Het succesvolle kabinet-De Jong 1967-1971

4 minuten leestijd
Nieuwe ministerraad kabinet De Jong (1967-1971) bijeen in de Trèveszaal. Rechts achter de tafel v.l.n.r: Bakker, Witteveen, De Jong, Middelburg, Merckelbach, Polak.Links: Udink, Klompé, Lardinois, De Block, Beernink. Den Haag, 7 april 1967. - Foto: CC / Anefo / Eric Koch
Nieuwe ministerraad kabinet De Jong (1967-1971) bijeen in de Trèveszaal. Rechts achter de tafel v.l.n.r: Bakker, Witteveen, De Jong, Middelburg, Merckelbach, Polak.Links: Udink, Klompé, Lardinois, De Block, Beernink. Den Haag, 7 april 1967. - Foto: CC / Anefo / Eric Koch

Het kabinet-De Jong is om een aantal redenen een historisch gezien interessant kabinet. Het was bijvoorbeeld het eerste kabinet in vijftig jaar dat zijn regeerperiode volledig uitzat. Dat was al bijzonder, maar natuurlijk extra knap in de woelige tijd van de jaren 1960.

Piet de Jong
Piet de Jong
Bij Uitgeverij Boom is het negende deel van Parlementaire geschiedenis van Nederland na 1945 verschenen, waarin twaalf historici, een econoom en een politicoloog de diepte in gaan. Zij stellen alle facetten van het kabinet-De Jong aan de orde in een ruim 700 pagina’s tellend handboek, getiteld Polarisatie en hoogconjunctuur. Het kabinet-De Jong 1967-1971.

De centrale vraag in het boek is hoe het kon dat het kabinet-De Jong het vier jaar volhield. Verder beantwoorden de auteurs onder meer de vragen of het kabinet zijn beleidplannen verwezenlijkte, hoe de oppositie en Eerste Kamer zich opstelden en hoe de politieke verhoudingen in de periode 1967-1971 lagen.

Het roerige jaar 1966

Aan de vorming van het kabinet-De Jong ging een roerige periode vooraf, die zich kenmerkte door de roep van jongeren om vernieuwing en democratisering. In 1966 was D’66 opgericht en in de nacht van 13 op 14 oktober kwam het kabinet-Cals ten val in de ‘Nacht van Schmelzer’.

Deze gebeurtenis markeerde feitelijk het eind van de goede verhoudingen tussen de confessionele partijen en de PvdA, terwijl binnen de KVP een periode aanbrak van onderlinge verdeeldheid. Binnen de PvdA ontstond daarnaast ‘Nieuw Links’, een vernieuwingsbeweging die de partij uitdaagde een uitdagender en democratischer program te ontwikkelen.

1966-67: de ‘kiezers op drift’

Johan van Merriënboer schrijft over het overgangskabinet-Zijlstra (1966-1967) en de verkiezingen van februari 1967, die een regelrechte sensatie werden: D’66 kwam vanuit het niets onder Hans van Mierlo met zeven zetels in de Tweede Kamer. De Boerenpartij van Boer Koekkoek steeg van drie naar zeven zetels, terwijl de KVP (acht zetels verlies) en PvdA (zes) flinke klappen kregen.

Een belangrijke cesuur was dat voor het eerst sinds 1918 de confessionele partijen – KVP, ARP, CHU, GPV (en SGP) – in de Tweede Kamer onder de 50 procent zetels zakten. Daarmee kwam er feitelijk een einde aan de confessionele dominantie in de politiek. Henk Beernink van de CHU stelde vast dat ‘de kiezers op drift’ waren geraakt.

Bordesfoto kabinet De Jong bij Huis ten Bosch
Bordesfoto kabinet De Jong bij Huis ten Bosch

Vietnam en Biafra

Op 5 april 1967 trad het confessioneel-liberale kabinet-De Jong aan – bestaande uit KVP, VVD, ARP en CHU – dat een Kamermeerderheid van 86 zetels had. Tijdens de regeerperiode van De Jong groeide de economie krachtig, met gemiddeld 5,8% per jaar.

De maatschappelijke onrust hield ondanks de economische groei echter aan, waarbij met name de oorlog in Vietnam, de hongersnood in Biafra en het straffe, vastgeroeste politieke stelsel veel progressieve jongeren in beweging bracht.

Uitbouw verzorgingsstaat

Interessant is de bijdrage van historicus Leon van Damme, die ingaat op de ontwikkeling van de verzorgingsstaat onder het kabinet-De Jong. Een uiterst actueel thema, vanwege de huidige tendensen om de verzorgingsstaat vanwege de hoge kosten, vergrijzing en staatsschuld juist weer te versoberen. Van Damme schrijft onder meer:

“De hoogconjunctuur maakte het voor het kabinet-De Jong mogelijk gemeenschappelijke voorzieningen verder uit te breiden en zodoende de verzorgingsstaat verder op te tuigen. Zo kwam er een wettelijk minimumloon en werden bijstandsnormen gekoppeld aan het minimumloon.” (502)

Er moest echter ook bezuinigd worden om de overheidsuitgaven onder controle te krijgen. Zo “vond het kabinet ruimte voor bezuinigingen door te beknibbelen op de rechtspositie van ambtenaren en de loonkosten laag te houden om het vrije loonbeleid in het bedrijfsleven niet te doorkruisen” (503).

De politieke lont eruit

De bundel trekt een aantal conclusies. Bijvoorbeeld dat het kabinet er goed in slaagde om veel van plannen door de Tweede Kamer te loodsen. De tactiek van het kabinet-De Jong was hierbij ‘verend opvangen’:

“Het kabinet toonde begrip voor ‘vernieuwers’. Het bewoog vaak mee, maar trapte op tijd op de rem en probeerde er intussen behoedzaam de politieke lont uit te trekken. ‘Verend opvangen’ noemde premier De Jong deze tactiek.”

Wat deed het kabinet-De Jong nog meer? Om drie zaken te noemen: de banden met de NAVO versterken en niet bezuinigen op Defensie; de Kieswet en Grondwet onder de loep nemen om te komen tot bestuurlijke vernieuwingen en de totstandkoming van de Wet op de Universitaire Bestuurshervorming.

Op de winkel passen

Polarisatie en hoogconjunctuur. Het kabinet-De Jong 1967-1971
Polarisatie en hoogconjunctuur. Het kabinet-De Jong 1967-1971
Ten slotte wordt de vraag beantwoord hoe het kon dat dit kabinet voor het eerst sinds jaren het geval was geweest, de rit uitzat. In het slothoofdstuk krijgen we hierop het volgende antwoord:

“Het korte programma bevatte een strakke norm voor de overheidsuitgaven en een beperkt aantal globale afspraken. Dit leverde een solide basis op voor hechte samenwerking (…) Van de vier leiders die de formatie-onderhandelingen hadden gevoerd, bleven er bovendien drie in de Kamer zitten: Schmelzer, Biesheuvel en Toxopeus (de laatste tot oktober 1969). De onderlinge vertrouwensband bleef gedurende de rit dus grotendeels intact. Het program werd ook daadwerkelijk uitgevoerd zonder dat daar veel politieke ophef over werd gemaakt, alsof er dus alleen maar op de winkel werd gepast (…) De Jong slaagde erin van zijn kabinet een goed team te maken. Het kabinet was resultaatgericht en eensgezind (…) Vernieuwingsdrang en gezagscrises werden ‘verend’ opgevangen. Politiek gezien was er geen alternatief. Een ruime meerderheid in de Kamer had geen belang bij een crisis (…) Een niet onbelangrijke factor was ten slotte de al genoemde sterke economische groei.” (604,605)

Slot

Het boek is keurig opgemaakt en bevat mooi fotomateriaal, diverse politieke cartoons en spotprenten en statistiekjes. In de bijlagen is de samenstelling van het kabinet-De Jong en de Staten-Generaal opgenomen.

Verder treffen we nog een uitgebreid notenapparaat aan, een literatuurlijst, afkortingenlijst en persoonsnamenregister.

~ Enne Koops

Boek: Polarisatie en hoogconjunctuur. Het kabinet-De Jong 1967-1971
Lees ook: Piet de Jong (1915 -2016) – Premier tijdens de woelige jaren zestig

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

0
Reageren?x
×