Antieke landkaarten vormen al jaren een fascinatie. Niet enkel door het landmeetkundige aspect, het graveren en verspreiden van de gravure en de tot de verbeelding sprekende kaartenmakers, graveurs, etsers en uitgevers, maar ook door de historische context.
En dat een onderzoek vervolgens leidt tot een bizarre confrontatie met een Hongaarse museumdirecteur, tot religieuze spanningen tussen een katholiek en een protestant en tot visioenen over een Italiaanse veldheer die in datzelfde jaar 1629 de Veluwe grotendeels verwoestte, was op voorhand niet voor mogelijk te houden. Toch gebeurde het. En de fascinatie voor antieke landkaarten wordt enkel maar groter.
In het voorjaar van 2012 ontdekte ik in de Zuidelijke Nederlanden een opmerkelijke kopergravure van de Veluwe. De Veluwe, alwaar ik zelf geboren en getogen ben. De ingelijste gravure lag wat verloren tussen een antieke Biedermeier kast en een viertal Louix XVI stoelen. Na enige bestudering van de kaart bleek al snel dat deze kaart niet alleen verworven diende te worden, maar zeker ook onderzocht. En zo geschiedde.
Het onderzoek, dat leidde tot een grote publicatie in het jaarverslag van de cartografen- en uitgeversfamilie Hondius, leidde mij persoonlijk naar bijzonder mensen uit het verleden en heden. Personen die allen om welke reden dan ook een relatie hadden tot deze kopergravure. Van nazaten van de opdrachtgever en van de uitgever van de kaart, tot aan opmerkelijke personen uit de Gouden Eeuw en de Tachtigjarige oorlog, als Maurits van Nassau, de diamantair Jan van Wely, de cartograaf en uitgever Henricus Hondius, bewindhebber van de WIC Kiliaen van Rensselaer en de Italiaanse veldheer in Spaanse dienst Raimondo Montecuccoli.
Enerzijds de welgestelde calvinistische elite die verantwoordelijk was voor de vervaardiging van de Veluwekaart, anderzijds de katholieke Spanjaarden en hun huurlingen, die verantwoordelijk waren voor grote plunderingen, verkrachtingen en verwoestingen op de Veluwe. Montecuccoli spande daarin de kroon. De arme Veluwe, alwaar mensen vluchtten naar Amsterdam om hun heil te zoeken, weg van een arm, woest en kaal gebied, waar struikrovers en wolven domineerden.
Tijdens mijn onderzoek stuitte ik op een stukje papier, verlijmt op een strook papier aan de achterzijde van de kaart. Op dit stukje papier bevond zich een deel van een stempel. Delen van enkele Hongaarse woorden waren zichtbaar. En een plaatsnaam: Gyor.
Een stempel vertelt mogelijk iets over de herkomst, maar ook over een (voormalig) eigenaar. Mijn nieuwsgierigheid was sterker dan mijn terughoudendheid en ik besloot verder te duiken in het onderzoek naar de verblijfplaats van deze bijna 400 jaar oude kaart. Via vele omwegen door Hongarije was het eindelijk raak: de stempel was van een seminarie en bisschoppelijke bibliotheek in Gyor. De stad Gyor (Duits: Raab), gelegen in noordwest Hongarije, en langdurig onderdeel van het Habsburgse Rijk.
Ontvreemd
De kaart, een product van protestantse vrienden ten tijde van de overheersing door de katholieke Spanjaarden en hun huurlingen. Geplunderd, meegenomen en geschonken aan de bisschoppelijke bibliotheek? Zeer wel mogelijk, maar slechts één theorie. Ik vertelde hem over een Prins van Oranje, over de vermoorde diamantair Jan van Wely en zijn zoon Johan, over de VOC en de WIC, over de beroemde cartografen- en uitgeversfamilie Hondius, de welgesteldheid van de koopstad Amsterdam en de arme Veluwe. Over een groepje Protestantse vrienden die elkaar zeer regelmatig zagen, en niet alleen in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Ze vertelden elkaar verhalen over verre reizen en hoe de wereld eruit zag. Over handel, over diamanten en specerijen. En over zeekaarten en landkaarten. Fascinerend.
Irritatie maakte plaats voor fascinatie, de directeur begreep me en we schudden elkaar de hand.
En terwijl ik schrijf kijk ik naar de wand aan de andere zijde van mijn werkkamer. De kopergravure De Veluwe pronkt hier aan de wand, ergens in een klein dorp op de Veluwe. Na bijna 400 jaar weer terug van een lang en ver verblijf. Fascinerend…

In de rubriek ‘Geschiedenis op de kaart’ schrijft Harald over (het verhaal achter) een bijzondere kaart.