Koning Albert I van België regeerde van 1909 tot 1934. Omdat hij tijdens de Eerste Wereldoorlog bij zijn soldaten aan het front bleef, wordt hij ook wel Koning-Soldaat genoemd.

Koning Albert I aan het front
Nadat Leopold II in 1909 overlijdt wordt Albert de nieuwe Belgische koning. Als in 1914 de Eerste Wereldoordlog uitbreekt blijft Albert bij zijn troepen in de loopgraven in West-Vlaanderen, terwijl de regering in ballingschap zit in Normandië. Hij krijgt van zijn soldaten de bijnaam ‘Koning-Ridder’ en ‘Koning-Soldaat’ omdat hij hen bijstaat in de strijd.

Wetenschap
Albert heeft veel betekend voor de Belgische Wetenschap. Tijdens een toespraak in 1927 merkt hij op dat het niet goed gaat met de Belgische wetenschap. Hij benadrukt dat voor de verbetering van de wetenschap vooral de rijkere Belgen een verantwoordelijkheid hebben. Deze verantwoordelijkheid nemen zij en in 1928 wordt het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek opgericht. Dit zorgt voor een enorme opleving in de wetenschap. Wetenschappers gaan onder meer de grenzen over om buitenlandse kennis naar België te halen.

Albert blijft niet alleen op Belgische grond. In 1919 reist hij naar de Verenigde Staten om daar een rondreis te maken. Ook is hij de eerste Belgische koning die door Belgisch Congo reist. Dit vooral om aan te geven dat het in de Belgische kolonie goed toeven is.
Albert valt in 1934 tijdens een bergwandeling in de Ardennen onverwachts van de rotsen en steft. Omdat er niemand getuige is van het ongeval en Albert een bekwame klimmer is, wordt sindsdien hevig gespeculeerd over de doodsoorzaak. Na zijn dood wordt Albert opgevolgd door zijn zoon Leopold III.
- Meer artikelen over de Belgische geschiedenis
- Boek: Geschiedenis van België