Op 8 maart is het Internationale Vrouwendag. Het was een idee uit 1910 van de Duitse feministe en socialiste Clara Zetkin om dit te doen, alhoewel Aletta Jacobs tien jaar eerder ook al zo’n voorstel had gedaan. Vanaf de eerste editie in 1911 doet Nederland mee aan Vrouwendag.
Eén van de belangrijkste voorvechtsters van Internationale Vrouwendag was Clara Zetkin (1857-1933). Al in 1889 hield zij een pleidooi dat socialisme zonder vrouwenstrijd niet zou kunnen bestaan. In 1907 organiseerde ze in Stuttgart de Eerste Internationale Socialistische Vrouwenconferentie.
Bij de tweede conferentie in 1910 ontstond het idee voor een internationale vrouwendag. De socialistische partijen ijverden in die tijd nog niet zo sterk voor vrouwenkiesrecht, maar zochten wel naar een middel om vrouwen meer bij de klassenstrijd te betrekken. Zetkin stelde daarop voor om ieder jaar een internationale vrouwendag te organiseren, onder meer bedoeld om aandacht te vestigen op vrouwenkiesrecht.
De Amerikaanse Socialist Party leverde hiervoor de inspiratie, want die had toen al enkele jaren speciale vrouwencomités, die met veel succes door het land trokken en sinds 1909 zelfs al vrouwendagen organiseerden. Er werd overigens nog niet bepaald dat 8 maart de vaste dag werd, want dat gebeurde pas in 1921. De eerste Internationale Vrouwendag was daarom op 19 maart 1911.
Aletta Jacobs
Zetkin was alleen niet de eerste, die met het voorstel voor een internationale vrouwendag kwam. Dat gebeurde al op 18 mei 1901 in Amsterdam tijdens een vergadering van verschillende vrouwenverenigingen: de Onderlinge Vrouwenbescherming, de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (afdeling Amsterdam), de Vrije Vrouwenvereeniging, de Hollandsche Dameszwemclub, de Bond ter bestrijding der Vivisectie en de Vegetariërsbond.
Aletta Jacobs leidde deze vergadering. ‘De presidente,’ zo schreef Het Nieuws van den Dag,
‘…herdacht in korte woorden den dag, waarop nu twee jaren geleden de Internationale Vredesconferentie in Den Haag geopend werd en stelde voor den 18en Mei voortaan te beschouwen en te vieren als een internationalen vrouwendag. Zij wees er op, dat, hoe onbereikbaar het voor oogen gestelde doel ook gelijkt, de vrouwen zich als taak kunnen stellen het kind in anti-militaire begrippen op te voeden, hoe zij het zijn die het “Vrede op aarde” moeten verkondigen.’
Voor Jacobs was de oorlogsdreiging daarmee de aanleiding om een vrouwendag voor te stellen – een thema dat tussen de Haagse Vredesconferentie en de bijeenkomst in Amsterdam pijnlijk actueel was geworden vanwege gruwelijke oorlogen in Zuid-Afrika en China. De sprekers na Jacobs benadrukten dat ook keer op keer, maar gingen verder niet inhoudelijk in op het voorstel voor een internationale vrouwendag. Ook in de jaren erna werd er niets meer vernomen van Jacobs’ voorstel, dat wellicht iets te abstract en te burgerlijk was met de anti-militaire opvoeding.
Kiesrecht
Het thema in 1911 was geheel anders dan wat Jacobs in 1901 in haar hoofd had, want Zetkin plaatste Vrouwendag vooral in de context van het algemeen kiesrecht. Zoals Het Volk – Dagblad voor de Arbeiderspartij in een uitvoerig verslag schreef:
‘Zij betoogt de noodzakelijkheid van de invoering van een jaarlijkschen algemeenen vrouwendag in alle landen ten gunste van het algemeen kiesrecht. Deze vrouwendag moet in geenen deele tegenover de algemeene sociaal-demokratische beweging staan, maar zich eng bij deze aansluiten. Voorts moeten de vrouwen den 1en Mei benuttigen, om ook dan propaganda voor het algemeen vrouwenkiesrecht te maken.’
Het thema van algemeen kiesrecht was aanzienlijk concreter dan de antimilitaristische opvoeding van Aletta Jacobs. De socialistische beweging kon Vrouwendag daarmee beter inpassen in de brede strijd van de arbeidersklasse tegen het kapitalisme.
Mevrouw Wibaut
Sinds 1911 wordt Internationale Vrouwendag gevierd. Volgens de overlevering gebeurde dat toen nog niet in Nederland, maar zou ons land zich een jaar later aansluiten. Dat is alleen niet waar, want er was dat jaar wel degelijk een bijeenkomst vanwege Vrouwendag. Het was nog geen openbare bijeenkomst, maar toch sprak de Sociaaldemokratische Vrouwenklub op 23 maart 1911 onder leiding van mevrouw Wibaut over de betekenis van de nieuwe traditie. ‘De vrouwendag is gewijd aan de propaganda voor algemeen kiesrecht,’ oordeelde de vergadering. ‘Daaraan ontleent deze dag zijn groote beteekenis, een beteekenis die nog wordt verhoogd door het op zulke internationale dagen weer opnieuw versterkt besef, dat de strijd der arbeidersklasse er een van de gansche wereld is.’
Nederland moest zich snel aansluiten, ‘om te zorgen dat ook in ons land binnen niet al te langen tijd de Vrouwendag waardig kan worden gevierd.’ Een maand later was hierover een volgende bijeenkomst om te besluiten dat de vrouwen contact zouden zoeken met de SDAP en de vakbonden – wederom onder leiding van mevrouw Wibaut.
Tien jaar na de oproep van Aletta Jacobs voor Internationale Vrouwendag kreeg die dan eindelijk gehoor in Nederland, al was het wel met een ander thema.
Eerder gepubliceerd op NPO Geschiedenis