Vorige week was ik in Mainz en we bezochten het Gutenbergmuseum. Nergens ter wereld zie je op één plek zoveel wiegedrukken (boeken gedrukt vóór 1500) bij elkaar. Leuke teksten ook, zoals de uitgave van het Corpus Iuris die een van Gutenbergs leerlingen vervaardigde (een ander exemplaar is in Zutphen), teksten van Erasmus en Luther (akkoord: post-1500), de Germania van Tacitus en natuurlijk bijbels, gedrukt door de uitvinder zelf.
Ook het bovenstaande boek is er: een uitgave van Ptolemaios’ Geografie, een fundamenteel werk. Onze reconstructie van de antieke topografie gaat er voor een belangrijk deel op terug. De landkaarten zijn beroemd. Hierboven ziet u één voorbeeld, maar er zijn in Ptolemaios’ Geografie diverse kaarten opgenomen.
De grote vraag is: zijn dat reconstructies, gemaakt door humanisten, of gaan ze terug op een verloren middeleeuws origineel? De informatie op de kaarten is dezelfde, want ze gaat terug op Ptolemaios’ tabellen met coördinaten van de diverse plaatsen, dus inhoudelijk maakt het niet uit. We weten echter weinig over de wijze waarop in de Oudheid landkaarten in boeken waren opgenomen. Stonden er werkelijk twaalf windgoden rondom?
Meer in het algemeen weten we onvoldoende over illustraties in de perkamenten boeken die in de Late Oudheid bestonden. Het is dus onuitstaanbaar dat we niet weten of de maker van het prachtige boek hierboven teruggreep op een verloren antiek voorbeeld of zelf iets moois maakte.