Hanns Albin Rauter – De hoogste SS’er in Nederland

‘De gier van de Alpen’
8 minuten leestijd
1
Hanns Albin Rauter
Hanns Albin Rauter (Bundesarchiv, Bild 183-1982-1021-509 / CC-BY-SA 3.0)

Hanns Albin Rauter (1895-1949) was een hoge Oostenrijkse SS-generaal, die gedurende de Tweede Wereldoorlog een belangrijke politieke positie in Nederland bekleedde, als rechterhand van SS-leider Heinrich Himmler. Rauter is de geschiedenisboeken ingegaan als een van de hoofdverantwoordelijk van de vervolging van Nederlandse verzetslieden. Ook geldt hij als een van de medeverantwoordelijken voor het wegvoeren van ruim 100.000 Nederlandse joden. Wie was deze Hanss Rauter? Wat motiveerde hem om op te klimmen binnen de nationaalsocialistische gelederen? En welke functie had Rauter tijdens de oorlog in Nederland?

Historicus Loe de Jong noemde hem ‘de gier van de Alpen’ (vanwege zijn hoofd na een aanslag die het verzet op hem pleegde). Na Arthur Seyss-Inquart wordt Rauter beschouwd als de tweede ‘grote’ man van de nazi’s in Nederland. Hij was de hoogste politiechef in Nederland en staat bekend als iemand die de meest extreme oplossingen verzon om het Nederlandse verzet aan te pakken. Rauter was geen administratief ambtenaar, maar een keiharde uitvoerder van represailles jegens alles wat nazi-Duitsland tegenstond. Geen bureaumoordenaar dus, maar iemand die de bevelen zelf verzon en deze vervolgens liet uitvoeren.

Jeugd, opleiding en vroege militaire carrière van Hanns Rauter

Hanns Albin Rauter kwam ter wereld op 4 februari 1895 in Klagenfurt, de hoofdstad van de Oostenrijkse deelstaat Karinthië. Hij was de zoon van een boswachter en het tweede kind in een gezin dat in totaal zeven kinderen telde. Na het doorlopen van het basisonderwijs en de middelbare school koos Rauter in 1912 voor een technische studie aan de Universiteit van Graz. Zijn doel was om bouwkundig ingenieur te worden.

Rauter op een podium (geheel rechts) tijdens een parade van het Nederlands Vrijwilligerslegioen van de Waffen-SS.
Rauter op een podium (geheel rechts) tijdens een parade van het Nederlands Vrijwilligerslegioen van de Waffen-SS, 1941 (Nationaal Archief)

Toen in augustus 1914 de Eerste Wereldoorlog losbarstte, stopte Rauter met zijn opleiding en meldde hij zich als vrijwilliger bij het Oostenrijkse leger. Hij diende in het Karinthische Gebirgsschützenregiment 1 (de Bergbrigade, een regiment van het Oostenrijkse leger) en behaalde de rang van eerste luitenant (Oberleutnant). Rauter raakte meermalen gewond, maar overleefde de oorlog en ging daarna aan de slag in het Karinthische leger. Hij was van december 1918 tot juli 1919 actief in de Karinthische Vrijheidsoorlog (Kärntner Abwehrkampf) tegen het zogenoemde SHS-leger. Dit was een leger van het net gestichte Koninkrijk Joegoslavië – bestaande uit Serven, Kroaten en Slovenen -, dat aanspraak maakte op Zuidoost-Karinthië, een regio waar veel mensen woonden die Sloveens spraken. Het Karinthische leger won de strijd en na een volksstemming op 10 oktober 1920 bleef Zuidoost-Karinthië bij Oostenrijk horen.

Van mei tot juli 1921 was Rauter als vrijwilliger actief in Opper-Silezië in het huidige Polen, waar hij vocht in het paramilitaire Freikorps Oberland. Dit extreemrechtse leger van vooral Duitse burgermilitairen was een van de bewegingen die de pas gestichte Weimarrepubliek omver probeerde te werpen. Het Freikorps zou later een belangrijke rekruteringsbron worden voor de nationaalsocialistische Sturmabteilung (SA). Het jaar 1921 was om nog andere redenen een keerpunt in Rauters leven. Dat jaar ontmoette hij voor het eerst Adolf Hitler (en in 1927 nogmaals). Verder was hij in de zomer van 1921 betrokken bij de oprichting van de Oostenrijkse antisemitische paramilitaire organisatie Steirischer Heimatschutz waarbinnen hij actief was als stafchef voor Binnenlandse Veiligheid. Over deze extreemrechtse groepering schreef Rauter zelf later het volgende:

“In tegenstelling tot de overige verenigingen was de Steirische Heimatschutz op antisemitische basis geschoeid (…). De regimenten droegen het hakenkruis en de kleuren zwart-wit-rood. Strijd tegen marxisme en burgerlijke democratie, het tot stand brengen van een autoritaire staat en de aansluiting bij het Rijk waren de strijddoelen.” Bron

Leden van de Steirischer Heimatschutz,oktober 1928
Leden van de Steirischer Heimatschutz,oktober 1928 (Bundesarchiv, Bild 102-00840 / Georg Pahl / CC-BY-SA 3.0)

Op het hoogtepunt in 1929 had de Steirischer Heimatschutz ongeveer 54.000 leden. De beweging zocht samenwerking met Hitlers NSDAP en probeerde politieke invloed te krijgen. Toen dat niet lukte, stond de Heimatschutz aan de basis van de zogeheten Pfrimer-putsch van 12 september 1931. Na deze mislukte staatsgreep verzwakte de Steirischer Heimatschutz en zocht de beweging nog meer toenadering tot NSDAP-afdelingen die inmiddels in Oostenrijk actief waren. In november 1933 zou de paramilitaire beweging volledig opgaan in de Oostenrijkse NSDAP.

De jaren 1930: lidmaatschap van de SS & lid van de Rijksdag in Wenen

In 1933 verliet Rauter Oostenrijk en vestigde zich in München. Daar sloot hij zich aan bij de NSDAP en de SA. In februari 1935 maakte hij de overstap van de SA naar de SS. Hij kreeg de rang van SS-Oberführer en werd stafleider van de SS in Breslau (de huidige stad Wrocław in Polen). In deze plaats was hij betrokken bij acties die gericht waren tegen Joden. In december 1939 kreeg Rauter een militair hogere functie, namelijk die van SS-Brigadeführer, vergelijkbaar met de rang van generaal-majoor.

Rauter was tevens als administrateur actief voor de NSDAP, van 1934 tot 1938, om precies te zijn bij de afdeling Flüchtlingshilfwerk. Deze instantie was opgericht om uit Oostenrijk gevluchte nationaalsocialisten te helpen. In september 1938, een half jaar na de Anschluß van Oostenrijk, werd Rauter lid van de Oostenrijkse Reichstag in Wenen. Hij volgde daar de NSDAP-politicus Alfred Krauß op, die op 12 september 1938 na een beroerte overleden was.

In 1937 huwde Rauter met een vrouw die tweeëntwintig jonger was dan hijzelf. Samen kregen ze vijf kinderen.

Rauters optreden in Nederland gedurende de Tweede Wereldoorlog

Enkele weken na de Duitse inval op 10 mei 1940 werd Rauter, op 26 juni, aangesteld als Hogere SS- en Politieleider in Nederland (höherer SS- und Polizeiführer Nordwest) en als Commissaris-generaal voor Veiligheid (Generalkommissar für das Sicherheitswesen). Zijn directe leidinggevenden waren niemand minder dan Heinrich Himmler, de hoogste SS-leider, en Arthur Seyss-Inquart, de Rijkscommissaris van Nederland.

In de jaren van zijn aanstelling in Nederland maakte Rauter driemaal promotie: op 20 april 1941 tot SS-Gruppenführer; op 21 juni 1943 werd hij bevorderd als SS-Obergruppenführer en op 1 juli 1944 benoemd tot General der Waffen-SS und der Polizei.

Gedurende de Tweede Wereldoorlog liet Rauter zich in woord en daad kennen als een groot voorstander van de ‘oplossing van het Jodenvraagstuk’, ofwel de moord op zes miljoen Joden. Zo nam hij op 30 juni 1942 een heel pakket aan maatregelen om Joden buiten de maatschappij te sluiten, de beruchte ‘Verordening ter isolatie van Nederlandse joden‘. Maar Rauter ging veel verder dan deze ingrijpende maatregel. In een toespraak uit maart 1943 zei Rauter letterlijk vertaald het volgende, aldus Jacques Presser in diens werk Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945 (deel I, 1965, p.348):

“We willen alleen maar genezen worden van deze pest [Qual] en het Joodse vraagstuk moet definitief en totaal worden opgelost.”

Bewezen is verder dat Rauter begin oktober 1943 onder het gehoor zat van zijn meerdere Heinrich Himmler, toen die een toespraak hield en daarin openlijk over de ‘oplossing van het Jodenvraagstuk’ sprak.

Naam van Hanns Albin Rauter onder een bekendmaking, september 1944
Naam van Hanns Albin Rauter onder een bekendmaking, september 1944

Naast zijn steun aan de deportatie van Joden naar de concentratiekampen was Rauter hoofdelijk verantwoordelijk voor het deporteren van 300.000 Nederlandse mannen naar Duitsland voor dwangarbeid. Verder pakte Rauter tegenstanders van het naziregime hard aan. De harde represailles die na de Februaristaking van 1941 uitgevoerd werden, waren een bevel van Rauter. Hierbij liet Rauter de noodtoestand uitroepen en voerde hij het standrecht in. Ook het verzet moest het onder Rauter ontberen. In de periode februari tot mei 1943 gaf hij bijvoorbeeld opdracht om het Nederlandse studentenverzet te verlammen. Er werden duizenden studenten opgepakt en naar Duitsland afgevoerd. Ook pakte hij tientallen medewerkers en bezorgers van het verzetsblad Trouw aan, via arrestaties en de doodstraf.

Berucht is de door Rauter opgezette Aktion Silbertanne, van september 1943 tot september 1944. Tijdens deze actie, die gericht was op prominente anti-Duitse Nederlanders, verzetslieden en op willekeurige burgers, liet Rauter minstens 44 personen vermoorden en 260 mensen gevangenzetten.

Als hoogste politiefunctionaris in Nederland speelde Rauter ook een belangrijke rol bij de nazificatie en herstructurering van de Nederlandse politie. Hij centraliseerde het politiewezen door een strikte hiërarchie aan te brengen in de organisatie. En verder richtte hij, in nauwe samenwerking met NSB-leider Anton Mussert, de Nederlandse Landwacht (vanaf oktober 1943 de Landstorm geheten) op. Dit was een vrijwilligersgroep van Nederlandse SS’ers die actief was van maart 1943 tot mei 1945.

In de zomer van 1944, om precies te zijn op 1 juli 1944, werd Rauter benoemd tot generaal van de Waffen-SS. In die hoedanigheid was hij tijdens de mislukte geallieerde Operatie Market Garden betrokken bij het aanvoeren van Duitse legertroepen bij het Maasfront.

Monument te Woeste Hoeve ter nagedachtenis aan de verzetsmensen en opgepakte onderduikers die na de aanslag werden geëxecuteerd (Apdency – Apdency – wiki)

De onbedoelde aanslag op Hanns Rauters leven

In de winter van 1944-1945 werd Nederland, met name de grote steden in het westen van het land, geteisterd door de Hongerwinter, die aan ruim 20.000 mensen het leven zou kosten. Een afdeling van de Binnenlandse Strijdkrachten in Apeldoorn plande op 6 maart 1945 een overval, met als doel om – vanwege de honger – drie ton varkensvlees en tegelijk een Wehrmacht-vrachtwagen in bezit te krijgen om daarmee wapens te kunnen vervoeren. Eerst moesten de groep, die bestond uit zes verzetslieden, de vrachtwagen te pakken krijgen. Vervolgens zouden ze die truck gebruiken voor een eerste rit naar een varkensslachterij in Epe, om daar het varkensvlees te stelen.

De aanval op de beoogde vrachtwagen zou plaatsvinden bij de Woeste Hoeve, een plaatsje op de Veluwe. De verzetsleden blokkeerden hier de weg, maar vergisten zich. Er naderde geen vrachtwagen, maar wel een BMW met daarin toevallig Rauter, zijn chauffeur en adjudant. Er volgde een schietpartij, waardoor Rauter zwaargewond raakte en zijn twee kompanen gedood werden. Rauter zou tot het einde van de oorlog in een Apeldoorns ziekenhuis, het Reserve-Kriegslazarett, verblijven om te herstellen. De Duitsers reageerden met harde represaillemaatregelen, waarbij in totaal circa driehonderd gevangenen uit onder meer Assen, Apeldoorn, Almelo, Zwolle, Amsterdam, Doetinchem en uit Kamp Amersfoort door een vuurpeloton geëxecuteerd werden.

Hanns Albin Rauter tijdens zijn proces
Hans Alwin Rauter voor het Bijzonder Gerechtshof in Den Haag, 1 april 1948
Foto Ben van Meerendonk / AHF, collectie IISG, Amsterdam – CC BY-SA 2.0

Rechtszaak tegen Rauter in Den Haag

Toen de Tweede Wereldoorlog voor Nederland in mei 1945 eindigde, arresteerden de geallieerden Hanns Albin Rauter en leverden hem aan het Nederlandse gerecht uit. In afwachting van zijn proces belandde hij achter de tralies. Het proces tegen Rauter had plaats op vier dagen, namelijk 1, 2, 3 en 22 april 1948 in het Bijzonder Gerechtshof in Den Haag in het voormalig paleis aan de Kneuterdijk en werd gefilmd.

Na Rauters veroordeling, het vonnis luidde op 3 mei 1948 de doodstraf, maakte historicus Jacques Presser van de mogelijkheid gebruik om Rauter te interviewen. In dit interviews gaf hij aan niets geweten te hebben van de Holocaust, wat tegengesproken wordt door documentatie en redevoeringen van Rauter. De veroordeelde ging nog in hoger beroep bij het Hof van Cassatie, maar dit hoger beroep werd in januari 1949 afgewezen. Enkele weken later, op 9 februari 1949, verscheen Rauter nog voor de Parlementaire Enquêtecommissie 1940-1945, maar weigerde hij iedere medewerking.

Plek van de aanslag op SS-generaal Hans Albin Rauter, maart 1948
Plek van de aanslag op SS-generaal Hans Albin Rauter, maart 1948 (CC0 – Nationaal Archief)

Tijdens zijn executie, op 25 maart 1949 in op de Waalsdorpervlakte bij Scheveningen, wekte Rauter de nodige verbazing. Hij gaf zelf in het Nederlands het commando ‘Vuur!’. Hiermee gaf hij nogmaals te kennen geen spijt te hebben van zijn daden en zijn lot te aanvaarden. Een woord van spijt kwam niet over zijn lippen. Hanns Albin Rauter had naar zijn eigen mening slechts commando’s uitgevoerd en zijn taken uitgevoerd. De begraafplek van Rauter is tot op de dag van vandaag onbekend, want die is staatsgeheim.

Boek: Rauter. Himmlers vuist in Nederland

Interessante video: ‘De gier van de Alpen’

Bronnen â–¼

Internet
-https://www.encyclopedia.com/religion/encyclopedias-almanacs-transcripts-and-maps/rauter-hanns-albindeg
-https://www.tracesofwar.nl/articles/1614/Rauter-Hanns.htm
-https://alchetron.com/Hanns-Albin-Rauter
-https://de.wikipedia.org/wiki/Hanns_Albin_Rauter
-https://www.absolutefacts.nl/wo2/data/rauterhanns.htm
-https://biografieportaal.nl/recensie/hanns-rauter-himmlers-vuist-in-nederland/

1
0
Reageren?x
×