Dark
Light

Korte geschiedenis van de verwarming

Auteur:
3 minuten leestijd
Korte geschiedenis van de verwarming (cc - Pixabay - tookapic)
Korte geschiedenis van de verwarming (cc - Pixabay - tookapic)

De geschiedenis van de verwarming gaat terug tot de Prehistorie. Het waren de Romeinen die de vloerverwarming introduceerden. In 1825 werd in Nederland de eerste CV-installatie aangelegd. Een korte geschiedenis van de (centrale) verwarming.

Verwarming tijdens de Prehistorie en Romeinse Tijd

Hypocaustum in het Thermenmuseum, Heerlen (wiki - Steven Lek)
Hypocaustum in het Thermenmuseum, Heerlen (wiki – Steven Lek)
In de Prehistorie warmden de mensen zich, meer mogelijkheden waren er niet, aan vuur en aan de zon. De Romeinen waren vermoedelijk de eersten die de vloerverwarming introduceerden (net als het toilet, beton, et cetera); hoewel ook van de Koreanen bekend is dat ze al een soort vloerverwarming hadden, die ze Ondol noemden.

In de tweede eeuw voor Christus vond de Romein Gaius Sergius Orata het hypocaustum uit, een verwarmingssysteem waarmee hij zijn visvijvers opwarmde, via gangen onder die onder de vijver doorliepen. Dit systeem werd daarna ook toegepast in openbare gebouwen. Via een houtvuur en onderaardse gangen lieten de Romeinen warme lucht onder de vloeren doorstromen, zodat die vloeren lekker verwarmd werden. De warme lucht stroomde door kanalen van ongeveer 60 centimeter hoog onder de complete vloeren door en zorgde zo voor een comfortabel vloeroppervlakte.

De tijd van de open haard en de kachel

Na de Romeinse Tijd was vooral de open haard een belangrijke manier om het huis te verwarmen. Doorgaans werd er hierbij hout gebruikt om het huis warm te krijgen. De open haard bleef in de Oudheid en tijdens de Middeleeuwen, tot aan de zeventiende eeuw, de belangrijkste verwarmingsmethode.

Gedurende de zeventiende eeuw raakte de kachel in gebruik. Een kachel kent – anders dan de open haard – een gesloten verwarmingssysteem. Om met een kachel te stoken, gebruikte men turf, hout en steenkool als brandmateriaal. Aanvankelijk deden deze kachels hun intrede in woningen, maar later werden ze ook steeds meer gebruikt in bedrijven en fabrieken. Meer warmte en comfortabele temperaturen betekende dat het personeel efficiënter kon werken.

Nederlandse kachel (cc - Remi Mathis)
Nederlandse kachel (cc – Remi Mathis)

Warmwatersystemen, stoomverwarming en centrale verwarmingssystemen

In 1838 vond de warmwaterverwarming ingang in Nederland, toen het eerste pand, namelijk het huis van Adriaan van der Hoop aan de Keizersgracht in Amsterdam, een warmwatersysteem kreeg. Al eerder gebruikten Nederlandse kassen warm water als verwarmingsmethode, een systeem dat voor het eerst in 1716 in Engeland gebruikt was in kassen.

Later in de achttiende eeuw werden naast warmwaterinstallaties ook stoomverwarming en de centrale verwarming uitgevonden. In 1745, omstreeks het begin van de Industriële Revolutie, vond William Cook de stoomverwarming uit. Al snel, in 1784, bouwde James Watt een stoomverwarmingssysteem voor in zijn eigen huis. Een radiator was hierbij belangrijk en werd kort hierna ontwikkeld dor het bedrijf Boulton, Watt & Cie. Dit bedrijf leverde in de jaren 1790 de eerste verwarmingsinstallaties met stoom aan Engelse textielfabrieken.

Huis Landfort in 1720
Huis Landfort in 1720
In 1825 werd in Nederland, voor zover bekend, de eerste CV-installatie aangelegd met luchtverwarming: in Huis Landfort te Gendringen. De belangrijkste voordelen van centrale verwarming waren het veel grotere gebruiksgemak, de gelijkmatigere verdeling van de warmte en de betere luchtkwaliteit in de verwarmde ruimten.

Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van radiator- en verwamringssystemen vonden in de negentiende eeuw onder meer plaats in het kersverse keizerrijk Duitsland. In 1878 werd hier het systeem Bechem & Post ontwikkeld, dat vanaf de jaren 1880 ook in Nederland populair werd. De Duitse vinding had als voordeel dat de verwarmingselementen veel minder heet werden. Pas na 1965, toen de welvaart toenam en er in Nederland een groot aardgasveld bij Slochteren was ontdekt, kon de gemiddelde Nederlander het financieel opbrengen om een centrale verwarming aan te schaffen. Tot de jaren 1960 waren centraleverwarmingsinstallaties voornamelijk aanwezig in fabrieken, bedrijfspanden, openbare gebouwen en overheidsinstellingen.

Bronnen â–¼

Dit artikel werd eerder in iets andere vorm gepubliceerd
-https://www.loodgieteraanhuis.nu/kleine-geschiedenis-centrale-verwarming

Verder zijn de volgend sites ter aanvulling gebruikt:

-https://rickandie.infoteur.nl/specials/verwarming.html
-http://www.esni.nl/verwarming/
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Centrale_verwarming#Evolutie_van_de_verwarmingssystemen

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×