

Voor veel gelovigen was de theorie van Darwin onaanvaardbaar. Zeker de ver doorgevoerde conclusie dat de mensheid van de apen zou afstammen zorgde ervoor dat Darwin om zijn theorie door velen verketterd werd.
Hoewel er momenteel een grote hoeveelheid wetenschappelijk bewijs is voor Darwins evolutietheorie, is deze theorie nog altijd omstreden. De strijd tegen de leer van Darwin is niet meer zo fel als in de negentiende eeuw, maar volgens drie psychologen van de UvA zijn er nog steeds veel mensen die ‘God aantrekkelijker vinden dan Darwin’. De drie psychologen (Bastiaan Rutjens, Joop van der Pligt en Frenk van Harreveld) publiceren volgende maand in het Journal of Experimental Social Psycholog een stuk waaruit blijkt dat mensen die het gevoel hebben de controle kwijt te zijn in vergelijking met mensen die wel het gevoel hebben in control te zijn, eerder kiezen voor religie dan voor Darwins evolutietheorie.
Uit het onderzoek van de psychologen blijkt dat één van de redenen voor het afwijzen van de evolutietheorie gelegen is in het feit dat de theorie een grote rol aan willekeur toekent. In de psychologische behoefte aan orde en voorspelbaarheid zou de evolutietheorie onvoldoende kunnen voorzien.
De onderzoekers voerden een experiment uit op honderdveertig personen. Hen werd gevraagd een keus te maken tussen een scheppingsverhaal met ‘intelligent design’, de evolutietheorie en een derde theorie waarin de evolutie werd omschreven als een “geordend proces”. Sommige van de deelnemers werd vooraf gevraagd een bedreigende situatie uit het verleden, waarover ze geen controle hadden, voor de geest te halen.
De proefpersonen waarbij de gevoelens van orde en controle experimenteel verlaagd waren, bleken eerder voor een scheppingsverhaal te kiezen als het alternatief de evolutietheorie was. Dit in tegenstelling tot de groep proefpersonen waarbij het gevoel van controle niet kunstmatig was verlaagd. Deze personen kozen massaal voor de evolutietheorie.