Iemand die nogal op zichzelf is en zich onverstoord en eigenzinnig door het leven slaat, wordt in Nederland wel eens een eigenheimer genoemd. Het woord wordt daarnaast ook wel gebruikt als een synoniem voor een autochtoon. Lang niet iedereen weet dat dit woord afkomstig is uit de agrarische wereld. Een eigenheimer is oorspronkelijk namelijk een kruimig aardappelras, dat nog altijd wordt geteeld.
De eigenheimer werd eind negentiende eeuw voor het eerst geteeld door de Groningse landbouwer en aardappelveredelaar Geert Veenhuizen. De nieuwe soort met gele schil ontstond uit een kruising van twee andere aardappels: Blauwe Reuzen en Fransen (Jaune d’Or). Veenhuizen teelde zijn eerste eigenheimers op een proefveldje van een landbouwvereniging in Sappemeer. De soort bleek het uitermate goed te doen in de Groningse klei, het ‘eigen heim’ dus van de teler.
Veenhuizen teelde later nog zo’n negentig nieuwe aardappelsoorten, waarvan de Rode Ster en de Bravo vrij bekende voorbeelden zijn. De meeste van deze aardappelen zijn later verdrongen door weer nieuwe varianten, maar de eigenheimer bestaat nog altijd. En we komen deze aardappel dus niet alleen tegen in de keuken, maar ook in onze taal, als synoniem voor autochtonen en eigenzinnigen.
Aardig om te vermelden is verder nog dat de naam ‘eigenheimer’ in de Tweede Wereldoorlog ook gegeven werd aan een bepaald type type vliegtuigbom dat door de Duitsers werd gebruikt.
Bronnen ▼
-https://www.etymologiebank.nl/trefwoord/eigenheimer
-https://web.archive.org/web/20160314081401/https://www.dodenakkers.nl/beroemd/maatschappij/203-veenhuizen.html
-https://www.levenderfgoedgroningen.nl/alle-verhalen/eigenheimer-2