Het Nederlandse fascisme week af van het internationale fascisme door vast te houden aan wettelijke middelen om haar idealen uit te voeren. Het niet-revolutionaire karakter van het Nederlandse fascisme vraagt om aanpassing van de gebruikelijke definitie van fascisme als politieke ideologie in de periode 1923-1945. Dit concludeert promovendus Willem Huberts op basis van onderzoek naar het fascisme in die periode in Nederland.
Voor het eerst is er nu een overzicht van de meer dan zestig Nederlandse politieke initiatieven tussen 1923 en 1945 die voldeden aan de minimumdefinitie van fascisme. Het Nederlandse fascisme was breder dan de NSB, de partij die bekend bleef door haar rol voor en tijdens de oorlogsjaren. Het werd gekenmerkt door bittere onderlinge concurrentie en een onvermogen om daar bovenuit te stijgen. Huberts:
‘Men was voortdurend bezig elkaar vliegen af te vangen.’
Fascisme gedefinieerd
Internationaal wordt het fascisme uit de periode 1923-1945 doorgaans gedefinieerd in vier kerneigenschappen: ultranationalisme, populisme, een revolutionair karakter en een hang naar wedergeboorte van een gemeenschap. Dit is vooral gebaseerd op het fascisme in Italië en Duitsland tussen 1923 en 1945. Huberts stelt voor om de definitie op het punt van revolutie aan te passen zodat ook de ontwikkelingen in andere landen beter kunnen worden verklaard.
‘Dat niet-revolutionaire is niet exclusief Nederlands. In Zweden en Roemenië werden ook fascistische idealen nagestreefd binnen de bestaande politieke orde. Het is gek om dat dan geen fascisme te noemen.’
Troelstra en revolutie

Polderfascisme
Deze achtergrond is van belang voor een goed begrip van de Nationaal-Socialistische Beweging. Haar leider, ingenieur Anton Mussert, geloofde in de ordentelijke politieke partij als de juiste manier om in Nederland macht te verwerven. Legaliteit via meedoen aan verkiezingen was voor de NSB een politieke noodzakelijkheid. Het kwam de partij te staan op kritiek en afgunst van militante sectoren uit het Nederlandse fascisme toen zij in de jaren dertig een hoofdrol binnen de stroming opeiste.
Het betere verleden

Willem Huberts promoveert 9 maart aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn proefschrift, ‘In de ban van een beter verleden. Het Nederlandse fascisme 1923-1945’, verschijnt in handelseditie bij Uitgeverij Vantilt. Huberts (1953) is literair-historisch onderzoeker en dichter/auteur. Hij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en was onder meer werkzaam als wetenschappelijk bibliograaf bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
Boek: In de ban van een beter verleden. Het Nederlandse fascisme 1923-1945