Scylla is een zeemonster en een van de Phorceïden, de kinderen van Phorcys en Ceto. Werd geboren als een beeldschone nimf. De zeegod Glaucus werd verliefd op haar en vroeg de tovenares Circe om raad. Circe werd hierna verliefd op Glaucus en veranderde haar rivale Scylla in een afzichtelijk monster. Haar romp en hoofd bleven vrouwelijk, maar uit haar zij groeiden zes afzichtelijke hondenkoppen met drie rijen messcherpe tanden, ze kreeg twaalf hondenpoten en haar lichaam eindigde in de staart van een vis.

Odysseus
Een van de bekendste slachtoffers van Scylla en Charybdis zijn scheepslieden van de held Odysseus. Op aanraden van Circe blijft hij met zijn schip uit de buurt van Charybdis. Volgens de tovenares kan de draaikolk het schip van de held namelijk in een keer verwoesten. Het lukt Odysseus veilig langs de twee zeemonsters te komen, maar op het laatste moment neemt Scylla toch nog zes van zijn mannen te grazen. Hierdoor wordt zijn schip alsnog opgezogen door de draaikolk. Odysseus wist ternauwernood een vijgentak beet te pakken. Hier bleef hij aan hangen tot zijn schip weer tevoorschijn kwam uit de gapende mond van Charybdis en ontsnapte.
Volgens sommigen woonden de monsters in de Straat van Messina tussen Italië en Sicilië. Er zijn ook aanwijzingen gevonden dat ze wel eens bij Kaap Skilla in het noordwesten van Griekenland kunnen hebben gehuisd.
- Overzichtspagina: Griekse mythologie
- Boek: Mythen, legenden, vertellingen: een cultuurhistorische reis langs wereldmythen en legenden
