Bij het woord Nickelodeon denken de meeste mensen direct aan de populaire televisiezender voor kinderen. Minder bekend is dat het woord verwijst naar oude buurtbioscopen die begin twintigste eeuw populair waren in Amerika. Voor slechts een nickel (een muntje van 5 cent) kon men hier korte filmpjes komen bekijken.
De nickelodeon stond mede aan de basis van de moderne bioscoop. Vanaf ongeveer 1905 verschenen deze kleine buurtbioscopen in steeds meer Amerikaanse steden. De entertainmentprogramma’s duurden meestal ongeveer een half uur. In die tijd kregen bezoekers enkele korte filmpjes voorgeschoteld, waaronder westerns, melodrama’s en komedies. Het ging om zogenoemde rolprenten, die dus handmatig door een operateur moesten worden afgerold. Afhankelijk van de snelheid waarmee de rolprenten werden afgedraaid, duurden de stille filmpjes dus ook korter of langer. Tussen de filmpjes door werden vaak teksten op het doek vertoond waarin het publiek werd opgeroepen zich enigszins netjes te gedragen.
“Geen gestamp – Niet spugen op de vloer!”
Veel nickelodeons zorgden voor live-muziek onder de beelden. En na vertoning van de filmpjes kregen de bezoekers vaak nog een kort variéténummer, lied of lezing voorgeschoteld.
Een beroemde nickelodeon werd in 1906 door Harry Davis en John P. Harris geopend in Pittsburgh (Pennsylvania). Hoewel er voor die tijd her en der al buurtbioscoopjes waren geopend, wordt de tent in Pittsburgh soms aangemerkt als de allereerste nickelodeon, omdat dit de eerste locatie zou zijn geweest waar uitsluitend filmpjes werden vertoond.
‘Holen van ontucht’
De nickelodeon sloeg aan bij de gewone man, ook omdat bezoek aan de buurtbioscoopjes relatief goedkoop was. Door de populariteit nam ook de vraag naar nieuwe korte filmpjes toe, waardoor de nog jonge en chaotische filmindustrie zich in rap tempo doorontwikkelde. De nieuwe vorm van entertainment kon in de beginperiode echter niet ieders goedkeuring wegdragen. In sommige kranten werden de buurtbioscoopjes omschreven als ‘holen van ontucht’, ook omdat de filmvoorstellingen vaak in het complete duister werden afgedraaid. Vanaf 1920 verdwenen de meeste nickelodeons weer. Inmiddels konden filmliefhebbers namelijk terecht in grotere en luxere theaters waar bovendien langere films te zien waren.
Ook interessant: De gebroeders Lumière – Grondleggers van de cinematografie
…of: De leeuwen van Metro-Goldwyn-Mayer
Boek: Hollywood Babylon
Enkele fragmenten uit oude nickelodeon-filmpjes:
Bronnen â–¼
-Ik, Hollywood – Jan van Loy (Nieuw Amsterdam, 2011)
-https://youtu.be/VJbqEJ8Vjqg