Irma Laplasse werd kort na de bevrijding in 1944 wegens haar betrokkenheid bij de dood van zeven verzetsleden door een militaire rechtbank in Brugge ter dood veroordeeld. In Vlaams-nationalistische kringen werd haar terechtstelling beschouwd als het symbool van de naoorlogse repressie. Het verhaal:
Een kijk op wat voorafging
Irma Laplasse, eigenlijk Irma Elisa Swertwaeger zoals ze voluit met haar meisjesnaam heette, werd de negende februari 1904 geboren te Schore een polderdorp niet ver van de kustgemeente Middelkerke in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Over haar jeugd is weinig bekend, wel is duidelijk dat ze op twintigjarige leeftijd huwde met Henri Laplasse met wie ze twee kinderen kreeg en op een boerderij in Oostduinkerke ging wonen.
Begin jaren dertig begon Henri Laplasse sympathie te koesteren voor het nationaalsocialistisch gedachtegoed dat in Duitsland hoogtij vierde en werd lid van het VNV, het Vlaams Nationaal Verbond, een uitgesproken Vlaams-nationalistische partij die sterk aanleunde bij de ideeĆ«n van de Nieuwe Orde. In 1941 werd Laplasse tevens lid van de āVlaamse Wachtā, een op semi-militaire leest geschoeide groepering die openlijk met de Duitse bezetter collaboreerde.
Hoewel Irma Laplasse niet de minste interesse betoonde voor de politieke gezindheid van haar man, kreeg ze toch samen met de hele familie het etiket opgeplakt van met de Duitsers mee te heulen, zeker toen ook haar zoon Frederik toetrad tot de āVlaamse Fabriekswachtā, een privĆ©militie die voornamelijk voor de āLuftwaffeā bewakingsopdrachten uitvoerde op vliegvelden. Dat dochter AngĆØle bovendien binnen de lokale afdeling van de DMS, de Dietsche Meisjesscharen, een voortrekkersrol speelde was nog meer koren op de molen van hun dorpsgenoten.
De septemberdagen van 1944
De zevende september 1944 rukten Canadese troepen Diksmuide binnen. Het Duitse garnizoen trok zich in allerijl terug achter haar defensieve stellingen ter hoogte van Groenendijk, een gehucht tussen Oostduinkerke en Nieuwpoort. Intussen waren enkele verzetsleden bij het vernemen van de gebeurtenissen in Diksmuide begonnen met de arrestatie van collaborateurs en Duitse soldaten. Ook Frederik Laplasse was door de verzetslieden gearresteerd en samen met de krijgsgevangen Duitsers overgebracht naar de gemeenteschool van Oostduinkerke.
De volgende dag hield Irma Laplasse die voor het leven van haar zoon vreesde bij de Duitse commandant in Groenendijk een hartstochtelijk pleidooi om de gevangenen in de gemeenteschool te ontzetten. Daarop begaf zich een gewapend detachement Duitsers naar de school waar vrijwel onmiddellijk een vuurgevecht uitbrak. Drie verzetsleden werden tijdens de schietpartij gedood terwijl vier anderen onmiddellijk na hun gevangenname bij wijze van represaille door de Duitsers werden gefusilleerd.
Proces en terechtstelling
Het nieuws van wat zich aan de gemeenteschool had afgespeeld verspreidde zich razendsnel en kort daarna werd Irma Laplasse aangehouden op beschuldiging van verraad met de dood van zeven weerstanders tot gevolg. Tijdens het proces op de militaire rechtbank was het vooral de krijgsauditeur Jean Vossen die hard van leer trok en de doodstraf eiste voor Irma Laplasse. De rechtbank volgde zijn requisitor en de eenentwintigste december 1944 werd Irma Laplasse schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. Nadat ook haar rechtszaak in beroep en een gratieverzoek waren afgewezen werd ze de dertigste mei 1945 in de gevangenis van Brugge terechtgesteld.
De verdere gebeurtenissen
De zaak Laplasse werd in de kranten uitvoerig becommentarieerd, maar de voltrekking van het vonnis werd voornamelijk binnen Vlaamsgezinde groeperingen aan de kaak gesteld en aangegrepen als een voorbeeld van de naoorlogse repressie. Vooral de jezuĆÆet en historicus Karel van Isacker (1913-2010) uitte openlijk zijn twijfels over het correcte verloop van het proces dat Irma Laplasse te beurt was gevallen. De polemiek omtrent haar dood bleef aanhouden en uiteindelijk gaf in de jaren negentig de toenmalige minister van justitie Melchior Wathelet de toelating tot herziening van het proces Laplasse.
Precies vijftig jaar na haar terechtstelling verbrak op dertig mei 1995 het Krijgshof van Brussel het eerdere arrest van de Krijgsraad in Brugge en startte met een nieuw proces. De veertiende februari 1996 oordeelde het Krijgshof Irma Laplasse echter opnieuw schuldig aan de indertijd tegen haar ten laste gelegde feiten en veroordeelde haar niet meer ter dood maar postuum tot levenslange hechtenis en ontzetting uit haar burgerrechten. Toen twee jaar later ook een laatste hoger beroep werd afgewezen viel eindelijk het doek over de zaak Laplasse.
Frederik Laplasse, met wie alles aan het rollen was gegaan, overleefde de repressiegolf en stierf in 2013 op 88-jarige leeftijd in zijn woning te Oostduinkerke.
Ook interessant: Hoe Vlaanderen worstelt met de bestraffing van collaboratie
…of: De Vlaamse beweging – Een parallelle geschiedenis van BelgiĆ«
Boek: Kinderen van de repressie