Wie onder zeil gaat, gaat meestal niet echt onder een zeildoek liggen. Al kwam het vroeger wel voor. ‘Onder zeil gaan’ betekent vertrekken of gaan slapen. Waar komt deze uitdrukking vandaan?
‘Onder zeil gaan’ is afkomstig uit de scheepvaart. Het gezegde kan verwijzen naar de rust die op schepen neerdaalt als de zeilen gehesen zijn. Volgens de Nederlandse taalkundige F.A. Stoett werd dit vroeger vaak gezegd over schepen die met gehesen zeildoeken de haven verlieten. Tijdens het vertrek lagen deze schepen letterlijk onder de zeilen. In dit geval betekent de uitdrukking ‘vertrekken’.
Stoett haalt in zijn Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925) een voorbeeld aan van het gezegde in de betekenis van ‘slapen’, namelijk:
“De kapitein geeuwt even, terwijl hij al half onder zeil is.”
In deze zin is de kapitein half in slaap.
Zeildoek
In de uitdrukking verwijst ‘zeil’ vaak naar een echt zeildoek. De scheepsbemanning werkt op het dek onder gehesen zeilen. Vroeger sliepen bemanningsleden in hangmatten van zeil. Soms trokken ze een bruin zeil van hennep (stof) en vlas over zich heen. Dit laatste gebeurde volgens historica Charlotte Kleyn onder meer op middeleeuwse koggeschepen.
Tot slot, wanneer je gaat trouwen kan je ook zeggen dat je met iemand onder zeil gaat. Je stapt dan met diegene in een huwelijksbootje.
Er zijn nog veel meer uitdrukkingen waarin het zeil voorkomt. Enkele bekende voorbeelden:
- Een oogje in het zeil houden (iets of iemand in de gaten houden)
- Alle zeilen bijzetten (je uiterste best doen)
- Bakzeil halen (terugkrabbelen)
- Iemand de wind uit de zeilen nemen (iemand tegenwerken)
- Het zeil strijken (opgeven)
- Met hem is geen land te bezeilen (met deze persoon valt niets te beginnen)
- Met een nat zeil thuiskomen (dronken thuiskomen)
Boekenrubriek: Taalgeschiedenis
Bronnen ▼
-https://www.dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01/stoe002nede01_01_2773.php?q=onder%20zeil%20gaan#2326T
–Trek. Eten onderweg – toen en nu – Charlotte Kleyn (Nijgh & Van Ditmar, 2021, blz 8)
-Nederlandse spreekwoorden spreuken en zegswijzen – K. ter Laan