Dark
Light

Koude Oorlog op de maan

Een mens naar de maan? ‘Moreel verwerpelijk!’
3 minuten leestijd
Volle maan (CC0 - Pixabay - adege)
Volle maan (CC0 - Pixabay - adege)

Elon Musk wil naar de maan. Beter gezegd: een groep toeristen wil erheen. Eind jaren vijftig woedde in ons land al een stevige discussie of maanreizen ooit mogelijk zouden zijn, waarbij professor George van den Bergh zich als grootste tegenstander opwierp. Technisch onmogelijk, volgens hem, en moreel verwerpelijk, betoogde hij zowel op tv als radio om daarmee een groot debat te ontlokken.

Professor George van den Bergh (Publiek Domein - wiki)
Professor George van den Bergh (Publiek Domein – wiki)
Eind jaren vijftig was de wedloop in de ruimte in volle gang. De Amerikanen en de Russen regen het ene hoogtepunt aan het andere: een Amerikaanse V2-raket in 1951, de Russische kunstmaan Spoetnik in 1957, de oprichting van de NASA in 1959 en zo ging het maar door. De vraag was wie als eerste erin zou slagen een mens op de maan krijgen, wat volgens professor George van den Bergh echter onmogelijk zou zijn. Daarnaast was het moreel verwerpelijk om mensen de ruimte in te sturen om het nog niet te hebben over hoe vervelend het zou zijn om op de maan te moeten verblijven. Hij voorspelde daarom dat er nooit een levend wezen de maan zou bereiken – maar dan ook nooit.

In 1959 sprak hij hierover op tv in het programma ‘Ruimtevaart of Luchtkastelen’. Het leverde een hoop gespreksstof op, blijkt uit krantenartikelen uit die tijd. Een groot aantal wetenschappers bemoeide zich met de kwestie, meestal om stelling te nemen tegen Van den Bergh.

Koude oorlog in de kosmos

Artikel van A. Huguenot van der Linden in de Telegraaf van 7 november 1959 (Delpher)
Artikel van A. Huguenot van der Linden in de Telegraaf van 7 november 1959 (Delpher)
A. Huguenot van der Linden bijvoorbeeld schreef in De Telegraaf een uitgebreid betoog, waarin hij Van den Bergh weerlegde – met historisch juiste argumenten, zoals we inmiddels weten door de loop van de geschiedenis. In een uiterst boeiend betoog noemde hij de dynamiek van de Koude Oorlog de belangrijkste reden waarom er wel een maanreis zou komen:

‘De grootste twee machten ter wereld zullen alles op alles zetten om binnen de kortst mogelijke tijd mensen op de maan te laten landen om ze heelhuids naar de aarde terug te brengen. Voor dat doel zullen in de komende jaren gigantische bedragen worden aangewend benevens de inspanningen van letterlijk tienduizenden geleerden en technische specialisten op velerlei terrein.’

Dat kwam volgens hem niet vanwege pure wetenschappelijke interesse, maar door de enorme politieke prestigewinst die hieraan was verbonden. Het land dat als eerste een mens op de maan zou zetten, zou daarmee zijn leiderschap tonen aan de wereld – niet alleen technisch, maar ook moreel. Communisme tegen kapitalisme dus, maar dan in de ruimte.

Voetbalwedstrijd op Venus

Van den Bergh liet zich hierdoor niet overtuigen en herhaalde zijn argumenten in twee lezingen in 1961, die beide door de VARA op de radio werden uitgezonden. Het communistische dagblad De Waarheid maakte in een polemisch artikel gehakt van de professor:

‘Het kan niet! Professor meester doctor G. v. d. Bergh, emeritushoogleraar aan de Amsterdamse universiteit, heeft het twee jaar geleden gezegd en hij zegt het nog: ruimtevaart is waanzin. Geen mens zal levend van een reis naar de maan terugkeren, om nog niet te spreken van een vlucht naar andere planeten. Hij heeft het gezegd, zegt het nog en zal het waarschijnlijk blijven zeggen, ook als twee elftallen van astronauten elkaar in een vriendschappelijke voetbalwedstrijd op Venus ontmoeten.’

De Waarheid liet zich hierbij overigens niet alleen leiden door botsende wetenschappelijke inzichten, want wat de communisten ook niet lekker zat, was dat de professor een prominent lid van de PvdA was, die zo nu en dan wat kritiek leverde op Moskou. De Koude Oorlog werd niet alleen in de ruimte uitgevochten, maar ook op de aarde zelf.

De geschiedenis zou in 1969 aantonen dat Van den Bergh het inderdaad niet goed had gezien, maar dit definitieve bewijs zou hij alleen niet meemaken. In 1966 is hij overleden en heeft de beelden van de maanlanding nooit kunnen zien.

Eerder gepubliceerd op NPO Geschiedenis

Boek: Ruimtevaart voor in bed, op het toilet of in bad

Artikel in De Waarheid van 13 april 1961 (Delpher)
Artikel in De Waarheid van 13 april 1961 (Delpher)
×