel

Dit is de mooiste geborduurde band in Nederland, zonder twijfel. De prachtige anjer met het blauwgroene blad, de halfgesloten roos, de gestreepte huisjesslakken die langs de blaadjes kruipen en het kleine torretje op een bloemblad: dit is echt schilderen met zijde. De bloemen, symbolen van trouw en liefde, laten zien dat het hier om een huwelijksbijbel gaat. Vogels als de papegaai, de pauw en het puttertje staan voor goede eigenschappen. De overvloed aan fruit staat voor welvaart. Alles straalt rijkdom uit: het witte satijn, het goud- en zilverdraad, de gekleurde zijde en de parels. Het is niet alleen een van de rijkste banden die er zijn, het is ook een van de professioneelst geborduurde banden.

[…]

Anjer en roos

Het overladen van geestelijke boeken met bloemen is geen zeventiende-eeuws fenomeen. De marges van Nederlandse handschriften uit de late vijftiende eeuw, met name van de Brugs-Gentse school, stonden al vol met realistische tekeningen van bloemen en vruchten. Het driekleurig viooltje, aardbeitjes, lelies en rozen waren veelgebruikte motieven. Ze gaven vooral de weelde van de goddelijke natuur weer, maar hadden soms ook een symbolische betekenis. Voor bepaalde bloemen in de kunst van de zeventiende eeuw gold dat zeer zeker.

© Jos Uljee
© Jos Uljee. Uit: Kijk mij!
Neem bijvoorbeeld de anjer. Al lang was deze bloem een vast attribuut op portretten. De anjer had geen eenduidige betekenis. Dat geldt trouwens voor veel symbolische motieven; de context is altijd van invloed. Een anjer in de hand van een man wijst op de vergankelijkheid van het aardse bestaan, zeker als er op het portret ook nog ergens een schedel te zien is. De geportretteerde is zich bewust van de dood en de wederopstanding en daarmee ook van de hoop op het eeuwige leven. Wordt de anjer echter afgebeeld op een dubbelportret van een echtpaar, dan staat de anjer voor huwelijkse trouw.

Een ander veel voorkomend motief was de roos. Ook deze had meerdere betekenissen. In Het schilder-boeck van Karel van Mander uit 1604 kunnen wij lezen:

‘De Roose bewijst de cortheyt van s’Menschen swack leven […] om haer ongeduericheyt, en datse in doornen wast: gelijck des Menschen leven van veel benouwtheyt wort aenghevochten. De Roos beteyckent oock den wellust der vleeschlijcker liefde, om haer ongheduericheyt.’

Sinne- en minnebeelden - Jacob Cats
Sinne- en minnebeelden – Jacob Cats
Ook deze bloem heeft dus betrekking op vergankelijkheid én liefde. Dat kan om de uitersten van de liefde gaan, van kuise liefde tot onverhulde seks. Zo vergelijkt de dichter Jacob Cats, die bepaald niet preuts was, een meisje dat zich tot vrouw ontwikkelt met een roos. De woorden die hij een meisje laat uitspreken in zijn Sinne- en minnebeelden uit 1627 laten niets aan de verbeelding over:

‘Als eerst dat jeughdigh purper-root / Quam puylen uyt mijn teeren schoot’.

Het andere uiterste, de trouwe liefde, wordt bijvoorbeeld beschreven in de Emblemata physico-ethica van Nicolaus Taurellus uit 1595. Op een van de prenten in dit embleemboek staat een vrouw met een roos in haar handen, onder het motto ‘Roseo rosa vivit odore’, de roos leeft met een rozengeur. De geur staat voor de trouw, de kleur voor de liefde. Samen staan zij voor de standvastigheid binnen het huwelijk.

De combinatie van roos en anjer komt veel voor op geborduurde boekbanden, een enkele keer zelfs prominent als hoofdmotieven op voor- en achterzijde. Zij staan voor echtelijke liefde en trouw, passende motieven voor een trouwbijbel, beter gezegd het kerkboek dat de vrouw kreeg ter gelegenheid van haar huwelijk.

Tulp, viooltje en aardbei

Er zijn nog enkele motieven die samen voorkomen: het driekleurig bosviooltje, de aardbei en de tulp. De tulp vervangt vaak de roos en heeft vrijwel dezelfde betekenis. Het is deze bloem die centraal staat in Cats ‘Maeghde-wapen’ uit zijn boek Houwelick uit 1625. Daar is de tulp omgeven door bijen die proberen binnen te dringen. Of ze dat lukt, hangt af van de mate waarin de bloem zich geopend heeft. Is de bloem strak gesloten, dan kan het te kuise meisje haar kans mislopen. Staat de bloem wijd open, dan heeft het meisje al te veel weggegeven. De bloem moet licht geopend zijn, veelbelovend, maar niet alles prijsgevend.

Kijk mij! Geborduurde boekbanden 1585-1670 - Marike van Roon
Kijk mij! Geborduurde boekbanden 1585-1670 – Marike van Roon
Ook bij het bosviooltje en de aardbei zijn meer betekenissen mogelijk. Afzonderlijk afgebeeld staat het viooltje voor maagdelijkheid en de aardbei voor verleiding en sensuele geneugten. Maar gecombineerd staan viooltje en aardbei voor nederigheid. Zij zijn ook afgebeeld bij de personificatie van de eenvoud op Cats’ ‘Maeghde-wapen’, als symbool voor een van de belangrijkste eigenschappen van de gehuwde vrouw. Dat roos, anjer, tulp, viooltje en aardbei op geborduurde boekbanden verwijzen naar liefde en huwelijk lijdt geen twijfel en wordt bevestigd door de geborduurde trouwhandschoenen uit dezelfde tijd.

Boek: Kijk mij! Geborduurde boekbanden 1585-1670 – Marike van Roon

Marike van Roon is sinds 2022 zelfstandig kunsthistoricus, gespecialiseerd in textielgeschiedenis. Als hoofdconservator bij het Allard Pierson, de erfgoedinstelling van de Universiteit van Amsterdam, ontdekte zij de betekenis van de geborduurde boekband. Een jarenlange speurtocht bracht ruim dertig exemplaren aan het licht, verspreid over verzamelingen in de hele wereld.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×