De Noord-Hollandse waterschappen tijdens de Tweede Wereldoorlog

3 minuten leestijd
Gat in de dijk van de Wieringermeer - Foto boek (Regionaal Archief Alkmaar, archief heemraadschap Wieringermeer)
Gat in de dijk van de Wieringermeer - Foto boek (Regionaal Archief Alkmaar, archief heemraadschap Wieringermeer)
Historici Thea en Jan de Roos schreven een boek over de Noord-Hollandse waterschappen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De auteurs laten in dit boek zien dat de oorlog, anders dan soms gedacht, niet geruisloos aan de waterschappen voorbij ging. In dit artikel lichten de auteurs een tipje van de sluier op.


Hoe de soldaat de polder regeerde

Op dinsdag 17 april 1945, ’s middags om kwart over twaalf, blies het Duitse leger met een enorme knal de IJsselmeerdijk van de Wieringermeer op. De explosie was tot in Den Helder te horen. Een miljoen kubieke meter water zette de Wieringermeer in enkele uren tijd volkomen blank. Katten miauwden angstig, hoog in de bomen, honden dreven rond op wrakhout, kippen op pakken stro. Het water kwam tot vijf meter hoog.

De 7.000 inwoners, inclusief vele honderden onderduikers, konden op het nippertje het vege lijf redden. In het holst van de nacht had NSB-burgemeester Aris Saal van Wieringermeer een telefoontje van de Duitsers gekregen dat de dijk eraan zou gaan, ondanks eerdere beloften dat niet te doen. ‘Sie brauchen keine Angst zu haben’, hadden ze gezegd. Maar de toezeggingen bleken scheten in een schepnetje. ‘Verdomme, daar gaat de polder. Leve de overeenkomst met de moffen’, vloekten kaartspelende verzetsmensen in het postkantoortje van Opperdoes toen ze kort na het middaguur de zware dreunen hoorden.

De onderwaterzetting van de Wieringermeer, drie weken voor de bevrijding, is één van de grootste schanddaden van de bezetter op waterstaatkundig gebied. Ook tientallen andere polders verdwenen in de laatste oorlogsfase onder water. De lompe soldatenlaars maakte een einde aan het broze waterbeheer in de polder, met als doel de geallieerde opmars te stuiten.

Slecht voorbereid

Merkwaardig is, dat de lotgevallen van de waterschappen in de Tweede Wereldoorlog niet eerder zijn onderzocht en beschreven. Terwijl dr. Loe de Jong in zijn grote seriewerk veel schreef over rijk-provincie-gemeente, bleef de vierde (en oudste) bestuurslaag buiten schot. Met de verschijning van het boek ‘Geen soldaat kan de polder regeren! De Noord-Hollandse waterschappen tijdens de Tweede Wereldoorlog’ komt daar verandering in. Wij laten daarin zien dat de bezetting enorme gevolgen voor de waterschappen had. Ze waren slecht voorbereid op de oorlog. De voorraad diesel om de gemalen draaiende te houden raakte al snel op. Toen in 1944 ook de elektriciteit uitviel, moesten oude molens worden opgeknapt om ‘droge voeten’ te houden. Duits gewroet in de dijken en de bouw van bunkers bij de aanleg van de Atlantikwall ondermijnden de waterveiligheid.

‘Maar al klettert zijn laars op een rots,
hij weet niets van de Hollandse trots!
Wat wij weten, kan hij ons niet leren:
geen soldaat kan de polder regeren!

…luidde een verzetsliedje uit 1944, maar de realiteit was anders: de Duitsers regeerden de polder wel degelijk!

Het Drechterlandse Huis in Hoorn, omgevormd tot Ortskommandantur - Foto boek (Westfries Archief, collectie Osinga)
Het Drechterlandse Huis in Hoorn, omgevormd tot Ortskommandantur – Foto boek (Westfries Archief, collectie Osinga)

Afrekening

Terwijl de gemeentelijke en provinciale democratie werd afgeschaft, lieten de Duitsers de structuur van de waterschappen intact. De meer dan driehonderd waterschappen in Noord-Holland kenden geen politiek bestuur en dat was hun redding. Verkiezingen mochten gewoon doorgaan. Wel werden bij vacatures soms dijkgraven benoemd die ‘de Nieuwe Tijd’ waren toegedaan. Het personeel van de waterschappen voelde wel steeds meer de druk van de Duitsers. De Arbeitseinsatz betekende dat machinisten en ander technisch personeel werden opgeroepen voor tewerkstelling in Duitsland. Met kunst- en vliegwerk wisten de waterschappen toch het hoofd boven water te houden. De bevrijding kwam net op tijd. Anders was bij de eerste de beste regenperiode bijna heel westelijk Nederland onder water gelopen.

Geen soldaat kan de polder regeren! - Thea en Jan de Roos
Geen soldaat kan de polder regeren! – Thea en Jan de Roos
Na de bevrijding vond de afrekening plaats met tientallen ‘foute’ bestuurders en personeelsleden in de waterschappen. Er waren echter ook veel voorbeelden van waterschappers die zich moedig hadden gedragen. Zoals de Uitgeester watermolenaar Cor Deijle, die een Joods echtpaar in zijn molen verborg, terwijl tweehonderd meter verderop Duitsers waren gelegerd. En in het Drechterlandse Huis in Hoorn, tijdens de oorlog omgevormd tot Ortskommandantur, bood conciërge Dieuw van Vliet samen met haar levenspartner Aaf Dell in het achterhuis onderdak aan een groep onderduikers, onder wie acht Joodse landgenoten. Beide vrouwen kregen in 1972 hiervoor de Yad Vashem-onderscheiding.

~ Thea en Jan de Roos

Het boek Geen soldaat kan de polder regeren! De Noord-Hollandse waterschappen tijdens de Tweede Wereldoorlog is verkrijgbaar via Uitgeverij Noord-Holland.

0
Reageren?x
×