Prinses Juliana kocht in 1948 mogelijk een schilderij uit de boedel van een nazi waarvan bekend is dat hij onteigende Joodse bezittingen verhandelde. Dat schrijft Cees van Hoore, journalist van het Noordhollands Dagblad.
De prinses deed de aankoop drie maanden voordat ze koningin werd. Het gaat om het schilderij De heilige Hubertus in een landschap van de schilder Paul Bril (1554-1626). Juliana, die het werk al sinds 1946 als bruikleen in haar paleis had hangen, betaalde er 4000 gulden voor.
Juliana kocht het werk aan via de Stichting Nederlands Kunstbezit (SNK). Oorspronkelijk was het schilderij echter van de Joodse Jos H. Gosschalk. Het onderzoek naar de herkomst van geroofd bezit was ten tijde van de koop nog helemaal niet afgerond. Het is daarmee vreemd dat de SNK het werk zo kort na de oorlog al aanbood aan de prinses.
Hans Fischböck
De journalist zegt over een document van het SNK te beschikken waaruit blijkt dat het werk afkomstig was van de inboedel van de nazi Hans Fischböck, die tijdens de oorlog betrokken was bij de onteigening van Joods bezit. Of de prinses ook wist dat het werk uit de Fischböck-boedel kwam is niet duidelijk.
In de krant komt onder meer Rony Naftaniel, oud-directeur van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) aan het woord. Hij stelt dat er “een luchtje” aan de zaak zit en noemt het “bijna onvoorstelbaar” dat prinses Juliana het werk zelf heeft gewild.
Het Noordhollands Dagblad vroeg ook de Rijksvoorlichtingsdienst om een reactie, maar die wilde niet reageren. De dienst – die wel bevestigt dat het werk zich in de Koninklijke Verzamelingen bevindt – verwijst naar professor Ekkart die momenteel onderzoek doet naar eventuele roofkunst in de collectie van het koninklijk huis.
