‘Van de katharen is veel bekend’, zo opent Karel Wellinghoff zijn boek De roep van de katharen, ‘maar toch blijven zij, ondanks de hoeveelheid aan historische en speculatieve informatie, in nevelen gehuld.’ (9) Aan de hand van vijf katharenlevens brengt Wellinghoff feit en fictie rond deze religieuze sekte in kaart. De auteur gaat daarbij in op de geschiedenis, de missie en de huidige betekenis van de katharen.
Het begrip ‘kathaar’ heeft het Nederlandse woord ‘ketter’ in het leven geroepen. Een ketter is, zoals de meeste mensen wel weten, iemand die afwijkt van de leer van de dominante kerk. Het bestaan van ketters laat zien dat de periode van de Middeleeuwen niet beschouwd kan worden als een periode die zwart en duister was, omdat de Rooms-Katholieke Kerk alle facetten van het leven bepaalde. Dat deed deze kerk namelijk niet, zoals in 1984 historicus Emanuelle le Roy La Durie al aantoonde in zijn veelgeprezen detailstudie Montaillou, waarin hij het verhaal vertelt van een dorpsgemeenschap met ketters in de Pyreneeën.
Geen hypocriete priesters
De geschiedenis van de katharen gaat terug tot ongeveer 410 na Christus, toen de West-Goten zich na het ineenstorten van het Romeinse Rijk in het zuiden van Frankrijk (Occitanië ofwel Languedoc) vestigden, met Toulouse als hoofdstad.
Daar kwam in de vroege Middeleeuwen een unieke cultuur tot ontwikkeling, die zich afwendde van de ‘hypocriete, geldverslindende kerk’:
‘Te midden van de boerenbevolking, wevers, herders, klerken en edelen stonden mensen op in wie zich een spirituele doorbraak had voltrokken. Men dronk hun woorden in. Zij waren geen hypocriete priesters, ze waren bezield en één met hun boodschap. In gewone, verstaanbare taal spraken zij over het kwaad dat zich in de materie had gewrongen en zij hadden het over de lichtkracht in de harten van de mensen, die gevoed en bewust gemaakt worden om zich te kunnen bevrijden van dit kwaad. Zij brachten een verlossingsleer die niet alleen door genade verkregen kon worden, zoals de roomse kerk leerde, maar bovenal door bezinning en het leiden van een zuiver leven. De Openbaring van Johannes was hun leidraad; ze beschikten over de sleutels die de geheimtaaal van dit Evangelie konden ontsluiten.’ (14)
Kathaars reveil en ondergang
Het kathaars reveil kwam tot volle bloei in de twaalfde eeuw, een periode waarin de maatschappij snel veranderde: er waren veel conflicten en oorlogen, en de markteconomie kwam weer op gang na een periode van autarkie. Met name bij rondtrekkende wevers sloeg de boodschap van de katharen aan.
De Rooms-Katholieke Kerk probeerde eerst via dominicaanse prediking de katharen terug te brengen tot de ‘ware’ kerk. Toen dat niet lukte, zetten ze op initiatief van paus Innocentius III in 1209 een kruistocht op poten om de katharen (en de Joden) met het zwaard een lesje te leren.
De climax van de strafexpeditie was de massamoord in Béziers op 22 juli 1209. Het jaar erop nemen de kruisvaarders onder leiding van Simon de Montfort de plaats Minerve in, waar 140 katharen zich vrijwillig in het vuur werpen.