Archeologen hebben in Peru een twaalfhonderd jaar oude koninklijke tombe gevonden met daarin onder meer de gemummificeerde resten van drie koninginnen uit de Wari-tijd. Het Peruaanse ministerie van cultuur heeft dat vrijdag bekendgemaakt.
De vondst werd bijna driehonderd kilometer ten noorden van Lima gedaan door Poolse en Peruaanse archeologen. Het graf werd ontdekt tussen een grote hoeveelheid steenpuin. In totaal zijn er meer dan zestig skeletten in het graf gevonden, waaronder dus drie zogenaamde Wari-koninginnen. De vondst is enkele maanden al gedaan, maar omdat de onderzoekers bang waren voor plunderingen werd de ontdekking enige tijd geheim gehouden. De afgelopen maanden is de vindplaats uitvoerig onderzocht.
Zeker zes van lichamen die bij de gemummificeerde koninginnen werden gevonden, zijn volgens de onderzoekers van mensen die aan de koninginnen werden meegegeven in het graf. Waarschijnlijk werden zij levend begraven. In het graf zijn ook honderden voorwerpen gevonden, waaronder gouden juwelen en schalen en vazen. Veel van de skeletten zijn van vrouwen.
Militaire veroveringen
Volgens de onderzoekers is het voor het eerst dat er zo’n grote koninklijke tombe uit de Wari-cultuur is gevonden. Over de Wari is vrij weinig bekend. De cultuur ontstond rond het jaar 600, na de ondergang van de Moche-cultuur. De Wari waren voor zover bekend het eerste volk in Zuid-Amerika dat begon met militaire veroveringen. Uiteindelijk heersten ze over een gebied van ongeveer 300.000 vierkante kilometer. Rond het jaar 1000 ging het rijk ten onder. De Wari hadden hun hoofdstad in de buurt van het huidige Ayacucho, een stad in de Andes.