Josef Mengele: ‘Der Todesengel’

4 minuten leestijd
Blok 10 in Auschwitz, waar Mengele zijn medische experimenten uitvoerde - cc
Blok 10 in Auschwitz, waar Mengele zijn medische experimenten uitvoerde - cc

In 1979 stierf in Brazilië een van de beruchtste nazi’s uit de Tweede Wereldoorlog: Josef Mengele. Als kamparts van Auschwitz voerde hij wrede medische experimenten uit. Mengele werd zo hét symbool van de onbegrensde beestachtigheid van het naziregime. In de biografie Josef Mengele, nazi-arts. Zijn leven en misdaden (Ad. Donker, 2014 – 2e druk) beschrijft de Deense universitair docent geschiedenis Anders Otte Stensager het levensverhaal van ‘Der Todesengel’.

Rechtvaardiging

Josef Mengele
Josef Mengele
Stensager rechtvaardigt zijn biografie in de inleiding met verscheidene argumenten. Een belangrijke bijdrage van zijn Mengele-biografie is het feit dat hij de beeldvorming over deze nazi-arts in een breder perspectief plaatst. De auteur toont aan dat Mengele niet de enige dokter was die medische experimenten op gevangenen uitvoerde in de jaren 1943-1945. Er waren honderden van dit soort artsen. Verder was Auschwitz niet de enige plek waar deze misdaden begaan werden: ook in Dachau, Ravensbrück, Buchenwald en in veel andere concentratiekampen ‘knutselden’ nazi-artsen met mensenlevens.

Het beeld van Mengele dat door eerdere schrijvers is geschetst, wil Stensager nuanceren. Mengele zou ‘onintelligent, extreem gewelddadig en sadistisch’ (12) zijn geweest tegenover zijn slachtoffers, zo schreven anderen. Mengele was echter zeker niet onintelligent – zo promoveerde hij in de antropologie in 1935, en in 1938 in de medicijnen -, en hij kon op momenten hoffelijk en humaan zijn.

Stensager ontkent uiteraard niet dat Mengele medeschuldig was aan de genocide op duizenden Joden, zigeuners en gehandicapten. Hij maakte onderdeel uit van een groter systeem, een systeem van ‘onbegrensde geneeskunde’, een moorddadig systeem. Toch zou het een versimpeling van de realiteit zijn om Mengele’s leven te reduceren tot zijn misdadige medische experimenten. Vandaar deze biografie, aldus Stensager.

Jungstahlhelm

Mengele zag het levenslicht in 1911, in het Duitse Günzburg. Hij was een gemotiveerde en ambitieuze leerling die beroemd wilde worden. Na zijn middelbare schooltijd studeerde hij geneeskunde, medische antropologie en medicijnen in München, Wenen en Bonn. In 1931, tijdens zijn verblijf in Bonn, werd Mengele lid van de Jungstahlhelm, de jongerenafdeling van de vereniging Stahlhelm. Deze militaristische club was vooral bedoeld voor oorlogsveteranen van 1914-1918, hing de Dolkstootlegende aan en was sterk anti-republikeins en nationalistisch. De Stahlhelm werd na Hitlers machtsovername in 1933 door de nazi’s ingelijfd. In mei 1937 meldde Mengele zich aan als lid van de NSDAP. Hij realiseerde zich dat hij alleen groot en beroemd kon worden als hij zich politiek aansloot bij de nazi’s:

“Het lidmaatschap van de partij, de SS of andere nationaalsocialistische organisaties was erg belangrijk om een baan als wetenschapper te krijgen aan een van de universiteiten of andere onderzoeksinstituten. Mengele begreep al snel dat dit ook voor hem gold, en zeker op het vakgebied van de rassenwetenschap waarmee hij zich bezighield.” (35)

Selectieproces op het station van het kamp (Auschwitz Album, mei 1944)
Selectieproces op het station van het kamp (Auschwitz Album, mei 1944)

Mengeles werk in Auschwitz

In de jaren voorafgaande aan zijn tijd in Auschwitz, was Mengele werkzaam als rassenonderzoeker en was hij enkele jaren militair. Zeer waarschijnlijk diende hij van juni 1941 tot begin 1943 als divisiearts aan het Oostfront. Op 30 mei 1943 meldde hij zich bij kamp Auschwitz, bij directeur Rudolf Höss. Niet helemaal duidelijk is waarom juist Josef Mengele uitgekozen werd; maar Stensager beredeneert dat Mengele’s goede contact met zijn vroegere baas en collega dr. Otmar Freiherr von Verschuer (1896-1969) de deuren van Auschwitz voor hem openden. Von Verschuer, hoogleraar erfelijkheidsleer en eugenetica in Frankfurt, stond op goede voet stond met hoge nazifiguren.

In Auschwitz was Mengele bij diverse activiteiten betrokken: de selectie van gevangenen na aankomst op het perron (zijn belangrijkste taak), het toezien op vergassingen in de crematoria en – daarom staat hij het meest bekend – de gruwelijke medische experimenten die hij uitvoerde. Met name gynaecologische ingrepen bij vrouwen lekken Mengeles interesse te hebben, hoewel hij daar totaal geen ervaring mee of kennis van had:

“Een keer marcheerden de vrouwen van afdeling BIb langs Mengele toen zijn oog viel op een 17-jarig meisje met een welgevormde, grote boezem. Hij beval onmiddellijk dat er een tafel voor hem klaargezet werd en voerde vervolgens een tamelijk hardhandig gynaecologisch onderzoek uit bij het meisje. Een overlevende van deze gebeurtenis, Helen Twersky, vertelt dat Mengele zich chirurgische instrumenten liet brengen. Met deze instrumenten ging hij haar inwendige geslachtsorganen binnen, terwijl het meisje gilde en het bloed uit haar stroomde. Mengele verklaarde dat ze zwanger was en stuurde haar samen met de andere vrouwen die hij uitgekozen had naar de gaskamer.” (126)

Malaria-infecties

In de biografie besteedt Stensager ruimschoots aandacht aan andere artsen die in Auschwitz, Dachau en veel andere kampen actief waren. Op deze manier plaatst hij de wrede medische experimenten in een breder perspectief en laat hij zien dat het werk van Mengele helaas niet uniek was, maar wijdverbreid. Een van de weinige vrouwelijke artsen was dr. Hertha Oerheuser (1911-1978), die in Ravensbrück experimenteerde met het injecteren van gifstoffen en het aborteren van vrouwen. In Mauthausen was prof.dr. Ernst-Günther Schenck (1904-1998), die vooral experimenteerde met voeding, de hoofdverantwoordelijke voor allerlei proeven op mensen die daar uitgevoerd werden.

Josef Mengele, nazi-arts - Anders Otte Stensager
Josef Mengele, nazi-arts – Anders Otte Stensager
Een andere arts was de inmiddels op leeftijd gekomen hoogleraar tropische ziekten Claus Carl Schilling (1871-1946), die in Dachau werkte. Doelbewust infecteerde hij gevangen – het liefst priesters en predikanten – met malaria en andere ernstige tropische ziekten. Als de gevangenen geïnfecteerd waren, propte Schilling hen vol met aspirine, kinine en andere preparaten, om te kijken of ze nog te genezen waren. Sommige gevangenen waren herhaaldelijk proefkonijn, onder wie de Poolse priester Majchrzak:

“Hij vertelt dat hij dertien keer met malaria is geïnfecteerd. Hij had meer dan zes weken lang hoge koorts en moest intussen ook nog vechten tegen diarree, flegmonen [weefselontstekingen], en zweren. Als een patiënt ten gevolge van de proeven stierf, werd als doodsoorzaak meestal een hartaanval opgegeven.” (160)

Slot

Mengele vluchtte in 1945 vanuit Auschwitz via via naar Argentinië en belandde later in Brazilië, waar hij in 1979 overleed door verdrinking. Tot aan zijn dood bleef deze perverse oorlogsmisdadiger het onbegrijpelijk vinden dat er mensen waren die hem wilden vervolgen vanwege zijn werk in Auschwitz. Na het lezen van deze indringende biografie zal eenieder beamen dat het in-en-intriest is dat Mengele nooit voor zijn wandaden terecht heeft gestaan.

Boek: Josef Mengele, nazi-arts – Anders Otte Stensager

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

0
Reageren?x
×