Eén van de heiligdommen in Byblos staat bekend als de Torentempel. Veel is er niet van over, zoals u hierboven ziet. Eigenlijk alleen een soort podium, waarop wel of niet een toren kan hebben gestaan. Groot was de cultusplek in elk geval niet. Daar staat dan weer tegenover dat er werk van is gemaakt een podium te bouwen en hoogte te winnen. Ik lees dat het platform een meter of zes boven het maaiveld uitstak. (In mijn herinnering is het minder.) De trap is gemaakt van ankerstenen.
In elk geval: een verhoogd punt dat op zijn beurt is geplaatst op het hoogste punt in een stad die dertig meter boven de zee uitsteekt. Zelfs als er geen toren op stond, had je vanaf dit podium een prachtig uitzicht over de zee. Inmiddels staat er een Ottomaans huis in de weg dat later deze maand in gebruik wordt genomen als museum. Althans, dat is de bedoeling, maar in het arme Libanon is momenteel niets zeker.
Vuurtoren
Er is een parallel voor zo’n toren. In de noordelijke havenstad Ugarit stond een tempeltoren die was gewijd aan de god Ba’al. Op het dak was een altaar. Schepen die de haven naderden, konden dus afgaan op de rook of het vuur. Het is beslist niet ondenkbaar dat de tempel in Byblos, toren of niet, eveneens een functie had als vuurtoren.
Ik moest onwillekeurig ook even denken aan een regel uit het Bijbelboek Exodus 13.21, waar het niet gaat over scheepvaart maar over de Hebreeën die door de woestijn trekken: God toont hun de weg nu eens als lichtende vuurzuil, dan weer als opkringelende rook. Misschien wat vergezocht. Maar ik moest er even aan denken.