‘Dat is Holland op zijn smalst!’ Deze uitdrukking wordt nog geregeld gebruikt, meestal in spottende zin. Bijvoorbeeld om kritiek te leveren op bekrompen, armzalig, kleinzerig of zuinig gedrag dat dan dus typisch ‘Hollands’ zou zijn. Maar waar komt deze uitdrukking eigenlijk vandaan?
De betekenis van ‘Holland op z’n smalst’ is vrij algemeen bekend. Minder bekend is dat men ‘Holland op z’n smalst’ vroeger op de landkaart kon aanwijzen. Het was ooit namelijk de aanduiding voor een landengte tussen het IJ en de Noordzee, ter hoogte van de huidige gemeente Velsen. Noord-Holland was daar letterlijk op z’n smalst, slechts zeven kilometer breed. Door de komst van het Noordzeekanaal en de inpoldering van het IJ ging het gebied in de negentiende eeuw in de rest van het landschap op.
In figuurlijke zin bleef ‘Holland op z’n smalst’ hierna echter wel bestaan, als uitdrukking. Wanneer de zegswijze voor het eerste werd gebruikt is niet helemaal duidelijk. Vaak wordt verwezen naar een kritisch artikel van jonkheer Victor de Stuers uit 1873. In deze publicatie in De Gids liet de jonkheer zich negatief uit over het Nederlandse cultuurbeleid. Wat de jonkheer betreft werd er veel te weinig geld beschikbaar gesteld voor degelijk kunst- en cultuurbeleid. De Stuers vond dat allemaal wat benepen. Kortom: ‘Holland op z’n smalst’.
Enkele jaren eerder, in 1864, was de woordspeling echter ook al toegepast in een kritisch pamflet over de aanleg van het Noordzeekanaal.
Het Noordzeekanaal: Holland op z’n smalst
Bronnen ▼
-https://books.google.nl/books?id=cOQDUepkW34C&hl=nl&pg=PA1#v=onepage&q&f=false
-Nederlandse spreekwoorden spreuken en zegswijzen – K. ter Laan
-https://onzetaal.nl/schatkamer/lezen/uitdrukkingen/holland-op-zn-smalst