Willem Merk – De Nederlandse smokkelkapitein die van Sint-Helena ontsnapte

De vluchtende Hollander – Ron Moerenhout
9 minuten leestijd
Willem Merk op de Frontier. Uit: De vluchtende Hollander
Willem Merk op de Frontier. Uit: De vluchtende Hollander (Just Publishers)
Wat Napoleon niet lukte, lukt smokkelkapitein Willem Merk wel. In de jaren ’90 ontsnapt hij op miraculeuze van Sint-Helena, een van de meest afgelegen eilanden ter wereld. Nadat in zijn schip de Frontier 5.000 kilo drugs zijn aangetroffen, wordt de Nederlandse kapitein tot 15 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Hij moet die uitzitten in de eeuwenoude gevangenis van het eiland Sint-Helena, midden in de Atlantische Oceaan. Met een provisorisch bootje weet hij te ontkomen naar Brazilië. Althans, zo gaat het verhaal waarmee Merk de internationale pers haalt. Het ware verhaal blijkt anders te liggen, zo ontdekt Ron Moerenhout. In zijn boek De vluchtende Hollander (Just Publishers) vertelt hij het ware ‘Papillon-verhaal’. Op Historiek een fragment over de twijfels die Moerenhout kreeg op Sint-Helena over het verhaal van de ontsnapping.


De vluchtende Hollander

In december 2015 kwam een ‘jongensdroom’ uit toen ik aan boord ging van de boot naar Sint-Helena. Zo lang als ik me herinner kijk ik op globes en wereldkaarten of het eilandje erop staat. Ooit ga ik er heen, zo had ik me voorgenomen. Vanwege de ligging midden in de Atlantische Oceaan tussen Afrika en Amerika geldt Sint-Helena als een van de meest afgelegen bewoonde eilanden op aarde. Tot de ingebruikname van een vliegveld in 2017 was een boottocht van vijf dagen vanuit Kaapstad met het Royal Mail Ship ‘St Helena’ de enige mogelijkheid om op het vulkaaneiland ter grootte van Texel te komen.

Napoleon

Napoleon op Sint-Helena, Franz Josef Sandmann (Publiek Domein - wiki)
Napoleon op Sint-Helena, Franz Josef Sandmann (Publiek Domein – wiki)
Het eilandje werd deel van de wereldgeschiedenis als laatste ballingsoord van Napoleon Bonaparte. De ‘Kleine Keizer’ verbleef er onvrijwillig na zijn ‘Waterloo’ vanaf 1815 tot aan zijn dood in 1821. Zijn overwinnaars, onder leiding van de Britse generaal Wellington, wilden voor eens en voor altijd van de zelfbenoemde keizer af. Eerder was Napoleon namelijk al binnen een jaar van het Italiaanse eilandje Elba ontsnapt toen hij daarheen was verbannen. Zonder enige moeite had hij de macht in Frankrijk weer gegrepen. Tot hij definitief bij Waterloo in België werd verslagen.

Zijn overwinnaars waren het over één ding roerend eens: onder geen beding mocht Napoleon Bonaparte terug aan de macht komen. Er waren al genoeg doden gevallen bij alle oorlogen die hij had gevoerd. Hij moest worden verbannen naar een plek waar hij nooit meer vanaf zou kunnen komen en bovendien niemand tot last kon zijn. Wellington was ooit onderweg van India naar Engeland langs het in Britse handen zijnde Sint-Helena gekomen. Hij opperde dat dit de ideale plek zou zijn om de voormalige Franse keizer naartoe te brengen. Ontsnappen zou onmogelijk zijn vanwege de extreem geïsoleerde ligging van het eiland op 2.000 kilometer van Angola, het dichtstbijzijnde Afrikaanse land, en ruim 3.000 kilometer van de Braziliaanse kust.

Uitzicht op St Helena. Foto: Ron Moerenhout
Uitzicht op Jamestown, St Helena. Foto: Ron Moerenhout. Uit: De vluchtende Hollander (Just Publishers)

Het ruige eilandje Sint-Helena staat op iedere globe of wereldkaart. Als een speldenknop weliswaar, maar het staat erop. Dat is niet vanwege Napoleons ballingschap daar, maar om de eenvoudige reden dat het een echt landje is. Het valt onder het regime van de Britse kroon als overzees gebiedsdeel, maar het is een officieel land met eigen postzegels en een eigen munt, de Sint-Helena pond, en wordt bestuurd door een Britse gouverneur, die om de vier jaar wordt afgelost.

‘De bootreis van vijf dagen onafgebroken varen naar het wereldberoemde eilandje was beslist geen straf’

Bij toeval hoorde ik dat ik haast moest maken als ik nog per schip naar Sint-Helena wilde. Het langverwachte vliegveld dat voor ontsluiting van het eiland en zijn inwoners moest zorgen, ging er eindelijk komen. Dat zou het einde betekenen voor de RMS ‘St Helena’, de koninklijke postboot die de verbinding met het eiland verzorgde vanaf Kaapstad. Als je wilt ervaren hoe afgelegen het ligt, dan moet je de reis natuurlijk wel met een boot maken. Ik boekte en vertrok op 30 december 2015.

De RMS ‘St Helena’ is een relatief klein zeeschip en een weinig voorkomende combinatie van vracht- en passagiersboot. Voor op het dek, met twee stoere kranen, stonden de containers met goederen voor het eiland. In het ruim losse zaken, zoals koelkasten, bouwmaterialen en een enkele nieuwe auto bestemd voor de ‘Saints’, zoals de inwoners van Sint-Helena zich trots noemen. De bootreis van vijf dagen onafgebroken varen naar het wereldberoemde eilandje was beslist geen straf. Niet alleen werd je als passagier op bijna koloniale wijze in de watten gelegd – van ontbijt tot viergangendiners ’s avonds – je hoefde je geen moment te vervelen. Dagelijks werden er traditionele deck games georganiseerd en kon er zelfs cricket worden gespeeld op het achterdek. Netten rondom moesten voorkomen dat de bal de oceaan in vloog. Op het achterdek bevond zich een klein, met zeewater gevuld, zwembad om af en toe in te springen.

Mainstreet Jamestown in 1991. Uit: De vluchtende Hollander
Mainstreet Jamestown in 1991. Uit: De vluchtende Hollander (Just Publishers)

Nederlandse sporen

Mijn idee was een boek te schrijven over mijn reis naar Sint-Helena. Ik was van plan daar vooral veel ‘wist-ik-nietjes’ over Napoleon in te verwerken. Tijdens mijn voorbereiding bleek echter dat het eiland enige tijd in Nederlandse handen is geweest. Enthousiast geworden, enig chauvinisme was me niet vreemd, besloot ik me niet op de Franse keizer te focussen, maar vooral op zoek te gaan naar Nederlandse sporen.

‘Wat nog nooit iemand gelukt was, lukte Merk wel. Hij wist te ontsnappen’

Tijdens de boottocht raakte ik aan de praat met een officier in hagelwit uniform. Toen ik hem vertelde dat ik op het eiland op zoek zou gaan naar alles wat met Nederland te maken had, begon hij te grijnzen. ‘Dan heb je vast wel gehoord van die Nederlandse kapitein die in de jaren negentig is ontsnapt van het eiland?’ Dat had ik inderdaad. Voordat ik vertrok naar Sint-Helena las ik werkelijk alles wat ik maar te pakken kon krijgen over het eiland en zijn roemruchte geschiedenis. Zo kwam ik ook het verhaal ‘De Vluchtende Hollander’ tegen in Alleen huilebalken hebben spijt van misdaadverslaggever Peter R. de Vries. Dat spectaculaire ontsnappingsverhaal had eerder in juni 1994 in twee delen in Panorama gestaan. Ik wist dus waar de officier op doelde. De Amsterdamse kapitein Willem Merk was in 1990 samen met zijn bemanning op Sint-Helena gearresteerd op verdenking van drugsbezit. In een verborgen ruimte aan boord van hun schip de ‘Frontier’ trof de politie een grote hoeveelheid cannabis aan. Willem Merk werd veroordeeld tot een langdurige gevangenisstraf terwijl zijn bemanning, bestaande uit drie Nederlanders en drie Ghanezen, slechts twee jaar kreeg. Wat nog nooit iemand gelukt was, lukte Merk wel. Hij wist te ontsnappen. Na terugkeer in Nederland vertelde hij zijn belevenissen uitvoerig aan Peter R. de Vries.

Frontier in Japan, 1989. Uit: De vluchtende Hollander
Frontier in Japan, 1989. Uit: De vluchtende Hollander (Just Publishers)

Het verhaal van Willem Merk

Samengevat komt Merks verhaal hierop neer: Als tijdverdrijf schilderde hij in zijn cel. Regelmatig kwamen bewakers kijken naar zijn schilderijtjes. In een onbewaakt ogenblik zou hij de gevangenissleutels hebben bemachtigd en daar een afdruk van hebben gemaakt in een stuk zeep. Met een gestolen zaagje en een vijl maakte hij met engelengeduld de sleutels na uit een plaatje metaal dat hij had gevonden tijdens een wandeling buiten de gevangenis. Een provisorisch bootje had hij ook. Een onbekende eilander zou namelijk, tegen betaling, een van houten vrachtpallets en polyester gemaakt ‘zeilbootje’ hebben klaargelegd in een baai. Een soort kruising tussen een surfplank en een vlot dat was volgestouwd met piepschuim om niet te zinken. Als mast diende een bamboestok met een stuk afdekzeil. Over dit onderdeel van het verhaal merkt Peter R. de Vries in het verslag op dat dit het enige was waar Merk nogal terughoudend over deed wanneer hij erop doorvroeg.

Willem Merk, fragment uit de cover van De vluchtende Hollander.
Willem Merk, fragment uit de cover van De vluchtende Hollander.
In de nacht van 4 op 5 april 1994 ging Willem Merk ervandoor. Om de bewakers, die ’s nachts zijn cel controleerden, om de tuin te leiden had hij kleding onder zijn dekens gepropt, zodat het leek of er iemand lag. Bovendien had hij zijn eigen snurkgeluiden opgenomen, die door een dicteerapparaatje non-stop werden afgespeeld. In eerste instantie hield de vluchteling zich een paar dagen schuil in de bergen. Toen de zoekacties op land en zee door de politie gestaakt werden, zwom hij naar het gammele bootje. Om zijn middel had hij een soort riem van touw waarin hij tien blikjes bonen had gebonden die hij in de gevangenis had opgespaard. Een jerrycan met water, die hij met een touw aan zijn rug had gebonden, trok hij achter zich aan. Zo zeilde hij zijn vrijheid tegemoet. Onderweg hield hij zich in leven met de bonen, het water en één met heel veel moeite gevangen vis. Navigeren deed hij als ervaren zeeman op de sterren. Overdag was het lastig koers te houden. Na een barre tocht van drie weken kwam Merk uiteindelijk in Brazilië aan. Met hulp van het Nederlands consulaat, en advocaat Pieter Huisman, keerde hij terug naar Nederland. Eind goed, al goed. Een goed verhaal vond ik het. Een film waard.

Toen ik het in grote lijnen vertelde aan de officier op de boot lachte hij. Hij raadde me aan eens navraag te doen op het eiland over hoe Merk was weggekomen. Tijdens mijn verblijf op Sint-Helena sprak ik met een politieman die zowel ten tijde van de arrestatie als de ontsnapping als jonge agent dienst had gehad, ontmoette ik de toenmalige havenmeester, bezocht ik de eeuwenoude gevangenis van Jamestown om de plek te zien waar Merk had gezeten en waaruit hij was ontsnapt, fotografeerde ik documenten over de rechtszaak in het rommelige archief van het gerechtsgebouw, waar ze zelfs met zijn achtergebleven paspoort aan kwamen zetten en sprak ik met een vrouw die Merk had leren kennen toen ze in de gevangenis als vrijwilliger werkte. In het kleine plaatselijke museum stond ik stil bij een vitrine over Willem Merk met een pagina uit een Britse krant over zijn ontsnapping. Daar hing ook een schilderijtje dat hij tijdens zijn detentie had gemaakt: een boot vaart met volle zeilen weg, de horizon tegemoet.

HM Prison Jamestown
HM Prison Jamestown. Foto: Ron Moerenhout. Uit: De vluchtende Hollander (Just Publishers)

Het was me echter nog steeds volstrekt onduidelijk hoe Merk uit de gevangenis was gekomen. Hij moest bijna wel hulp van binnenuit hebben gehad. Er was geen enkel spoor van (uit)braak. Maar dat hij met een zelfgemaakt bootje was ontkomen, werd door iedereen die ik sprak weggehoond. Al snel hoorde ik dat hij met een Zuid-Afrikaan, die voor een klein vergrijp kort in de gevangenis had gezeten, in diens zeiljacht ervandoor zou zijn gegaan. De toenmalige havenmeester wist de naam van het jacht nog: ‘De ‘Fujiar’. Hij onthield het met het ezelsbruggetje Fuck You Jack I’m All Right.

‘Was Merk een zware crimineel of een naïeve zeeman die met verkeerde mensen omging?’

Ik verwerkte mijn bevindingen over Willem Merk daarna in het boek Laatste boot naar Sint-Helena, dat veel meer dan dat bevatte. Merk was maar een van de onderwerpen. Ik was niet van plan zijn zaak verder te onderzoeken. Peter R. de Vries had alles immers al tot in detail opgetekend uit de mond van Willem Merk zelf. Omdat het verhaal van Merk terloops op mijn pad was gekomen, realiseerde ik me toen geen moment dat je niet zomaar duizenden kilo’s drugs aan boord hebt, een lading die een gigantische waarde vertegenwoordigt. De kans dat het geen eenmansactie betrof, maar dat er een hele organisatie achter moest zitten, was groot. Wie waren de aanjagers? Was Merk slechts een kleine vis die pech had gehad of speelde hij een grotere rol in deze organisatie? Ik vond het al heel stoer dat ik in mijn boek kon schrijven dat ik erachter was gekomen dat Merk niet met een veredeld vlot ontsnapte, maar met een volwaardige zeilboot. En dat hij dus de media, en ook Peter R. de Vries, maar wat op de mouw had gespeld.

Nieuwe vragen

De vluchtende Hollander – Ron Moerenhout
De vluchtende Hollander – Ron Moerenhout
Tijdens de lezingen die ik na de verschijning van Laatste boot naar Sint-Helena gaf in boekhandels en bibliotheken van Terschelling tot Vlissingen, waarin ik ook het verhaal van Willem Merk de revue liet passeren, kwamen er vanuit de toehoorders keer op keer vragen op me af waar ik geen antwoord op had. Opereerde Merk alleen of was er een hele organisatie bij betrokken, wie hielp hem ontsnappen en hoe was alles precies in zijn werk gegaan? En was Merk een zware crimineel die al veel langer in de drugssmokkel zat of een naïeve zeeman die met verkeerde mensen omging en als resultaat daarvan zelf tegen de lamp was gelopen? Hoe verging het Merk na zijn ontsnapping? En de meest gestelde vraag: leeft Willem Merk eigenlijk nog? De antwoorden op al die vragen wist ik niet. Ze prikkelden mijn nieuwsgierigheid. Ik moest hier gewoon achteraan.

~ Ron Moerenhout

Boek: De vluchtende Hollander – Ron Moerenhout
Video: Peter R. de Vries bij Boulevard over De vluchtende Hollander
Ook interessant: Napoleon Bonaparte (1769-1821) – Franse generaal en keizer

Bekijk dit boek bij:

0
Reageren?x
×