Als ergens uitgebreid over gekletst of gebabbeld wordt, zegt men soms dat de gespreksdeelnemers ‘een boom opzetten’. Vaak gaat het om uitvoerige gesprekken of discussies. Ook wordt de zegswijze wel eens gebruikt voor mensen die nogal breedsprakig zijn en lange verhalen vertellen. Als dergelijke personen ‘een boompje’ opzetten, duurt het dus wel even voor ze uitgesproken zijn…
Volgens taalkundige Frederik August Stoett (1863-1936) was deze uitdrukking aanvankelijk vooral bekend in Oost-Indië en waaide hij vandaar uiteindelijk naar onze contreien over.
De zegswijze zou ontleend zijn aan het klaverjassen waarbij een complete wedstrijd bestaat uit zestien spelen. Zo’n complete wedstrijd wordt ook wel een ‘boompje’ genoemd, een verwijzing naar een wedstrijdpapier waarop men vroeger, in de vorm van een boompje, noteerde hoeveel slagen iedere speler had behaald.
In Zuid-Nederland had men het vroeger ook wel over ‘een boom spelen’, waarmee men dan bedoelde dat er gespeeld werd tot een van de deelnemers een bepaald aantal keren had gewonnen. Later gingen deze en soortgelijke zegswijzen synoniem staan voor gezellig bij elkaar zitten of lekker kletsen.
‘Bomen’ is vandaag de dag ook een werkwoord, dat gebruikt kan worden om aan te geven dat personen uitgebreid praten of discussiëren.
Van boom tot boot – Boten uit de prehistorie
Korte geschiedenis en oorsprong van de kerstboom
Bronnen â–¼
-Nederlandse spreekwoorden spreuken en zegswijzen – K. ter Laan