Op 30 december 1853 sloten de Verenigde Staten en Mexico een overeenkomst waarbij de VS een aanzienlijk stuk land aankocht. Met deze transactie, die bekend kwam te staan als de Gadsden Purchase, kreeg Amerika een gebied van 77.000 vierkante kilometer in het huidige zuiden van Arizona en New Mexico in handen.Â
De Amerikanen betaalden Mexico tien miljoen dollar voor het grondgebied, omgerekend naar huidige maatstaven ongeveer 300 miljoen dollar.
In de negentiende eeuw lagen de Verenigde Staten geregeld overhoop met de Mexicanen. Die hadden het aanvankelijk voor het zeggen in Texas. Door een opstand van Amerikanen werd dit gebied in de jaren dertig onafhankelijk en in 1845 werd een wet aangenomen waarmee Texas officieel werd geannexeerd en als achtentwintigste staat toetrad tot de VS.
Het conflict met de Mexicanen bleef hierna voortduren. Onder president James Polk begonnen de Amerikanen een oorlog om Californië en New Mexico op hen te veroveren. Voor de Amerikanen verliep deze oorlog zeer positief. Zelfs de Mexicaanse hoofdstad werd ingenomen. Bij een vredesverdrag werden de Mexicanen vervolgens gedwongen definitief af te zien van alle aanspraken op Texas. New Mexico en Californië werden daarnaast voor 15 miljoen dollar afgestaan aan de VS.
Spoorlijn
Met de Gadsden Purchase kregen de Amerikanen eind 1853 tot slot nog een stuk land in handen, in de huidige staten Arizona en New Mexico, ten zuiden van de Gilarivier. Voor Amerika was deze gebiedsuitbreiding (die in Mexico bekendstaat als La Venta de La Mesilla, ofwel verkoop van de Mesilla-vallei) zeer interessant omdat hierdoor eenvoudiger een zuidelijke route voor een transcontinentale spoorlijn aangelegd kon worden. De aankoop werd vernoemd naar de Amerikaanse minister James Gadsden (1788-1858) die met de Mexicanen had onderhandeld.
Het verdrag tussen Amerika en Mexico trad op 30 juni 1854 in werking.