Meinoud Rost van Tonningen was een bekend lid van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). Werd in 1936 lid van de partij die zich daarna steeds agressiever ging profileren.
Meinoud Marinus Rost van Tonningen werd op 19 februari 1894 geboren in Soerabja, Nederlands-Indië. Zijn vader was afwezig bij de geboorte, omdat hij toen als officier deelnam aan de desastreus verlopen Lombok-expeditie, waarbij meer dan honderd Nederlandse doden vielen. Hij kreeg een liberaal-christelijke opvoeding en gaf, in zijn Statement terugblikkend op zijn jeugd, aan dat hoewel hij niet naar de kerk ging wel in een God geloofde.
In zijn jeugd doorliep Rost van Tonningen de HBS en studeert hij rechten in Leiden.
In 1909 vertrok het gezin naar Den Haag, nadat zijn vader – inmiddels legercommandant – ontslag had genomen omdat hij ontevreden was over Haagse bezuinigingen op defensie. Na een mislukte ingenieursstudie in Delft rondde Meinoud met succes een rechtenstudie in Leiden af.
Politiek
Van 1923 tot 1928 was Meinoud Rost van Tonningen politiek actief. Hij was vertegenwoordiger van de Volkenbond in Wenen, de voorloper van de VN die na afloop van de Eerste Wereldoorlog was opgericht. Rost van Tonningen was onder meer een van de mensen die toezicht moest houden op het financiële beleid van Oostenrijk. Van 1931 tot 1936 was hij opnieuw vertegenwoordiger van de Volkenbond.
Toen Rost van Tonningen in 1936 terugkeerde in Nederland werd hij lid van de NSB, de partij die de ingenieur Anton Mussert in 1931 had opgericht. Ook werd hij hoofdredacteur van het nieuwe partijorgaan Het Nationale Dagblad. Na de verkiezingen werd Rost van Tonningen namens de NSB fractievoorzitter in de Tweede Kamer.
Arrestatie
De NSB ging na toetreding van Rost van Tonningen een steeds radicalere koers varen. Rost van Tonningen viel onder meer op door antisemitische uitlatingen. Vlak voordat de Duitsers Nederland binnenvielen, werden een aantal NSB’ers gearresteerd. Ook Rost van Tonningen werd opgepakt en beschuldigd van hoogverraad. De vluchtende Nederlandse autoriteiten verplaatsten Rost van Tonningen steeds en uiteindelijk kwam hij in Calais terecht. Vandaar moest hij overgebracht worden naar Engeland, maar voordat dat gebeurde werd hij bevrijd door de Duitsers.
Nadat Nederland was bezet en Meinoud Rost van Tonningen was bevrijd, werd hij door de commissaris van Nederland, Seyss-Inquart, benoemd tot liquidatie-commissaris van marxistische organisaties. Rost van Tonningen verleende zijn medewerking aan de plannen van de bezetter. Hij kreeg de opdracht de jeugd, boeren, arbeiders en vrouwen te verenigen in nationaal-socialistische verenigingen. Veel succes boekte Rost van Tonningen hierin echter niet.
Meinoud Rost van Tonningen en de SS
In 1941 wilde Rost van Tonningen lid worden van de SS-Standarte. Hij werd echter geweigerd omdat er onduidelijkheid was over de ‘zuiverheid van zijn bloed’. Dit omdat hij geen stamboom kon overleggen die terugging tot 1800, een vereiste voor toetreding tot de SS. In 1944 werd Rost van Tonningen alsnog toegelaten tot de SS. De selectiecriteria waren inmiddels versoepeld. Datzelfde jaar werd Rost Van Tonningen opgeleid tot officier.
Tijdens de oorlog was Rost van Tonningen onder meer directeur van de Nederlandsche Bank en de NOC (Nederlandsche Oostcompagnie). De Duitsers benoemden hem onder meer in deze functies vanwege zijn financiële kennis die hij tijdens zijn betrokkenheid bij de Volkenbond had opgedaan.
Kort na de oorlog werd Meinoud Rost van Tonningen gearresteerd. Hij verbleef enige tijd met enkele SS-officieren in een interneringskamp in Elst en werd op 24 mei 1945 overgeplaatst naar de Gevangenis van Scheveningen. Hier overleed hij op 6 juni 1945. Volgens de officiële berichten pleegde hij zelfmoord door zich over een balustrade te gooien. Zijn vrouw Florentine Rost van Tonningen – beter bekend onder de naam ‘zwarte weduwe’ – heeft dit echter altijd ontkend.
Zwarte weduwe
De weduwe Rost van Tonningen, door sommigen de Zwarte Weduwe genoemd, zorgde in Nederland geregeld voor onrust. Ze verspreidde nazi-lectuur en organiseerde rechtse bijeenkomsten. Toen bleek dat ‘de zwarte weduwe’ een uitkering van de Nederlandse staat ontving omdat haar man ooit parlementslid was, stond een groot deel van Nederland op de achterste benen.
- Meer berichten over de NSB
- …en over de Tweede Wereldoorlog
- Boek: Rost van Tonningen – Fout tot het bittere eind